Regeling 4h bs 34

Formatieve toets 


Regeling 5.3/5.4
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Formatieve toets 


Regeling 5.3/5.4

Slide 1 - Diapositive

Sleep ieder onderdeel naar de juiste plek.
Axon
Dendriet
Cellichaam
Synaps
Myelineschede

Slide 2 - Question de remorquage

Wat is de richting van de impuls?
A
Axon - cellichaam - dendriet
B
Cellichaam - dendriet - axon
C
Dendriet - cellichaam - axon
D
Dendriet - axon - cellichaam

Slide 3 - Quiz

Bij welke zenuwcel loopt de
impuls van het CZ naar
een spier of klier?
A
gevoelszenuwcel
B
schakelcel
C
bewegingszenuwcel

Slide 4 - Quiz

Het orthosympatische zenuwstelsel is een onderdeel van het ....

A
autonome zenuwstelsel
B
animale zenuwstelsel
C
perifere zenuwstelsel
D
centrale zenuwstelsel

Slide 5 - Quiz

Wat is een impuls?
A
een signaal uit de omgeving
B
een elektrisch signaal in de huid
C
een elektrisch signaal dat door zenuwen gaat
D
signaal in de hersenen

Slide 6 - Quiz

Zintuig = Receptor
Spier = effector
Centraal zenuwstelsel
Motorische zenuwcel
Sensorische zenuwcel

Slide 7 - Question de remorquage

1. Dendrieten geven in zenuwcellen het signaal van het cellichaam direct door naar de synaps.
2. Dendrieten geleiden impulsen naar het cellichaam toe.
A
1 is waar 2 is waar
B
1 is waar 2 is niet waar
C
1 is niet waar 2 is waar
D
1 is niet waar 2 is niet waar

Slide 8 - Quiz

Ruggenmerg
Hersenstam
Hersenen
Grote hersenen
Kleine hersenen
perifere zenuwstelsel

Slide 9 - Question de remorquage

Hersenen
Ruggenmerg
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
Zenuwen

Slide 10 - Question de remorquage

Iemand schrijft een brief.
Is op dat moment het animale zenuwstelsel actief? En het autonome zenuwstelsel?
A
alleen het autonome zenuwstelsel
B
zowel het animale als het autonome zenuwstelsel
C
alleen het animale zenuwstelsel
D
geen van beide

Slide 11 - Quiz

Hoeveel synapsen zie je in de afbeelding?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

sensorische zenuwcel
cellichaam sensorische zenuwcel
schakelcel
motorische zenuwcel
synaps in spier
synaps
zintuigcel

Slide 13 - Question de remorquage

Zenuwcellen kunnen een orgaan stimuleren of afremmen in zijn werking.
Hoe beïnvloeden de zenuwcellen van het autonome zenuwstelsel de maag?
A
orthosymp. stimuleert parasymp. stimuleert
B
orthosymp. stimuleert parasymp. remt
C
orthosymp. remt parasymp. stimuleert
D
orthosymp. remt parasymp. remt

Slide 14 - Quiz