woordenschat h3, 4 BBL

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Taaltrucjes

Schrijvers proberen hun teksten wat aantrekkelijker te maken door taaltrucjes te gebruiken

taaltrucje 1

letterlijk/figuurlijk taalgebruik

voorbeeld taaltrucje 1

Altijd als ik een grapje tegen mijn zusje maakt wordt ze boos. Ze is zo gauw op haar teentjes getrapt!!

taaltrucje 2: overdrijving

Schrijver gaat iets overdreven zeggen.

Hij maakt iets groter, lelijker, minder , leuker etc. dan het in werkelijkheid is.

Dit maakt een tekst net wat levendiger

https:

voorbeeld taaltrucje 2

Ik ga kapot van de honger

Die nieuwe trui is niet om aan te zien

Ik sta al een eeuwigheid op de bus te wachten

taaltrucje 3: understatement

De schrijver gebruikt juist bepaalde  woorden om  bepaalde dingen juist wat minder erg/lelijk/naar te laten lijken.

Eigenlijk het tegenovergestelde van een overdrijving

https:

Voorbeeld taaltrucje 3

Max zingt niet helemaal zuiver.

Jouw nieuwe jas is  niet helemaal mijn smaak.

Mijn ouders zijn niet zo blij met mijn onvoldoende

taaltrucje 4: grap

Vaak wat spottend/cynisch

Kan over van alles gaan

voorbeeld taaltrucje 4

Een leerling komt te laat in de les. De docent zegt: "ha, fijn, je bent weer lekker op tijd"

Welk taaltrucje?
Tijdens de toets gooide Jasper er met de pet naar

1. grap
2. understatement
3. figuurlijk
4. overdrijving

Ik heb dit huis voor een appel en een ei gekocht

1. grap
2. overdrijving
3. understatement
4. figuurlijk

De film die jij hebt uitgekozen voor vanavond is niet helemaal mijn smaak

1. grap
2. overdrijving
3. understatement
4. figuurlijk

Mijn ouders zijn niet zo blij met de nieuwe buren, want ze draaien iedere nacht muziek.

1. overdrijving
2. figuurlijk
3. understatement
4. grapje

Ik irriteer me dood aan mijn jongere zusje

1. overdrijving
2. figuurlijk
3. understatement
4. grap