Formatief toetsje Moderne cultuur: Kunst en Gevoel

Formatieve toets
Moderne Cultuur: Kunst en Gevoel
Met examenvragen uit 2018

De antwoorden schrijf je voluit en leesbaar op een toetsblaadje.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Formatieve toets
Moderne Cultuur: Kunst en Gevoel
Met examenvragen uit 2018

De antwoorden schrijf je voluit en leesbaar op een toetsblaadje.

Slide 1 - Diapositive

BRON 1
Henri Matisse (1869-1954)

Matisse volgde onder andere lessen aan de privéschool Academie Julian in Parijs. Deze lessen bestonden voor een groot deel uit het natekenen van klassieke sculpturen. Matisse kreeg veel kritiek op zijn tekenkwaliteiten, waarna hij stopte met de opleiding. Nadat verschillende keren zakte voor het toelatingsexamen Noor de ecologische des Beaux Arts, de prestigieuze Franse academie, mocht hij (buiten de officiële procedure om) lessen volgen in de schilderkunst van docent en kunstenaar Gustave Moreau. Moreau legde minder nadruk op het oefenen van tekenvaardigheid en stimuleerde het ontwikkelen van een eigen, individuele stijl. Matisse kwam via het atelier van Moreau in contact met gelijkgestemde kunstenaars.

Slide 2 - Diapositive

Vraag 1
De Franse kunstenaar Henri Matisse wordt gezien als een van de grote modernistische kunstenaars van de eerste helft van de twintigste eeuw. Op de volgende afbeelding zie je het schilderij Het atelier van Gustave Moreau (1895), dat hij maakte in de schilderkunst van Gustave Moreau.
Moureaux lessen sloten enerzijds aan bij de academische traditie. Anderzijds waren zijn lessen juist vooruitstrevender dan vanuit de academische traditie gebruikelijk was.

Vraag: Geef aan de hand van afbeelding 1 aan dat Moureaux lessen:
- AANSLOTEN bij de academische traditie, en
- VOORUITSTREVENDER waren dan de academische traditie. 

Slide 3 - Diapositive

Atelier van Gustave Moreau - Matisse

Slide 4 - Diapositive

Vraag 2
Matisse vond kleur belangrijk. Hij zei hierover: “Voor mij is kleur een kracht. Mijn schilderijen zijn opgebouwd uit vier of vijf kleuren die botsen met elkaar, en deze botsing veroorzaakt een soort van energie. Wanneer ik groen gebruik, dan stelt dat geen gras voor. Wanneer ik blauw gebruik, dan stelt dat geen lucht voor.”

Het werk van Matisse wordt gerekend tot het expressionisme. Zijn opvatting over kleur sluit hierbij aan.

Vraag: Leg aan de hand van het citaat uit waarom Matisse opvatting over kleur aansluit bij het expressionisme.

Slide 5 - Diapositive

Vraag 3
Op de afbeelding op de volgende pagina zie je een schilderij van Matisse waarin de vrouw een blouse draagt die geïnspireerd is op de traditionele klederdracht van het Roemeense platteland. op de afbeelding ernaast zie je een voorbeeld van traditionele Roemeense klederdracht.
Dergelijke klederdrachten waren voor veel modernistische kunstenaars inspirerend, bijvoorbeeld vanwege het kleurgebruik en de motieven.

Vraag: Geef nog een reden waarom klederdrachten een inspiratiebron waren voor modernistische kunstenaars.

Slide 6 - Diapositive

Matisse - De Roemeense blouse (1939
Roemeense klederdracht.

Slide 7 - Diapositive

Vraag 4
Schönberg is een componist uit het begin van de 20e eeuw.
Schonbergs vroegste werken waren gebaseerd op tonaliteit. geleidelijk maakte hij zich daarvan los en begon hij atonale muziek te componeren: muziek waarin geen tonaal centrum meer voorkomt. Beluister de twee fragmenten (deels) op de volgende pagina.
Welke bewering over de fragmenten is juist?
A Fragment 1 en 2 zijn beide tonaal.
B Fragment 1 is tonaal, fragment 2 is atonaal.
C Fragment 1 is atonaal, fragment 2 is tonaal.
D Fragment 1 en 2 zijn beide atonaal.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Vraag 5
In 1932 voltooide Schönberg de eerste twee aktes van zijn opera Mozes und Aron ,  die hij geheel volgens het twaalftoonsysteem componeerde. In het filmfragment hoor en zie je de twee hoofdpersonen. Mozes is de figuur met de herdersstaf. 
Schönberg zet de broers Mozes en Aaron min of meer tegenover elkaar. Aaron praat het volk naar de mond met mooie woorden en verbluft het volk met wonderen. Mozes blijft vasthouden aan zijn geloof in god als een abstract gegeven dat niet in een beeld kan worden gevangen.
Bekijk het volgende fragment VANAF 7 minuut 50 sec.

Geef aan op welke manier Schönberg dit verschil tussen beide heeft vormgegeven in de vocale partijen. Benoem zowel de partij van Mozes als die van Aaron in je antwoord.

Slide 10 - Diapositive

Bron 2
Mozes en Aron
De opera Moses und Aron  is gebaseerd op het Bijbelverhaal van de uittocht van het Joodse volk uit Egypte, waar het jarenlang in slavernij was gehouden door de farao.
Op een dag krijgt de herder Mozes een bijzondere ervaring: vanuit een brandende doornstruik die door het vuur niet wordt verteerd, roept God hem. Mozes krijgt de opdracht zijn volk uit Egypte te leiden en naar het beloofde land Kanaän te brengen. Mozes vraagt naar de naam van God en het antwoord is: ”ik ben, die ben”. Daarna zegt Mozes geen geweldige spreker te zijn. Hij heeft echter geen keus. Zijn broer, de spreekvaardigheid Aaron, wordt door God aangewezen om voor Mozes het woord te doen.
Het Joodse volk reageert verdeeld op Mozes’ oproep. het wil de slavernij, waarin ze verzekerd zijn van eten en onderdak, niet verruilen voor een onzekere toekomst. Het lukt Mozes uiteindelijk om het Joodse volk uit Egypte te leiden. Het is het begin van een veertig jaar durende tocht door de woestijn, waarna het volk het beloofde land bereikt. Mozes heeft tijdens de zwerftocht de grootste moeite om het opstandige volk bij elkaar te houden en ze te laten geloven in 1 god en niet in afgoden. Mozes’ taak is extra lastig omdat het voor het volk moeilijk is om te geloven in een abstracte God die ze niet kunnen zien of horen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

DONE!
Geef je antwoorden aan je docent (naam erop :) )
Je klasgenoot kijkt je antwoorden na met het antwoordmodel.

Slide 13 - Diapositive