Hoofdstuk 4 - Herhaling

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nask

Klas 1

Hoofdstuk 4 - Geluid

Leerdoelen

Goed voorbereiden op het proefwerkweek

Hoofdstuk 4

Hoe komt geluid in je oor?

Er zijn 3 dingen nodig om geluid te horen:

1. Een geluidsbron
2. Een tussenstof
3. Een ontvanger

Wat is een microfoon?

1. Een geluidsbron
2. Een tussenstof
3. Een ontvanger

De tussenstof bij geluid is altijd lucht

1. Waar
2. Niet waar

1. Geluidsbron

Dit maakt de trillingen

• Stembanden
• Muziekinstrumenten
• Bel
• Luidspreker / Speaker 

In een luidspreker zit een conus. Dit is een plaatje dat trilt. 

2. Tussenstof

Waar de trilling doorheen kan.

• Lucht
• Water
• Metalen

Sommige tussenstoffen houden geluid ook tegen: Isolators

• Ramen, muren, piepschuim, oordoppen

3. Ontvanger

Waar de trilling eindigt. 

• Microfoon
• Je oor

Wat is een klankkast?

Hoe versterk je geluid?

Zonder elektriciteit -> Klankkast

Met elektriciteit -> Versterker + Luidspreker

Wat meet je met een decibelmeter?

1. De toonhoogte
2. De geluidssterkte
3. De trillingstijd
4. De snelheid van geluid

Vanaf welke geluidssterkte kun je gehoorschade oplopen?

1. 70 dB
2. 90 dB
3. 120 dB
4. 140 dB

Geluidssterkte

De geluidssterkte meet je in decibel (dB).

Geluidssterkte meet je met een decibelmeter.

Boven de 140 dB krijg je

direct gehoorschade.

Boven de 90 dB kan je gehoor

langzaam beschadigen als je er

bijvoorbeeld jaren mee

moet werken.  

Wat betekent frequentie?

Hoe kun je bij een gitaar de toon hoger maken?

1. Snaar korter maken
2. Snaar langer maken
3. Snaar losser spannen
4. Snaar strakker spannen

Toonhoogte

Het aantal trilling in één seconde = Frequentie

De eenheid is Hertz (Hz).

Hoe sneller iets trilt, hoe hoger de frequentie.

Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon klinkt.

Hogere tonen krijg je door:

• Korte snaar
• Strakke snaar
• Dunne snaar

Wat is de bovenste gehoorgrens van de mens?

1. 20 Hz
2. 500 Hz
3. 15000 Hz
4. 20000 Hz

Waarmee kun je geluidsgolven zichtbaar maken?

1. Microfoon
2. Decibelmeter
3. Oscilloscoop
4. Luidspreker

Geluidsgolven

Met een oscilloscoop kun je trillingen laten zien. 

Hoge golven (I) = Hard geluid

Lage golven (II) = Zacht geluid

Weinig golven (I) = Lage toon

Veel golven (II) = Hoge toon

Een hoge toon heeft

1. veel golven
2. weinig golven
3. hoge golven
4. lage golven

Wat is de snelheid van geluid als het door de lucht gaat?

1. 100 m/s
2. 273 m/s
3. 343 m/s
4. 500 m/s

LEREN

Volgende week proefwerkweek: 

Hoofdstuk 4

Geluid