Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
NN1 les 8 Werkwoordspelling verleden tijd
Spelling
1 / 49
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Cette leçon contient
49 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Spelling
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Ik zit klaar voor de les:
Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
Mijn telefoon zit in de telefoontas.
Mijn jas hangt aan de kapstok.
Ik heb geen pet of capuchon op.
Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.
Slide 3 - Diapositive
Werkwoordspelling verleden tijd (VY
Slide 4 - Diapositive
Deze les:
Nakijken huiswerk
Terugblik
Instructie
Samen in LU
Zelfstandig aan de slag
Slide 5 - Diapositive
Terugblik:
De vorige les ging over werkwoordspelling tegenwoordige tijd (TT)
Slide 6 - Diapositive
Moeder .... (smeren) nog maar
een boterham met pindakaas
voor haar spruit.
A
smeert
B
smeren
C
smeerd
D
smeerde
Slide 7 - Quiz
Anton .... (lozen) zijn vrienden,
zodat hij de chocolade in zijn eentje kan opeten.
A
loozt
B
loost
C
loosde
D
loos
Slide 8 - Quiz
Na een dag hard werken, ....
(geuren) vader een beetje.
A
geuren
B
geur
C
geurt
D
geurd
Slide 9 - Quiz
Fleur .... (kopen) graag mooie kleren
bij de Bershka in Hilversum
A
koopt
B
kocht
C
koop
D
koopd
Slide 10 - Quiz
Lesdoel:
Aan het eind van de les weet je hoe je werkwoorden in de verleden tijd (VT) vervoegt
Slide 11 - Diapositive
Stappenplan werkwoordspelling VT
1. Is het een
sterk werkwoord
?
Een sterk werkwoord verandert van vorm. Zo niet dan:
2. Wat is de laatste letter van de
stam
van het werkwoord?
(
stam = hele werkwoord - en
)
3. Wat is de
ik-vorm
van het werkwoord?
Gebruik de ik-vorm voor het vervoegen in de verleden tijd (VT)
4. Eindigt de
STAM
op één van deze letters: '
T SeXy FoKSCHaaP
Dan:
ik-vorm + te
(enkelvoud) of
ik-vorm + ten
(meervoud)
5. Eindigt de
STAM
op een andere letter?
Dan:
ik-vorm + de
(enkelvoud) of
ik
-vorm + den
(meervoud)
Slide 12 - Diapositive
De meisjes ... (maken) gisteren
samen een zandkasteel
Slide 13 - Question ouverte
Jasper ... (schoppen) gisteren
de bal in de goal tijdens de training
Slide 14 - Question ouverte
Mijn ouders .... (scheiden) vorig jaar
als goede vrienden.
Slide 15 - Question ouverte
De visser .... (roken) gisteren
de paling in een vat
Slide 16 - Question ouverte
Gisteren .... (lopen) ik naar de markt
Slide 17 - Question ouverte
Wist Bram gisteren zelf wel
waarover hij .... (spreken)?
Slide 18 - Question ouverte
Ik .... (stoten) vorige week
de vaas per ongeluk van de tafel
Slide 19 - Question ouverte
Lisa .... (verdwijnen) gisteren door de deur, die uitkwam op de kleine kloostergang.
Slide 20 - Question ouverte
Gisteren ..... (branden) het huis
helemaal af.
Slide 21 - Question ouverte
Meike .... (kleuren) gisteren
een hele mooie kleurplaat
Slide 22 - Question ouverte
In de afgelopen 10 jaar .... (bevriezen) de rivier misschien twee keer.
Slide 23 - Question ouverte
Vorige week .... (meten) de man
de lengte voor mijn nieuwe galajurk op
Slide 24 - Question ouverte
Toen Max en Jack aan het stoeien waren, .... (breken) zij de vaas van oma.
Slide 25 - Question ouverte
Jelle .... (wenden) gisteren zijn vrachtwagen achteruit de straat in
Slide 26 - Question ouverte
Gisteren was ik zo moe,
ik .... (gapen) de hele avond.
Slide 27 - Question ouverte
Karim .... (snijden) afgelopen dinsdag in zijn vinger.
Slide 28 - Question ouverte
Vorige maand .... (landen) zeven
vliegtuigen op Schiphol
Slide 29 - Question ouverte
Zijn nare opmerking
.... (beïnvloeden) gisteren
mijn hele dag
Slide 30 - Question ouverte
Afgelopen week hadden die honden ruzie, ze .... (bijten) elkaar in de poten.
Slide 31 - Question ouverte
Tim en Julia .... (skeeleren) gisteren
hand in hand door het park.
Slide 32 - Question ouverte
wij .... (haten) hem ontzettend
door zijn stomme gedrag
Slide 33 - Question ouverte
De bouwvakkers ... (slopen)
gisteren dat hele gebouw.
Slide 34 - Question ouverte
..... (hopen) jij gisteren dat het zou stoppen met regen, zodat je kon gaan hardlopen?
Slide 35 - Question ouverte
Jochem .... (blazen) gisteren alle kaarsjes op zijn taart uit!
Slide 36 - Question ouverte
De dokter ....
(benadrukken) gisteren dat er geen tijd te verliezen is.
Slide 37 - Question ouverte
De vrouw ... (besmetten)
gisteren 10 andere mensen met het coronavirus
Slide 38 - Question ouverte
Zo'n drieduizend jaar geleden ....
(trekken) de gletsjers zich terug naar het noorden.
Slide 39 - Question ouverte
Weken lang ..... (flossen) Joris
zijn tanden omdat hij bang was voor de tandarts
Slide 40 - Question ouverte
Toen zijn vader overleed,
..... (erven) Bob een grote som geld
Slide 41 - Question ouverte
..... (liegen) jij vorige week toen je vertelde over die afspraak?
Slide 42 - Question ouverte
Tom en Nicole ... (beleven)
gisteren een spannend moment toen
ze werden aangehouden door de politie
Slide 43 - Question ouverte
Gisteren ... (razen) er een storm
met enorme kracht langs de kust
Slide 44 - Question ouverte
Vorige week .... (blozen) Ella
enorm van het compliment dat zij kreeg voor haar harde werken
Slide 45 - Question ouverte
Aan de slag
Maak het werkblad werkwoordspelling VT
Slide 46 - Diapositive
Evaluatie:
Wat was het lesdoel?
Hoe ging het vandaag?
Wat is het huiswerk:
Slide 47 - Diapositive
Huiswerk:
Maken werkblad werkwoordspelling VT
Slide 48 - Diapositive
Slide 49 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Werkwoordspelling verleden tijd
Mars 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Werkwoordspelling VT (3 februari)
Janvier 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Octobre 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Primary Education
Age 7
Werkwoordspelling MOA1 les 2 TT en VT
Février 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
NN1 Blok 4 les 16 ww-spelling VT-II
Juin 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Werkwoordspelling alles 2
Mai 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 2,7