v3 H3.4 werkgelegenheid

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

De vraag naar arbeid is

1. het aantal mensen dat wil werken
2. het aantal mensen dat werkt of op zoek is naar werk
3. alle banen bij bedrijven en de overheid

welke lijn geeft de vraag naar arbeid weer?

1. blauw = vacatures
2. oranje = werkloosheid

Als er werkloosheid is, is er dan een vraag- of een aanbodoverschot?

1. vraagoverschot
2. aanbodoverschot

Bedrijven vervangen mensen door machines. Dit noemen we ?

1. conjuncturele werkloosheid
2. structurele werkloosheid

Door een lager consumentenvertrouwen, besteden mensen minder. Dit leidt tot

1. conjuncturele werkloosheid
2. structurele werkloosheid

Als een bedrijf productie verplaatst naar een lage lonen land, spreken we van?

1. conjuncturele werkloosheid
2. structurele werkloosheid

Een hoger minimumloon vind ik een ...

1. een slecht idee want het leidt tot lagere werkloosheid
2. goed idee want het leidt tot lagere werkloosheid
3. een goed idee want het leidt tot hogere werkloosheid
4. slecht idee want het leidt tot lagere werkloosheid

De Nederlandse bevolking vergrijst. Wat betekent dit voor de arbeidsmarkt?

1. de vraag naar arbeid neemt toe
2. het aanbod van arbeid neemt toe
3. de vraag naar arbeid neemt af
4. het aanbod van arbeid neemt af

Door vergrijzing daalt het aanbod van arbeid.
Noem ten minste 2 maatregelen die de overheid kan nemen om het aanbod niet te laten krimpen.

welke lijn geeft het aanbod van arbeid weer?

1. blauw
2. oranje

In een bedrijf werken 20 voltijds medewerkers (38 uur per week) en 10 parttimers (totaal: 114 uur per week).
Bereken de werkgelegenheid in personen en in arbeidsjaren

Welke lijn geeft de vraag naar arbeid weer?