Leesvaardigheid signaalwoorden 2vwo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Doelen

1. Ik ken de tekstverbanden: opsommend, tijdsvolgorde, tegenstellend, uitleggend, redengevend, concluderend, vergelijkend en samenvattend.
2. Ik weet welke signaalwoorden bij welk tekstverband horen.

3. Ik kan signaalwoorden herkennen in de tekst.

Uitspraak - opsomming

Uitspraak - tegenstelling

Uitspraak - redengevend

niet alleen ... maar ook

want

daar staat tegenover

Maar

Ook

bovendien

daarentegen

Integendeel

namelijk

Noteer de drie signaalwoorden die worden genoemd in deze tekst in je schrift.

Noteer de tekstverbanden achter de signaalwoorden.

Oefening signaalwoorden

Tekst

Tekstverband: VERGELIJKEND

1. net als
2. kortom
3. als
4. waarmee

Tekstverband: TIJDSVOLGORDE

1. dus
2. maar
3. en
4. nadat

Tekstverband: SAMENVATTEND

1. hierdoor
2. concluderend
3. om
4. kortom

Tekstverband: UITLEGGEND

1. zoals
2. samenvattend
3. met andere woorden
4. tenzij

Tekstverband: TEGENSTELLEND

1. al met al
2. daar staat tegenover
3. zoals
4. waardoor

Tekstverband: REDENGEVEND

1. samenvattend
2. echter
3. ter toelichting
4. omdat

Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE

1. samenvattend
2. opsommend
3. redengevend
4. tegenstellend

Tekstverband: OPSOMMING

1. bovendien
2. alles bij elkaar
3. al met al
4. zoals

Tekstverband: CONCLUDEREND

1. kortom
2. dan ook
3. met dat doel
4. daarentegen

Afsluiting:
wat wil je onthouden van deze les?