Bijzondere werkwoordspelling tt
1 / 23
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Ik ___ (zijn) vandaag een beetje moe.
Slide 3 - Question ouverte
Jij ___ (hebben) een mooi boek.
Slide 4 - Question ouverte
Hij ___ (kunnen) goed tekenen.
Slide 5 - Question ouverte
Wij ___ (willen) naar de film vanavond.
Slide 6 - Question ouverte
Jullie ___ (mogen) hier niet parkeren.
Slide 7 - Question ouverte
Ik ___ (gaan) morgen naar mijn oma.
Slide 8 - Question ouverte
Het meisje ___ (zullen) op tijd komen.
Slide 9 - Question ouverte
Jij ___ (hebben) een nieuwe fiets, toch?
Slide 10 - Question ouverte
U ___ (zijn) welkom op onze school.
Slide 11 - Question ouverte
De kat ___ (mogen) niet op tafel springen.
Slide 12 - Question ouverte
Mijn zusje ___ (kunnen) heel goed dansen.
Slide 13 - Question ouverte
Hij ___ (zijn) blij met het resultaat.
Slide 14 - Question ouverte
Hij ___ (willen) graag een nieuwe jas.
Slide 15 - Question ouverte
Hij ___ (hebben) vandaag geen huiswerk.
Slide 16 - Question ouverte
U ___ (kunnen) ons helpen met de opdracht.
Slide 17 - Question ouverte
De leraar ___ (gaan) straks de toets uitleggen.
Slide 18 - Question ouverte
Jij ___ (zullen) vast wel slagen voor de toets.
Slide 19 - Question ouverte
Ik ___ (mogen) een stukje taart proeven.
Slide 20 - Question ouverte
Jullie ___ (gaan) met de bus naar het museum.
Slide 21 - Question ouverte
Het kind ___ (zijn) heel blij met het cadeau.
Slide 22 - Question ouverte
___ (lopen) jij zo even langs de winkel.
