week2-PS en atoommassa

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

module rekenen

planning: 

afronden eerste deel van de reader.

werken aan poster.

Doel: 

-periode - groep - metaal - nietmetaal goed kunnen toepassen

Geef de symbolen van alle elementen uit groep 10

Geef de symbolen van elle elementen uit periode 3

wat is de juiste naam voor de elementen uit groep 2

1. metalen
2. aardmetalen
3. alkalimetalen
4. aardalkalimetalen

Wie reageert heftiger met water?
Na of Cs

1. Na
2. Cs

Wie reageert heftiger met water?
kalium of calcium?

1. Kalium
2. Calcium

In welk groep staan de edelgassen

1. 1
2. 18
3. 2
4. 19

Welke periode bevat geen metalen

1. 1
2. 7
3. 2
4. 18

Vraag 3

In Rusland is een nieuw superzwaar element gesynthetiseerd door berkelium (atoomnummer 97) te beschieten met snel-bewegende calciumatomen. Hierbij smolten de beide kernen samen. Er werden zes atomen van het nieuwe element gevonden.

a. Wat is het atoomnummer van dit nieuwe element?

b. Voorspel de chemische eigenschappen van dit element. Licht je antwoord toe

vraag 6

Het element goud kun je met wat moeite en flink wat geluk zuiver in de natuur aantreffen, maar het element natrium niet. Leg uit hoe dat komt.

Element en groepje is bekent

Zoek algemene info op zoals

ontdekking - gebruik - voorraad-leuke weetjes....

maak er een aantrekkelijk info blad van 1 A4

1A4  of  2 ppt slides

eerste cijfer nieuwe practicumdossier

element en groepje is bekent

maak er een aantrekkelijk info blad van 1 A4 of 2 ppt slides

Ik beoordeel het geheel via beoordelingsvel

Meer info zie bundel

Maandag 25 januari uiterlijk ingeleverd. 

Voor nu...

Je mag uitloggen.

Werk samen aan de poster.  open ook de reader voor beoordelingsformulier . 

maandag 25 jan inleveren.

Morgen nieuwe info. Zorg dat je Binas  en rekenmachine bij de hand hebt.

les dinsdag 

je hoeft niet bij lessonup in te loggen. 

je moet vandaag aantekeningen kunnen maken

module rekenen

planning: 

uitleg atoommassa

Doel: 

-weten waar je atoommassa kunt vinden

-molecuulmassa kunnen uitrekenen in u en kg. 

aanwezigheid vandaag

schrijf de aantekeningen mee in je schrift

einde van les foto van je schrift inleveren (binnen 30 min)

via teams staat een opdracht klaar om in te leveren. 

mee geschreven en ingeleverd?  in magister op aanwezig. 

atoom massa

De massa van 1 atoom.

te vinden in tabel 99

relatieve atoommassa

gewogen gemiddelde

waterstof is op 1 gezet

andere elementen zijn onderzocht op hoeveel x zwaarder. 

relatieve atoommassa

gewogen gemiddelde

waterstof is op 1 gezet

andere elementen zijn onderzocht op hoeveel x zwaarder. 

koolstof is 12x zwaarder dus massa is 12

chloor is 35,45x zwaarder dus massa 35,45

atomaire massa eenheid

atomen zijn heeeeeeeeel klein. 

De massa is dus ook heeeeeeeeel klein

vandaar een aparte eenheid:  

atomaire massa eenheid (u)

bijv de massa van 1 atoom waterstof = 1,008 u

atomaire massa eenheid

.

De massa van 1 atoom waterstof is (afgerond) 1 u

wat betekent 1 waterstof atoom weegt 

1,66⋅10​−27​​kg

1u=1,66⋅10​−27​​kg

atomaire massa eenheid

.

1 atoom zuurstof is 16,00 u

wat betekent 1 zuurstof atoom weeg .......................reken eens uit!

1u=1,66⋅10​−27​​kg

atomaire massa eenheid

.

zuurstof is 16 u

wat betekent 1 zuurstof atoom weeg 

16,00⋅1,66⋅10​−27​​kg=2,656⋅10​−26​​kg

1u=1,66⋅10​−27​​kg

molecuul massa

Stel we hebben 

Wat is dan de molecuulmassa in u?

Wat is de molecuulmassa in kg?

 

H​2​​O

molecuul massa

Stel we hebben 

Wat is dan de molecuulmassa?

Wat is de molecuulmassa in g?

 

CH​4​​

huiswerk 

opgave 9 t/m 12 

maandag 25 jan infoblad element af.

les woensdag

Inloggen in lessonup..........schrift op tafel

paar opgaven bespreken

uitleg massa als je meer deeltjes hebt en omgekeerd

zelf werken aan opdrachten

huiswerk controle. Maak foto van je schrift opgave 9t/m12

schrijf aantekeningen mee!

aan het einde van de les weer een foto inleveren voor aanwezigheid

vraag 9a

1,50 u  -->  kg

1u=1,66⋅10​−27​​kg

vraag 9c

9,8 u  -->  gram 

1u=1,66⋅10​−27​​kg

vraag 9f

1u=1,66⋅10​−27​​kg

5,00⋅10​−23​​g→u

vraag 10

a. massa van chloor

b. ammoniak 

Stel ik heb 1140u aan fluor atomen. Hoeveel zijn dit er dan?

• Fluor = F = 19,00 u
• dat is 1 atoom. Hoe vaak past dit getal in 1140?
• 1140 / 19 =  60
• 
  
• 
  

Stel ik heb 20 moleculen butaan wat is dan de massa in kg?

• butaan = C4H10
• molecuulmassa is   4x12,01     +   10x1,008 = 58,12u
• dat is de massa van 1 molecuul
• 20 moleculen wordt dan 20x58,12 =    1162,4  u
• 
  
• 1162,2 x 

1,66⋅10​−27​​kg

Stel ik heb 8,47*10-25 kg magnesium. Hoeveel atomen Mg zijn dit?

• magnesium = Mg = 24.31 u
• dat is de massa van 1 atoom in kg word dit.....
  
• 24,31 * 1,66*10-27 = 4,035*10-26
• Hoe vaak past dit in 8,47*10-25
• 
  
• 21x

foto van je aantekeningen....
huiswerk is opg 13 t/m 20

stoffen reageren met elkaar in een constante massaverhouding

koolstof (s)   +   zuurstof (g) ->   koolstofdioxide (g)

3   kg         :      8  kg     ->                 


Voor elke soort reactie is de massaverhouding anders!!!!!

aluminium (s)   + zuurstof (g)  -> aluminiumoxide (s)
9 g                  8 g                                             

a. Hoeveel gram aluminium reageert er met 25 g zuurstof?

b.  20 g aluminum reageert met 18 gram zuurstof.

Welke stof is in overmaat en met hoeveel?

Zelf massa verhouding bepalen

stel kloppende reactievergelijking op

zoek molaire massa's op

vermenigvuldig met coefficient

aluminium (s) + zuurstof (g) -> aluminiumoxide (s)