01. Studievaardigheden VMBO 2: Leerstrategieën les 1 (3-9-24)

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Tumult

Pen (en papier) pakken

Inloggen in LessonUp

Planning

Deze les

Leren: hoe maak je aantekeningen?

Doel

Doel les 1

• Je kunt in een les opschrijven wat voor jou belangrijk is.
• Je kunt aantekeningen maken die je helpen bij het leren.

Zo komen we er

Je krijgt instructie, waarna je aantekeningen maakt bij een voorleestekst. Vervolgens bespreken we dit.

Waarom leren leerlingen dit?

De leerlingen moeten beseffen dat net zoals in de ‘offline’ wereld ook online een beeld gevormd wordt op basis van wat zij doen. Dit is hun online identiteit. Leerlingen kunnen deze online identiteit zelf vormgeven. En dus zelf bepalen wie ze online zijn en of die persoon lijkt op de persoon in de echte wereld. Kortom: welk verhaal willen de leerlingen laten zien?

1. Start

Filmpje

1. Start

Vragen n.a.v. het filmpje:

• Wie maakt er wel eens aantekeningen in de les?
• Waarom maak je aantekeningen?
• Bij welke vakken is het handig?
• Welke dingen schrijf je dan op?

2. Kern

3 uitgangspunten voor wat je in aantekeningen schrijft:

• dingen die je nog niet wist,
• dingen die je wilt onthouden,
• wat je docent zegt dat belangrijk is.

2. Kern

Aantekeningen zijn geen samenvatting van de leerstof.

Tijdlijn

Een tijdlijn maken is heel handig voor het vak geschiedenis!

Verbanden

Verbanden leggen is voor elk vak belangrijk, maar kun je op verschillende manieren uitvoeren

Opdelen

Wat hoort wel bij elkaar en wat juist niet? Soms kan opdelen helpen. 

Aantekeningen

Belangrijkste punten

Omschrijvingen (korte zinnen zijn handiger dan volzinnen)

Maak eventueel tekeningetjes

Laat ruimte tussen de zinnen

Gebruik steekwoorden en afkortingen

Gebruik bulletpoints

Zet pijlen of trek lijnen als er een verband is.

De Cornell methode is een slimme manier om stof te bestuderen.

De methode is al heel oud (ruim 50 jaar), maar wordt nog steeds gezien als een hele goede manier om aantekeningen te maken. 

Door deze methode te gebruiken kun je goed de hoofdzaken en bijzaken uit elkaar halen. 

Bekijk de video hoe de methode werkt. 

Theorie 2: De Cornell methode

blz. 20: Opdracht A

Maak aantekeningen bij het verhaal 'Hagelslag'.

blz. 20: Opdracht A

Klassikaal de aantekeningen bespreken.

Waarom heb je dat opgeschreven?

Snoei in je aantekeningen: streep door wat je eigenlijk wel weet.

blz. 20: Opdracht A

Snoei in je aantekeningen: 

Streep door wat je eigenlijk wel weet.

3. Afsluiting

Test: 3 vragen

Schrijf je antwoord in opdracht B.

Geen test om kennis te testen, maar om te kijken of  je aantekeningen goed waren.

Opdracht B) Test

1. Sinds wanneer bestaat hagelslag?
   
   
2. Wat werd er eerst gemaakt in de fabriek waar later hagelslag werd gemaakt?
   
   
3. Wat is het verschil tussen chocoladehagelslag en cacaofantasie? 

Opdracht B) Test - antwoorden

1. Sinds wanneer bestaat hagelslag? 1936
   
2. Wat werd er eerst gemaakt in de fabriek waar later hagelslag werd gemaakt? Suikerwerk, zoals borstplaat en lolly's
   
3. Wat is het verschil tussen chocoladehagelslag en cacaofantasie? Hoeveel cacao erin zit. Hagelslag bevat minstens 32% cacao. Alles daaronder is cacaofantasie.

Nabespreking

Hielpen je aantekeningen?

Had je er te veel of te weinig ingezet?

Afronding

Sluit de les klassikaal af. Vraag aan één van de leerlingen of zij hun online profiel willen laten zien.* Je stelt vervolgens de volgende vraag aan de klas:

"Welke indruk krijg je van deze persoon op basis van zijn of haar online profiel?"

Vraag vervolgens aan de leerling waarom hij of zij voor deze foto’s heeft gekozen. Eventueel kan de leerling aangeven wat hij of zij heeft ingevuld bij de laatste twee vragen op het werkblad. En zijn of haar profiel verder toelichten.

* Wil niemand zijn of haar profiel laten zien? Dan kies je een online profiel van een bekend persoon. 

Doel

• Je kunt in een les opschrijven wat voor jou belangrijk is.
• Je kunt aantekeningen maken die je helpen bij het leren.

Huiswerk

Probeer het maken van aantekeningen uit bij een vak.

Nabespreking

Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?