Les 3: Rouleren

• Dienstverlening
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

• Starten met een quiz met de hele klas
• Vier onderdelen van dienstverlening
• Voor ieder onderdeel één opdracht
•  Timer staat op het bord
• Timer op 0 is wisselen

Quiz in groepjes

Maak groepjes van 4 personen

Pak een blaadje en een pen

Schrijf de juiste antwoorden op

Groepje dat wint mag als eerst kiezen met welke opdracht zij beginnen. 

Vraag 1: 

Schrijf 3 stages op die je bij dienstverlening kunt doen.

Vraag 2:

Schrijf 3 soorten fruit op die beginnen met de letter A.

Vraag 3:

Schrijf 2 certificaattrainingen op die je bij dienstverlening kunt volgen.

Vraag 4:

Wat was de opdracht bij werken met kinderen op jullie opdrachtenblad vorige week?

Vraag 5: 
Wat betekent ergonomisch werken?

De antwoorden

1. Kinderopvang, basisschool, kapper, nagelstylist, ouderen zorg etc.
2. Aardbei, ananas, appel, aardpeer 
3. Schoonmaak, balie, kapper, nagel, visagist, zorginstelling
4. Een voorbeeld maken van een knutselwerkje voor kinderen
5. Goed voor je lichaam zorgen tijdens het werken

De vier opdrachten

1. Uiterlijke verzorging: Nagels lakken
2. Werken met kinderen: baby's verschonen/aankleden
3. Werken met ouderen: Ouderenactiviteit doen
4. Gezonde leefstijl: Decoratie voor een feest maken