klas 3 paragraaf 5.4

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Klas 3

paragraaf 5.4

Vertraagde beweging

We gaan alles wat we geleerd hebben toepassen op een vertraagde beweging

Wat weet je al? Welke formules ken je al?

Wat weet je al?

• 3 formules
• s,t - diagram en v,t - diagram
• s = oppervlakte onder v,t - diagram
  
• snelheid constant: F_res = 0 N

Vgem=​t​​s​​

a=​Δt​​Δv​​

Fres=m⋅a

Een vertraagde beweging

Een vertraagde beweging

Een auto rijdt met een snelheid 

van 54 km/h wanneer er iets gebeurt.

De bestuurder heeft 0,8 s de tijd

nodig om te reageren. Daarna

remt de auto in 3,0 s af tot hij stil

staat. De totale tijd die hij nodig 

heeft om stil te staan is 3,8 s.

Een vertraagde beweging

De tijd van gebied nummer 1  heeft de

bestuurder nodig om te reageren.

Deze tijd heet: reactietijd.

Hij rijdt nu nog met een constante snelheid.

De afstand die hij in dit gebied nog doorrijdt

heet: reactieafstand.

Deze reactieafstand reken je uit met het

 oppervlakte onder de grafiek, dus l * b

Hoe groot is de reactietijd?

Hoe groot is de reactieafstand?

Reactieafstand

v = 54 km/h = 15 m/s

s = oppervlakte = l * b = 15 * 0,8 = 12 m

Een vertraagde beweging

In de tijd van gebied nummer 2  is de

bestuurder aan het remmen.

Deze tijd heet: remtijd.

Zijn snelheid neemt af.

De afstand die hij in dit gebied nog rijdt

heet: remafstand.

Deze remafstand reken je uit met het

oppervlakte onder de grafiek, dus 0,5 * l * b.

Hoe groot is de remtijd?

Hoe groot is de remafstand?

Remafstand

v = 54 km/h = 15 m/s

s = oppervlakte = 0,5 * l * b = 

0,5 * 15 * 3,0 = 22,5 m

Alles samen

Voor gebied 1 worden de woorden 

reactietijd en reactieafstand gebruikt.

Voor gebied 2 de woorden remtijd en

remafstand. 

Voor het hele stuk samen, 1 + 2, vanaf het

moment dat er iets gebeurt totdat de

auto volledig stilstaat, gebruik je stoptijd en 

stopafstand.

Alles samen

reactietijd = gebied 1 = 0,8 s

reactieafstand = gebied 1 = 12 m

remtijd = gebied 2 = 3,0 s

remafstand = gebied 2 = 22,5 m

stoptijd = gebied 1 +2 = 3,8 s (optellen of x-as)

stopafstand = gebied 1 + 2 = 12 + 22,5 = 34,5 m

En natuurlijk ook nog

In de tijd van gebied nummer 2  is de

bestuurder aan het remmen. 

Zijn snelheid neemt af.

Je kunt ook de versnelling (a) 

en de benodigde resultante (F_res)

F_res = m * a

uitrekenen.

a=​Δt​​Δv​​

Hoe groot is de
versnelling?

Versnelling

= -15 / 3,0 = - 5 m/s²

Er staat een min voor omdat de

snelheid kleiner wordt.

a=​Δt​​Δv​​

Dus 

Met alles wat je al weet uit 5.1 t/m 5.3 en een v,t-diagram kun je veel berekeningen maken.

Lees goed wat er precies gevraagd wordt en kies de juiste formule of regel.

Succes en vergeet niet dat je altijd vragen kunt stellen!

Huiswerk

opgave 38 t/m 42

Let op: volgende week de Test Jezelf en verslag inleveren

en die week er na online proefwerk!