V5 - les 5 - escribir sobre el entorno

Mira la siguiente foto
Describe luego en español lo que has visto
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Mira la siguiente foto
Describe luego en español lo que has visto

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Contesta a estas preguntas con tu compañero/a de clase en español
  1. ¿Podrías desribir su físico y su carácter?
  2. ¿Sabes cómo se llamaba? 
  3. ¿Cuál era profesión?
  4. ¿Qué relación hay entre esta persona y una serie de netflix española muy popular?
timer
3:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

El objetivo de hoy es
terminar el párrafo de los personajes y empezar a escribir el párrafo del entorno 

Slide 6 - Diapositive

Hoy en clase
La clase anterior
La preparación para la clase
Planificación
Consejos
Terminar párrafo personajes
Escribir el entorno
La evaluación
La preparación para la siguiente clase

Slide 7 - Diapositive

La clase anterior (reseña)
1. Leg het verschil uit tussen hay/ser/estar.
2. Wat is het grootste verschil tussen de imperfecto en
de indefinido?
3. Waar moet je rekening mee houden als je een vrouwelijke hoofdpersoon beschrijft in het Spaans?


Habla con tu compañero en holandés respondiendo a las preguntas.
timer
2:00

Slide 8 - Diapositive

La preparación para la clase de hoy
Aprender:

vocabulario esp/hol/hol-esp pag. 41 el entorno (tot la aldea)
gramática hay/ser/estar, futuro/condicional/imperfecto/indefinido
Hacer:
schrijf in het Nederlands in je Spaanse schrift (niet op je laptop) het stukje over waar en wanneer je serie/film zich afspeelt (het wordt gecontroleerd!!!)
let op!!!
texto 8 (15 min) del reader




Slide 9 - Diapositive

Planificación
1. resumen
2. personajes importantes
3. el entorno (hoy y mañana)
4. tu opinión (jueves)
5. la introducción (lunes)
6. samenhang/eenheid van de verschillende alinea's (martes/jueves)

Slide 10 - Diapositive

Planificación
Semana 42: terminar la reseña
Semana 44:  preparar pitch/ 24 de octubre escribir la reseña
Semana 44: vacaciones
Semana 45: preparar pitch/hacer pitch/(examen vocabulario/gramática)
Semana 46: 14 de noviembre examen de textos
Semana 47: tw 1: no hay examen para español

Slide 11 - Diapositive

Consejos
  1. Párrafo sobre los personajes:
  2. geef ook aan waarom je juist deze personages hebt uitgekozen (ze spelen een belangrijke rol, ik vind ze leuk omdat ze op mij lijken, etc.)
  3. Voorkom herhaling door bijv. aanwijzende voornaamwoorden te gebruiken, of alleen het vervoegde werkwoord te noemen of persoonlijke voornaamwoorden. Bijv. Los laboratorios estaban en la jungla. Estaban alli porque ......
  4. De serie die je hebt gezien is in het verleden dus je kan in de recensie alles in de verleden tijd zetten ook het beschrijven van het uiterlijk. 
  5. Maak gebruik van voegwoorden: también, asimismo, en primer lugar, en segundo lugar of otro/otra
  6.  Voorkom  dat je in een alinea vaak hetzelfde woord voorkomt.
  7. Denk aan de concordantie! Bijvoeglijke naamwoorden vrouwelijk of meervoud maken!!!! (Deze fout komt  heel vaak bij jullie voor)

Slide 12 - Diapositive

2 o 3 personajes interesantes
Een goede alinea over de personages bevat:
  • een inleidende zin
  • minstens 3 voegwoorden om de zinnen met elkaar te verbinden (también, asimismo, y, pero, no obstante)
  • beschrijvingen van uiterlijk van 2 personages
  • beschrijvingen van karakter van 2 personages
  • beschrijvingen van beroep van 2 personages
  • uitleg waarom je juist voor deze 2 personages hebt gekozen (geen reden is omdat je ze leuk vindt, maar wat maakt dat je ze leuk vindt?)
  • een tijd (niet van tijd switchen of je gebruikt alleen de presente of je gebruikt alleen de perfecto of je gebruikt alleen de indefinido/imperfect

DENK AAN CONCORDANCIA Y REGLAS HAY/SER/ESTAR

Slide 13 - Diapositive

Escribir sobre el entorno
Een goede alinea over de omgeving en tijd bevat
  • Een  inleidende zin (eventueel met voegwoord.
  • Beschrijving van de plek waar het zich afspeelt en 
  • waarom juist daar.
  • Een zin met voegwoord waarin je vertelt in welke
  • periode het zich afspeelt en hoe je dat kan zien/
  • Je  mening over de plek waar het zich afspeelt.
  • Het gebruik van dezelfde tijd als die van de personages (één tijd)

Slide 14 - Diapositive

LA EVALUACIÓN
Escribe en un post it:
1. Welke alinea's je al af hebt.
2. Wat je nodig hebt in de les van je docent.
3. Of je je kennis van grammatica toepast op je recensie

Slide 15 - Diapositive

Escribir el final
Een goede laatste alinea bevat:
1. Een inleidende zin met een voegwoord van conclusie.
2. Twee redenen waarom je deze serie aanbeveelt.
een vraag waarin je de lezer met vraagtekens laat 
waardoor hij/zij zin heeft om jouw serie te gaan 
bekijken.
3. Het gebruik van minstens 2 verschillende futuros.
4. Het gebruik van minstens 2 verschillende condicionals.
5. Een zin die aansluit met je inleiding (zodat je echt een begin en eind hebt die samen komen)

Slide 16 - Diapositive

La preparación para el martes
Aprender:

vocabulario esp/hol/hol-esp pag. 41 el entorno (vanaf la aldea)
gramática hay/ser/estar, futuro/condicional/imperfecto/indefinido

Slide 17 - Diapositive