De sociale kwestie

De sociale kwestie

Tijdvak acht: Burgers en stoommachines
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De sociale kwestie

Tijdvak acht: Burgers en stoommachines

Slide 1 - Diapositive

Werken de arbeiders hier veilig? Ja of nee en hoe kun je dat zien.

Slide 2 - Question ouverte

Wat gaan we vandaag doen? 
  •  Wat gaan we vandaag leren?/opdracht(10 minuten)
  • Uitleg: De sociale kwestie (20 minuten).  
  • Opdracht maken:  (15 minuten) 
  • Afsluiten van de les(10 minuten)

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we vandaag leren? 
  • Aan het einde van de les kunnen we uitleggen wat de sociale kwestie is. 
  •  Aan het einde van de les weten we waarom arbeiders in opstand kwamen.
  • Aan het einde van de les weten we hoe arbeiders leefde. 

Slide 4 - Diapositive

Door welke uitvinding moesten veel boeren gaan werken in de fabrieken?
A
De auto
B
De stoomtrein
C
De stoommachine
D
De dieselmotor

Slide 5 - Quiz

Het leven in de fabriek
  • De industriële revolutie had twee belangrijke gevolgen namelijk: 
  • 1. De huisnijverheid verdween waardoor veel boeren op zoek gingen naar een baan in de fabriek. 
  • 2. Duizenden mensen konden werken in een fabriek waardoor er veel huizen snel moesten worden gemaakt.    

Slide 6 - Diapositive

Het leven in de fabriek(2)
  • Werken in de fabriek was erg zwaar, onveilig en je kreeg weinig betaalt.
  • Je werkte 12 tot 18 uur per dag zonder pauzes.
  • Iedereen werkte in fabrieken: vaders, moeder en zelfs kinderen. Iedereen moest werken om eten, huur en kleding te kopen/betalen.   

Slide 7 - Diapositive

Waarom moest ook moeders en kinderen werken in de fabriek?

Slide 8 - Question ouverte

Kinderarbeid
  • Kinderen moesten werken van hun ouders om zo genoeg geld te verdienen.
  • Kinderen waren handig voor fabriekseigenaren, omdat ze goedkoop waren en overal bij konden. 
  • Pas in 1874 dankzij het kinderwetje van Van Houten moesten kinderen tot hun 12de naar school. 

Slide 9 - Diapositive

Waarom waren kinderen zo handig voor fabriekseigenaren? Benoem twee redenen.

Slide 10 - Question ouverte

Hoe woonde arbeiders? 
  • Arbeiders woonde in kleine huizen die te snel en slecht gebouwd waren. 
  • Huizen hadden een misschien kachel. 
  • Geen binnen toilet. 
  • Een kamer. 
  • Stonden onder de fabrieksrook die erg slecht voor je was. 

Slide 11 - Diapositive

Samen sterk 
  • Arbeiders gingen eisen dat arbeid en leefomstandigheden verbeterd werden. 
  • Ze begonnen vakbonden op te richten. Vakbonden zij groepen arbeiders die hetzelfde werk doen. 
  • Ze werden ook geholpen door socialisten. Dit is een politieke groep die streed voor arbeiders en gelijkheid. Zij wilden iedereen stemrecht geven. 

Slide 12 - Diapositive

Wat zijn vakbonden?

Slide 13 - Question ouverte

Welke politieke groep hielp de arbeiders?
A
De liberale
B
De fabriekseigenaren
C
De socialisten
D
De vakbonden

Slide 14 - Quiz

Is deze foto genomen voor of na het kinderwetje van Van Houten?
A
Voor
B
Na

Slide 15 - Quiz

Opdracht: maken adaptieve toets
Wat ? : Je gaat zelfstandig aan de slag met de begrippen op learnbeat.  
Hoe ? : Je doet dit via Learnbeat.
Tijd? : 15 minuten. 
Hulp? : De docent.
Klaar? : Ga alvast leren voor de aankomende toets op learnbeat. Ga naar het kopje presentaties. 
Resultaat: je hebt alvast je geoefend voor de toets :D






Slide 16 - Diapositive