persoonsvorm tt en vt Les 2 (P3)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom 

MSB2D1 :)

Planning

Inventariseren lezen

Herhaling TT & VT

Schrijven basis

Lees bevordering

persoonsvorm tt en vt

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Zo schrijf je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt):

ik of jij erachter	ik-vorm	ik word, vind jij
enkelvoud: jij/hij/zij/het	ik-vorm + t	jij wordt, zij vindt
meervoud: wij/zij/jullie	hele werkwoord	wij vinden, jullie worden

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. hij onthoud
2. hij onthoudt
3. hij onthout

Wat is de persoonsvormen (tegenwoordige tijd) van beleven ?

Ik . . .

1. beleeft
2. beleev
3. beleef
4. beleefd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. hij bediend
2. hij bedient
3. hij bediendt

Wat is de persoonsvormen (tegenwoordige tijd) van beleven ?

Ik . . .

1. beleefde
2. beleeft
3. beleef
4. beleefd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. Hij onthoud
2. Hij onthoudt

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:

Hij ...... (zwaaien) naar haar.

1. zwaai
2. zwaait
3. zwaaide
4. gezwaaid

Persoonsvorm verleden tijd

Zo schrijf je de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van zwakke werkwoorden:

Enkelvoud (ik, jij, hij, zij, het, etc.)	ik-vorm + de of te	ik stuur de, jij hoest te
Meervoud (wij, jullie, zij, etc.)	ik-vorm + ten of den	wij stuur den, zij hoest ten

Persoonsvorm verleden tijd

Persoonsvorm verleden tijd

1. Vorig jaar verhuisden we naar de Reeshof.
2. Vorig jaar verhuisten we naar de Reeshof.

De persoonsvorm verleden tijd (meervoud) van antwoorden is:

1. antwoorde
2. antwoordde
3. antwoorden
4. antwoordden

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?

Zij ______________ (rusten)

1. ruste
2. rustte

Persoonsvorm verleden tijd

1. Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
2. Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis gisteren.

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?

Ik ______________ (pakken)

1. pakde
2. pakte

Huiswerk

maak spelling A1,A2

Schrijven

Onderwerp & hoofdgedachte 

Onderwerp & hoofdgedachte 

 Het onderwerp van de tekst is een woord dat, of een woordgroeuitp die aangeeft waarover de tekst gaat; het is géén zin. De hoofdgedachte is een mededelende zin (dus geen vraag!), die het belangrijkste weergeeft wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.

Tekst doelen 

Informeren

Activeren (de lezer iets laten doen)

Overtuigen

Beschouwen

Amuseren

Wie is jouw publiek?

Parafraseren

Aan de slag

P. 146 t/m p. 156

Online? Onderdeel schrijven