Basisstof 1 en 2

Welkom bij biologie T4
Kom rustig binnen in het lokaal​.
Doe je telefoon in de telefoontas.
​Pak je boeken en schoolspullen erbij.​
Tijdens de uitleg is het stil, daarna werken volgens de instructie van de docent​
timer
5:00
Blz. 104 en 105 voorkennis maken. ​
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij biologie T4
Kom rustig binnen in het lokaal​.
Doe je telefoon in de telefoontas.
​Pak je boeken en schoolspullen erbij.​
Tijdens de uitleg is het stil, daarna werken volgens de instructie van de docent​
timer
5:00
Blz. 104 en 105 voorkennis maken. ​

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het centrale zenuwstelsel
  • Bestaat uit de hersenen (grote, kleine en hersenstam) en het ruggenmerg.
  • Ontvangt en geeft signalen door via de zenuwen aan het rest van het lichaam 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Prikkel vs Impuls
  • Zintuigcellen zijn de receptoren
  • Prikkels zijn signalen uit de omgeving
  • Impulsen zijn de signalen die je lichaam gebruikt om informatie door te geven
  • Drempelwaarde: wanneer een prikkel sterk genoeg is dat de prikkel door de zintuigen word omgezet in een impuls

Slide 4 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelstelling Bs. 2
  • Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen
  • je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken
  • je kunt omschrijven wat een zenuw is en je kunt drie typen zenuwen noemen met hun kenmerken

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuwcellen
Zenuwcellen bestaan uit:
  • Cellichaam= bevat onder andere de celkern
  • Uitloper = vervoeren de impuls

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel
  • Zintuig neemt prikkel waar
  • Zintuig stuurt impuls naar het centrale zenuwstelsel
  • Centrale zenuwstelsel verwerkt de impuls
  • Centrale zenuwstelsel stuur impuls naar spier/klier

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel
  • Zintuig neemt prikkel waar.
  • Zintuig stuurt impuls naar het centrale zenuwstelsel:  Gevoelszenuwcel
  • Centrale zenuwstelsel verwerkt de impuls: 
    Schakelcel
  • Centrale zenuwstelsel stuur impuls naar spier/klier: Bewegingszenuwcel

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevoelszenuwcel
  • Van zintuigen naar centraal zenuwstelsel
  • Cellichaam ligt vlakbij centraal zenuwstelsel

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewegingszenuwcel
  • Van centraal zenuwstelsel naar spieren/klieren.
  • Cellichaam ligt in centraal zenuwstelsel en heeft vertakkingen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schakelcel
  • Liggen helemaal in het centraal zenuwstelsel.
  • Verbinden zenuwcellen met elkaar.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom bij biologie T4
Kom rustig binnen in het lokaal​.
Doe je telefoon in de telefoontas.
​Pak je boeken en schoolspullen erbij.​
Tijdens de uitleg is het stil, daarna werken volgens de instructie van de docent​
timer
5:00
Met basisstof 3 beginnen (lezen/maken) ruggenmerg

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruggenmerg

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruggenmerg
Centraal zenuwstelsel
Hersenen en ruggenmerg
  • Wervelkolom
  • Gat in wervel (wervelkanaal)
  • Ruggenmerg doorheen
  • Zenuwen naar ruggenmerg

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hersenen
Grijze stof en witte stof
grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam

Hersencentra

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewuste reacties
Normale route:
1. Zintuig
2. Sensorische zenuwcel
> Ruggenmerg
3. Schakelcellen
> Hersenen
4. Schakelcellen
> Ruggenmerg
5. Motorische zenuwcel

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewuste reacties
Normale route:
1. Zintuig
2. gevoelszenuwcel
3. Schakelcellen in ruggenmerg
4. Schakelcellen in hersenen
5. schakelcellen in ruggenmerg
6. bewegingszenuwcel
7. spier

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil zenuwen / hormonen
  • Zenuwstelsel: snel, kortdurend effect en via zenuwen
zintuig - gevoelszenuwcel - schakelzenuwcel - bewegingszenuwcel

  • Hormoonstelsel: langzaam, langdurend en via bloed
hormoonklier - bloed -  doelwitorgaan


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stress
Zenuwstelsel ervaart 'gevaar'. 
Gevaar kan van alles zijn....

Zenuwstelsel stuurt hormoonstelsel aan om cortisol te maken:
- Meer glucose in bloed om gevaar aan te kunnen
- Geen overbodige dingen in het lichaam om energie te behouden etc. Dus, minder immuunsysteem, minder spijsvertering, minder groei/ontwikkeling etc.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypofyse
  • Groeihormoon: zorgt voor groei van botten in kindertijd / pubertijd.
  • Maakt hormonen die de geslachtsorganen stimuleren vanaf de puberteit.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schildklier
  • Schildklierhormoon stimuleert cellen om glucose te verbranden (en energie te maken). 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijnieren
Adrenaline
  • Vechten of vluchten
  • Veel glucose in bloed
  • Hartslag omhoog
  • Ademhaling omhoog 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucosegehalte in bloed
  • Lichaam wil het graag altijd hetzelfde
  • Teveel glucose (bv. na eten) --> opslag in lever / spier
  • Te weinig glucose (bv. na tijdje niet eten) --> vanuit opslag terug het bloed in.

  • Opslag in de vorm van glycogeen

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucosegehalte in bloed
Teveel glucose in bloed:
In lever / spieren : glucose --> glycogeen

Te weinig glucose in bloed:
In lever / spieren: glycogeen --> glucose

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucosegehalte in bloed
Eilandjes van :angerhans:

Insuline: glucose --> glycogeen
Glucagon: glycogeen --> glucose


Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucosegehalte in bloed
Teveel glucose in bloed: 
eilandjes van Langerhans maken insuline
In lever / spieren : glucose --> glycogeen

Te weinig glucose in bloed:
eilandjes van Langerhans maken glucagon
In lever / spieren: glycogeen --> glucose

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Suikerziekte
Type 1: Erfelijk, lichaam maakt geen / onwerkzaam insuline
--> insuline spuiten

na eten --> veel te veel glucose in bloed --> glucose uitplassen
Na een tijdje --> geen glucose opgeslagen --> geen energie

Type 2: leefstijlziekte, lichaam reageert niet meer op insuline

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions