Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Doelen woordsoorten
1. Je weet wat een bepaald lidwoord (blw), onbepaald lidwoord (olw), bijvoeglijk naamwoord (bn), zelfstandig naamwoord (zn), hulpwerkwoord (hww), zelfstandig werkwoord (zww) en een voorzetsel (vz) is.
2. Je kunt deze woordsoorten benoemen in een zin.
Slide 2 - Diapositive
1. Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
liever
B
slim
C
kans
D
leuk
Slide 3 - Quiz
2. Het is een goed plan.
Is het wel of geen lidwoord?
A
wel
B
geen
Slide 4 - Quiz
3. Het meisje was weggelopen. het is .....
A
geen lidwoord
B
een bepaald lidwoord
C
een onbepaald lidwoord
Slide 5 - Quiz
4. Hij behoorde tot een van de winnaars. een is …...
A
een bepaald lidwoord
B
een onbepaald lidwoord
C
geen lidwoord
Slide 6 - Quiz
5. Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
over
B
waardeloos
C
gouden
D
Amsterdam
Slide 7 - Quiz
6. Helaas was het erg mistig vandaag. het is ….
A
geen lidwoord
B
een bepaald lidwoord
C
een onbepaald lidwoord
Slide 8 - Quiz
7. Een bn zegt iets over een …...
A
lw
B
zn
C
ww
Slide 9 - Quiz
8. Een bn staat meestal …… het zn.
A
voor
B
achter
Slide 10 - Quiz
9. Maak een kort zinnetje waarbij het bn achter het zn staat.
Slide 11 - Question ouverte
10. Wat is een stoffelijk bn? De …… tafel.
A
vierkante
B
verkleurde
C
houten
D
ruwe
Slide 12 - Quiz
11. Een stoffelijk bn eindigt meestal op...
A
-E
B
-R
C
-ER
D
-EN
Slide 13 - Quiz
12. Welk stoffelijk bn heeft geen meervoud op -en?
A
katoen
B
glas
C
nylon
D
steen
Slide 14 - Quiz
Benoem het onderstreepte woord.
De aardige dame heeft de onzekere jongen een compliment gegeven.
A
blw
B
bn
C
zn
D
zww
Slide 15 - Quiz
Benoem het onderstreepte woord.
De aardige dame heeft de onzekere jongen een compliment gegeven.
A
blw
B
bn
C
zn
D
zww
Slide 16 - Quiz
Benoem het onderstreepte woord.
De aardige dame heeft de onzekere jongen een compliment gegeven.
A
bn
B
zn
C
ww
Slide 17 - Quiz
Benoem het onderstreepte woord.
Op de tafel stond een mooie bos bloemen.
A
lw
B
zn
C
bn
D
vz
Slide 18 - Quiz
Benoem het onderstreepte woord.
Op de tafel stond een mooie bos bloemen.
A
bn
B
zn
C
ww
Slide 19 - Quiz
Benoem het onderstreepte woord
Op de tafel stond een mooie bos bloemen.
A
bn
B
zn
C
blw
D
vz
Slide 20 - Quiz
Is het onderstreepte woord een voorzetsel?
Vanwege het coronavirus is de carnaval dit jaar afgelast.
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quiz
Is het onderstreepte woord een voorzetsel?
De enthousiaste kinderen renden de school in.
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quiz
Is het onderstreepte woord een voorzetsel?
De leerlingen maakten alle opdrachten netjes af.
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quiz
Welke woordsoorten vind je nog lastig?
1. Ga naar www.jufmelis.nl
2. Klik op woordsoorten
3. Oefen de woordsoorten die jij het moeilijkst vindt.