Week 16 - H3

• Nederlands
• Speciaal Onderwijs
• Middelbare school
• Leerroute 2
• Leerjaar 1

Vandaag:

- we bekijken hoe we werken met het boek

- we bekijken de taak

- instructie Lees- en luisterstrategieën

- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal

- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig

- evaluatie

Je legt klaar:

- iPad in de aanslag (dicht)

- agenda

- 2 A4 schriften

- pen

Week 15

Je leert:

- het gebruiken van het koppelteken

- het gebruiken van het weglatingsstreepje

Klaar?

- H3 afmaken

- puzzel

- extra oefenen

Vandaag:

- uitleg koppelteken en weglatingsstreepje

- opdracht 1 samen

- zelfstandig werken

Je legt klaar:

iPad (e-book)

H3 Woordenschat: 1, 2, 3, 4, 8

H3 Grammatica wg/ng: 1, 2, 3, 4

H3 Grammatica zww/kww/hww: 1, 2, 3, 4, 5

H3 Spelling: 1, 2, 3, 4, 5

Koen: §7, §8                       Robin: §8

Valente: §8                                               

Verbeter indien nodig de volgende woorden:
1. mangoijs - 2. kantenklaarpakket - 3. skijas - 4. skistok - 5. zwartwit - 6. meeeten

Koppelteken

- Als worden samen worden gekoppeld en het woord onduidelijk wordt: 

huis-aan-huisblad, kant-en-klaar

- Botsende klinkers:

radio-uitzending, mee-eten, mango-ijs

- Losse letters, cijfers, afkortingen en Sint:

u-bocht, A4-papier, @-teken, Sint-Maarten

- samenstelling met gelijkwaardige woorden

zwart-wit, hotel-restaurant

Schrijf 'invoer en uitvoer' met een weglatingsstreepje.

Weglatingstreepje

Als je een deel van een woord weglaat:

invoer en uitvoer -> in- en uitvoer

dameshoeden en -petten

Je zet het streepje neer om een woord dat je normaal had gebruikt te vervangen.

Verbeter:
1. $teken / 2. aan knop en uit knop / 3. landbouw en tuinbouw / 4. sintjozefkerk / 5. autoongeluk

zww / kww / hww

zww

-> 1 werkwoord en geen kww? Dan zww.

-> bij meer werkwoorden in de zin vaak de laatste. De rest is dan hww.

kww: zijn - worden - blijven - blijken - lijken - schijnen

-> bij 1 werkwoord altijd kww

-> bij meer werkwoorden in de zin vaak de laatste. De rest is dan hww.

hww

-> alleen bij meer werkwoorden, dan altijd de persoonsvorm en dus de eerste werkwoorden van de zin.

Het lijkt mooi weer te worden vandaag.
1. koppelwerkwoord?

1. Ja
2. Nee

Het lijkt mooi weer te worden vandaag.
2. Het onderwerp doet/is/wordt iets?

1. Het onderwerp doet iets
2. Het onderwerp is iets
3. Het onderwerp wordt iets

Het lijkt mooi weer te worden vandaag.
lijkt =

1. zww
2. kww
3. hww

Het lijkt mooi weer te worden vandaag.
te worden =

1. zww
2. kww
3. hww

Het lijkt mooi weer te worden vandaag.
3. wat + pv + ow + werkwoorden?

Het lijkt mooi weer te worden vandaag.
4. pv + [nw deel] + werkwoorden

Lisette rijdt altijd in de auto naar haar werk.
- noteer stap 1, 2, 3, 4 -

De minister-president schijnt een hele goede zangeres te zijn.
- noteer stap 1, 2, 3, 4 -