V4/H4 Schreiben Kapitel 1
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je over e/st/t/en/t/en?
Leg uit met de zin: "ik werk als..." (in het Duits).
Leg uit met de zin: "ik werk als..." (in het Duits).
Slide 2 - Question ouverte
Schrijf het rijtje van haben op in de tegenwoordige tijd.
Gebruik i/d/e/w/i/s.
Gebruik i/d/e/w/i/s.
Slide 3 - Question ouverte
"er hat" betekent...
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal de zin: "ik heb een huis".
Slide 5 - Question ouverte
"er wird" heeft 2 betekenissen.
Welke?
Welke?
Slide 6 - Question ouverte
Schrijf het rijtje van "haben" op in de verleden tijd. Begin met "ich hatte", gebruik i/d/e/w/i/s
Slide 7 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van "sein"? Maak de voorbeeldzin: "ik ben in Duitsland geweest".
Slide 8 - Question ouverte
Hoe maak je het voltooid deelwoord van het werkwoord "haben". Maak de voorbeeldzin: "ik heb twee katten (Katzen) gehad.
Slide 9 - Question ouverte
Bekijk blz. 242, nr. 18 en maak af:
"ich verliebe mich", "du..."
"ich verliebe mich", "du..."
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal: "ik over tien jaar".
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal: "ik woon in Haarlem".
Slide 12 - Question ouverte
Schrijf in het Duits jouw hobby/sport op.
Slide 13 - Question ouverte
Schrijf in het Duits op dat je één kind hebt.
Slide 14 - Question ouverte
Schrijf in het Duits op dat je goed verdient.
Slide 15 - Question ouverte
Schrijf in het Duits op dat je klaar met school bent.
Slide 16 - Question ouverte
Ruim je laptop op en maak de schrijfopdracht af (kijk goed na) en gebruik blz. 30.
