Je gebruikt een koppelteken als er in het samengestelde woord een afkorting voorkomt.
bijvoorbeeld:
usb-stick
Slide 5 - Diapositive
- Koppelteken -
Je gebruikt een koppelteken bij aardrijkskundige namen
bijvoorbeeld:
Zuid + Holland = Zuid-Holland
Slide 6 - Diapositive
- Koppelteken -
Bij een klinkerbotsing gebruik je een koppelteken:
auto-ongeluk, lente-ui, video-opname.
Wanneer je een samenstelling verkeerd kunt lezen, gebruik je een koppelteken.
Bijvoorbeeld: jojo-effect
Slide 7 - Diapositive
Aan elkaar met koppelteken.
Aan elkaar zonder koppelteken.
theorie examen
milieu invloed
Zuid Holland
auto alarm
operatie assistent
interieur verzorger
Slide 8 - Question de remorquage
met koppelteken
zonder koppelteken
(aan elkaar)
oud voetballer
vwo diploma
amateur speler
non stop
& teken
Zuid Afrikaans
kippen hok
mee eten
stage plaats
niet officieel
Slide 9 - Question de remorquage
Koppelteken is nodig vanwege het tweede deel van de samenstelling met een hoofdletter.
Fout beschreven. Geen koppelteken nodig.
Koppelteken is nodig vanwege het voorvoegsel.
Koppelteken is nodig vanwege klinkerbotsing.
havo-opleiding
mini-jurk
ex-man
studie-avond
pro-Amerikaans
Slide 10 - Question de remorquage
met koppelteken
zonder koppelteken
(aan elkaar)
fiets ketting
havo leerling
boek verslag
zo even
carnavals hit
bagage afdeling
auto ongeluk
non stop
ultra links
pin code
Slide 11 - Question de remorquage
Tussenletters bij samenstellingen
Slide 12 - Diapositive
Tussenletter in samenstelling
Soms moet je tussen die twee woorden tussenletters toevoegen:
(e)n, e of s.
Slide 13 - Diapositive
Tussenletter -s-
Als je een s hoort, dan schrijf je die ook: onweersbui
Hoor je het niet? Vervang het tweede woord door een woord dat niet met een s-klank begint: sportschool - sportwedstrijd / varkensstal - varkensvlees
Slide 14 - Diapositive
Tussenletter (e)n of e
Linkerdeel een zelfst.nw met alleen een meervoud op -en? Dan schrijf je en of n tussen de delen. lampenkap / stoelendans / ziekenhuis
Schrijf een e tussen de delen als: - het linkerdeel is er maar één van: maneschijn - het linkerdeel heeft ook meervoud op -s: groentesoep - het linkerdeel is GEEN zelfst.nw: rijkelui / brekebeen
Slide 15 - Diapositive
Tussenletter in samenstellingen
Slide 16 - Diapositive
Sleep de samenstellingen naar de juiste plaats.
Samenstelling met tussenletter -s-
Samenstelling met tussenletter -(e)n-
Samensteling met tussenletter -e-
plant + bak
lamp + kap
maan + schijn
groente + boer
lieveling + stad
bakker + room
Slide 17 - Question de remorquage
Aan de slag!
Cursus 7 Spelling
Paragraaf 5 Tussenletters in samenstellingen
Alle opdrachten.
Zorg dat alle opdrachten meer dan 60% goed zijn.
Slide 18 - Diapositive
Aan elkaar of los
Slide 19 - Diapositive
Aan elkaar of los?
Slide 20 - Diapositive
Aan elkaar of los?
Slide 21 - Diapositive
Aan elkaar of los?
Slide 22 - Diapositive
Aan elkaar of los?
Een lange afstandloper is een meter of twee
Een langeafstandloper loopt een marathon
Rodewijnglazen - een rodewijnglas: het glas is bedoeld voor rode wijn
Rode wijnglazen - een rood wijnglas: het glas is rood
Bedoel je één ding/persoon/begrip dan schrijf je één woord.
Slide 23 - Diapositive
Aan elkaar!
Samenstellingen van twee of meer woorden (tuinstoel, sportvereniging)
Woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar, waar + voorzetsel (hiervoor, ertussendoor)
Getallen met honderd en duizend (zeshonderd, vierduizend)
Samengestelde werkwoorden (opbellen, meewerken)
Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel (afleidend, dichtbegroeid)