les 9

Persoonlijke verzorging
                      W2
Les 9
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Persoonlijke verzorging
                      W2
Les 9

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet je hoe ons zenuwstelsel in elkaar zit
  • Aan het einde van de les weet je welke aandoeningen ervoor komen in je zenuwstelsel

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Theorie les zenuwstelsel
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitscheidingsorganen kennen jullie?

Slide 4 - Carte mentale

Endeldarm. 
Longen. 
Huid. 
nieren, urineleiders, blaas en urinebuis. 
Een blaasontsteking wordt veroorzaakt door een virus?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Niet waar.
Een blaasontsteking wordt door bacteriën veroorzaakt. Vaak gaat het om een bacteriesoort die vooral in de darm leeft, maar ook rond de plasbuis voorkomt. Het gaat meestal om de E. coli-bacterie. Bacteriën komen via de plasbuis de blaas binnen, waar ze zich hechten aan de blaaswand en die gaat ontsteken. 
Vrouwen kunnen sneller last krijgen van een blaasontsteking?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Vrouwen hebben vaker een blaasontsteking dan mannen, omdat de plasbuis van vrouwen korter is dan die van mannen.
Theorie les 
Pak je aantekeningen/notities erbij

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De functies van het zenuwstelsel zijn:
  • Coördineren van reacties en werking van organen
  • Regelen en besturen van basale functies
  • Contact maken en onderhouden met de buitenwereld
  • Besturen van de psychische functies

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel bestaat uit twee stelsels:
- Centrale zenuwstelsel: bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. 
- Perifeer zenuwstelsel: bestaat uit sensorische en motorische zenuwen:

Vanuit het centrale zenuwstelsel worden zenuwen aangestuurd om bijvoorbeeld bewegingen aan te zetten.  
Het perifere zenuwstelsel zorgt ervoor dat signalen van je zintuigen bij je hersenen terecht komen. Ook zorgt het perifere zenuwstelsel ervoor dat de signalen vanuit je hersenen terecht komen bij je spieren en organen.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hersenen bestaat uit een linker en rechterhelft

De hersenstam regelt alle basale lichaamsfuncties.
De tussenhersenen dienen voor de verwerking van binnenkomende informatie
De grote hersenen:  stellen ons in staat om bewust na te denken over de informatie die binnenkomt
De kleine hersenen: sturen voortdurend alle boodschappen naar de spiervezels bij. 

Slide 10 - Diapositive

De hersenstam regelt alle basale lichaamsfuncties. Dit zijn de functies die ervoor zorgen dat we in leven blijven, bijvoorbeeld de ademhaling, de bloeddruk, het ritme van de hartslag en de lichaamstemperatuur. 

De tussenhersenen kunnen via een soort ‘kaartenbak’ opgeslagen informatie in de hersenen terughalen. Dit gebeurt ook zonder dat we er bewust over hoeven na te denken.

 De grote hersenen regelen:
je intelligentie (kennis);
je denkvermogen (cognitie);
je bewuste gedrag (persoonlijk, sociaal-emotioneel handelen).

De kleine hersenen sturen voortdurend alle boodschappen naar de spiervezels bij. Hierdoor kunnen bewegingen vloeiend verlopen


Het ruggenmerg is een dunne streng van zenuwvezels die is omsloten door het wervelkanaal van de wervelkolom.

In het ruggenmerg zit grijze en witte stof.
De grijze stof bestaat uit zenuwcellen: Heeft als functie het verwerken van informatie
De witte stof bestaat uit zenuwbanen: Verzorgt de communicatie tussen de zenuwcellen 

Slide 11 - Diapositive

Via het ruggenmerg kunnen dokteren hersenvocht afnemen om het te onderzoeken. 
Perifeer zenuwstelsel 
Sensorische zenuwen geven signalen vanuit de zintuigen door aan het centraal zenuwstelsel.


Motorische zenuwen beginnen in het centraal zenuwstelsel en lopen van daaruit naar de spieren. Motorische zenuwen zorgen ervoor dat de spieren een signaal krijgen om de gewenste beweging uit te voeren.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bekendste aandoeningen aan het zenuwstelsel
- aangeboren hersenletsel;
- niet-aangeboren hersenletsel (NAH);
- MS;
- ALS;
- Dwarslaesie





Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aangeboren hersenletsel: Stoornissen die tijdens de zwangerschap zijn ontstaan of Infecties met virussen of bacteriën tijdens de zwangerschap of tijdens/na de geboorte. 

Niet-aangeboren hersenletsel (NAH)
is een verzamelnaam voor alle letsels aan de hersenen die op latere leeftijd zijn ontstaan.

MS: Multiple sclerose
: Progressieve aandoening van het centraal zenuwstelsel (ruggenmerg en hersenen), waardoor signalen niet meer goed verwerkt kunnen worden.

ALS: Amyotrofische laterale sclerose: Ziekte waarbij motorische zenuwcellen in het ruggenmerg en onderste deel van de hersenen (hersenstam) afsterven.

Dwarslaesie: Beschadiging van het ruggenmerg, met uitval van motoriek (verlamming) en uitval van gevoel tot gevolg.



Slide 14 - Diapositive

Aangeboren hersenletsel: - 
Verschijnselen bij hersenletsel
motorische stoornissen;
Krampen, tremoren en stijfheid 

sensorische stoornissen;
Tintelingen, pijn en wazig zien 

cognitieve stoornissen;
Geheugen- en concentratieproblemen

coördinatiestoornissen:
Evenwichtsproblemen en duizeligheid zijn 

emotionele/psychische stoornissen:
Angst, lusteloosheid en stemmingswisselingen Evenwichtsproblemen en duizeligheid zijn voorbeelden

Slide 15 - Diapositive

Tremor: trilling van spieren. 
denk aan ziekte parkison. 

Zelfstandig werken
Thieme Meulenhoff opdrachten maken
Boek persoonlijke begeleider GHZ
Thema 5.15: 1ABC, 2AC, 3B
Thema 5.16: 1AD, 4, 8A, 9A, 11AD
Thieme 5.17: 1E, 4A, 6A
Thieme 5.18: 1A, 5A

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het eind van de kleine bloedsomloop is het bloed ......
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de witte bloedcellen?
A
Vervoert zuurstof
B
Functie bij de afweer
C
Helpt bij bloedstolling

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat geeft het groene
gedeelte aan?
A
Linkerkamer
B
Rechterkamer
C
Linkerboezem
D
Rechterboezem

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions