NED les 1. Thema 2. Geld Hoofdstuk 1. Lezen deel 1. Meervoudsvormen

Welkom NED les 1. P2
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom NED les 1. P2

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
Periodetoets en Deeltoets studiemeter WWS

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel 
Je weet: 
  • Wat intensief lezen is
  • Wat de persoonsvorm en het voltooid deelwoord is

Slide 3 - Diapositive

Theorie 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Gebruik het scheurblad op blz. 363 in LWA

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Persoonsvorm
De persoonsvorm is een vervoegd werkwoord. In iedere zin staat een persoonsvorm.

Je kunt de persoonsvorm op twee manieren vinden:
1. Maak de zin vragend. De persoonsvorm komt dan vooraan te staan.
2. Verander de zin van tijd. De persoonsvorm komt dan in een andere tijd te staan.

Roos rent hard naar de bushalte.
1. Rent Roos hard naar de bushalte?
Rent staat vooraan in de zin, dus rent is de persoonsvorm.

2. Roos rent gisteren hard naar de bushalte.
Roos rende gisteren hard naar de bushalte.
Rent komt in een andere tijd te staan, dus rent is de persoonsvorm.

Slide 28 - Diapositive

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm. Het is een vervoegd werkwoord. Het geeft aan dat iets is gebeurd. Het begint meestal met een voorvoegsel: ge-, be-, her-, er-, ont- of ver-.

Jij hebt hard gelopen.
Ik ben ontslagen.
We hebben verloren.
Het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt op -d of -t. (zie regel TaXiKoFSCHiP):

Astrid heeft hard gewerkt.
Ik had hem niet herkend.
Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt meestal op -n of -en:
Heb je het nou nóg niet begrepen?
Wie heeft dat gedaan?

Slide 29 - Diapositive

Volgende les

Slide 30 - Diapositive

Maatwerk
Naar aanleiding van de uitkomst van de instaptoets op 1F ga ik kijken welk maatwerk er nodig is en zal ik op basis daarvan uitleg geven in kleinere groepjes of individueel.

Slide 31 - Diapositive

Evaluatie

Slide 32 - Diapositive

Lesdoel bereikt?

Slide 33 - Diapositive

Wat vind je van deze les? Heb je iets gemist, zou je graag iets anders willen? Of wat je maar kwijt wilt aan mij ;-)

Slide 34 - Question ouverte