Week 4: Methodisch werken/verzorgend redeneren

• methodisch werken 4
• MBO
• Studiejaar 1

Even opfrissen...............

Aansluiten vorige les:

_ stap 1: gegevens verzamelen, anamnesegesprek

Stap 1: gebruik denkhulpen als SBAR, MEWS

Waarom deze les? De verzorgende..............

• Analyseert gegevens van de intake en stelt (mede) een zorgleefplan op met zorg- ondersteuningsdoelen en passende activiteiten.

• Bespreekt dit met zorgvrager.

• Signaleert veranderingen in gedrag en gezondheid en onderneemt stappen.

• Voert verpleegtechnische handelingen uit in opdracht van een arts.

• Stimuleert zelf- en samenredzaamheid, het omgaan met mogelijkheden en beperkingen en participatie in de samenleving.

• Werkt zelfstandig en in team

verband.

• In gemiddeld complexe zorgsituaties, die voorspelbaar en

niet levensbedreigend zijn.

Hoe ziet de les er uit? 

Lesinhoud:

- behoefte aan zorg en ondersteuning in kaart brengen:  Zorgpad basis H 3.2, 3.3, 3.4

- verzorgend redeneren casuïstiek en H2: Verzorgend redeneren in VVT. 2.2, 2.2, 2.3.

N.B. BPV-oefenopdrachten

LEERGROEPEN:

Groep 1: Linde, Jan, Sandra, Lisa, Danielle

Groep 2: Saskia, Linda A, Daisy, Carola

Groep 3: Bianca, Tamara, Miriam, Diana

Groep 4: Nancy, SahaR,  Ludy, Jessica                                                                                                                                                         

Groep 5: Savanna, Kelly, Astrid, Leonora

In groepjes: Wat zijn de stappen van het zorgproces?

OPBOUW ANAMNESEGESPREK

de voorbereiding

de inleiding

het eigenlijke vraaggesprek

de afsluiting

De fasen van het anamneseproces zijn:

Gegevens verzamelen (stap 1)

Observeren; Gespreksvoering; Lichamelijk onderzoek.

Gegevens verifiëren (stap 2)

Vergelijken van objectieve en subjectieve gegevens;

Verifiëren van tegenstrijdige gegevens.

Gegevens ordenen (stap 3)

Ordenen aan de hand van ordeningsmethoden. Bijv 4 domeinen, Omaha, LACS, Schalock,........

Wat zijn de 4 domeinen?
Welke visie ligt hier onder?

VOORBEELD

www.venvn.nl

Aan de slag!

Maak uit zorgpad hoofdst 2 : individuele zorgplan 

2.2; 2.3.

Oefen in groepjes het anamnesegesprek. Gebruik hiervoor de casus van vorige les. 

Gebruik informatie vanuit de casus en vul aan.

Voorbeeld

Meneer X. is als client aan je toegewezen. Hij is afhankelijk van hulp en kan zichzelf niet redden met ADL en mobiliseren. Van de 24 uur per dag komt hij 3 keer, op jouw aandringen, uit bed. Dan zit hij even in de stoel naast het bed en mobiliseert hij met jou naar het toilet of de badkamer. Daarnaast komt de fysio een keer per dag met hem oefenen. Meneer X. heeft weinig eetlust en laat ruim de helft van zijn maaltijden staan. Hij heeft al jaren diabetes en gebruikt daarvoor insuline. Je ziet dat hij een erg rode huid heeft op zijn stuit. Zijn huid is op die plaats ontveld en hij geeft pijnklachten aan, precies op die plek.

Observeren

Observeren is het bewust, systematisch en gericht waarnemen (zien, horen, ruiken of voelen) met als doel gegevens over de zorgvrager verzamelen.

Een goede observatie is:

doelgericht

objectief

betrouwbaar

Bij het observeren gebruik je al je zintuigen: zien, horen, ruiken, voelen/tasten en proeven. De belangrijkste zintuigen bij het observeren zijn je ogen en je oren.

Opdracht

Ga aan de slag met zorgpad, 

Hoofdstuk 3. 3.2, 3.3, 3.4. en 3.5.

Succes!!!!!!

Wat is Klinisch-Verzorgend redeneren?

Hoe gaat het met mijn cliënt?

Wat is er aan de hand met mijn cliënt?

Wat kan ik voor mijn cliënt doen?

Verzorgend redeneren

Opdracht: Werk casus uit. Staat in classroom. ( 50 minuten) 

Welke gegevens verzamel je in anamnesegesprek? Via de client? Via anderen? Levensloop. Wensen en behoeften. toekomstverwachting? Eigen observaties. Wanneer? Constant en variabel? 

Verdiep je in de aandoening. Beschrijving; verschijnselen; oorzaken; behandeling; 

Veel voorkomende medicatie bij deze aandoening. Besteed aandacht aan de werking en de bijwerking van die medicatie,

De interventies die een verzorgende kan of moet uitvoeren bij deze aandoening,

De gevolgen voor de zelfredzaamheid van de zorgvrager,

Tips om de zelfredzaamheid van de zorgvrager met deze aandoening te vergroten.

Met welke kenmerken van een chronisch zieke zorgvrager moet je rekening houden?

Verdiep je in het ordeningssysteem van je BPV. Kies er een uit. Bijv 4 domeinen. 

Presenteer dit aan groepsgenoten. 

problemen met comorbiditeit, 

( Comorbiditeit is het tegelijkertijd voorkomen van twee of meer aandoeningen of stoornissen bij één persoon)

pijn en therapietrouw. 

Zie zorgpad. 

Stap 1 oriëntatie op de situatie

• Wat valt je op? (overzicht maken van observaties)
  Vitale functies: ademhaling, circulatie (hartfrequentie en bloeddruk), temperatuur en bewustzijn

De verzorgende vraagt de arts of hij/zij alvast een pijnstilling zal geven. Bij welke fase hoort dit?

1. Situation
2. Background
3. Assesment
4. Recommendation

(M)EWS

Modified Early Warning Score
verslechtering van patiënt vroegtijdig signaleren

modified early warning score

Stap 2 Punten van aandacht vaststellen

levensdomeinen

SCEGS

Domeinen van Schalock

GORDON

Wat is SAMPC/SFMPC?

Somatisch,

Algemene dagelijkse levensverrichting/Functioneel, Maatschappelijk

Psychisch en Communicatief. 

SCEGS ( in stap 1 of 2)

signalen; van de client

cognitie; verwachtingen client

emotie; non-verbaal gedrag

gedrag; wat doet de client in relatie tot de klachten

sociaal: invloed sociaal systeem op de klachten

Stap 3: aanvullende observatielijst

Aanvullende observatielijsten,

 risicosignaleringslijsten, verkorte

 Checklist Veilige Zorg, DOSS,

 SNAQ, SNAQ 65+, OLD, CSI

www.zorgvoorbeter.nl

MEWS (denkhulp)

SCEGS

Somatisch: specifieke anamnese

Cognitief: wat denkt u over oorzaak en effect op dagelijks leven

Emotioneel: welk gevoel roept de klacht op?

Gedrag: wat doet u er tegen?

Sociaal: reactie uit omgeving?

opname 9

Stap 4: verzorgend beleid vaststellen

o.a. PES

Opdracht

Bestudeer uit zorgpad en maak de opdrachten Verzorgend redeneren H1 t/m H1.6 ; H2 2.1/2.2/2.3

Maak de opdrachten van 2.4. Deze bespreken we na.

Casus bespreken uit werksituatie. 

Zijn er nog vragen?

Schrijf minmaal 3 zaken op die je vandaag geleerd hebt.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed begrepen hebt.