Blok 2 Over taal

Welke plant is dodelijk als je er te lang onder zit?
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welke plant is dodelijk als je er te lang onder zit?

Slide 1 - Diapositive

timer
1:00


Wat is een synoniem voor:
calculator

Slide 2 - Carte mentale

Aan het einde van de les

  • begrijp je de betekenis van verschillende examenwoorden;
  • begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten; 
  • weet je wat homoniemen zijn;
  • weet je wat homofonen zijn.
  • heb je nieuwe synoniemen bijgeleerd; 
  • begrijp je wat vaktaal is en ken je enkele vaktermen.

Slide 3 - Diapositive

Wat is een homoniem. Leg uit!

Slide 4 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een homofoon

Slide 5 - Question ouverte

Vind het goede synoniem
Absent
Zeker
Toenemen
Nadoen
Vorming
Emoties
Versnellen
Ontstaan
Afwezig
Gevoelens
Ongetwijfeld
Imiteren

Slide 6 - Question de remorquage

Ook wordt benadrukt dat klanten 100% service krijgen.

Wat is de betekenis van 'benadrukt' ?

timer
0:30
A
woorden waarmee je iets duidelijk maakt
B
laten zien
C
door te praten
D
extra aandacht leggen op

Slide 7 - Quiz

Vaktaal
Elk beroep heeft woorden die speciaal bij dat vakhoren. Zulke woorden noem je vaktaal.

Als mensen met hetzelfde beroep vaktaal gebruiken, begrijpen ze elkaar snel. Maar voor buitenstaanders is die vaktaal vaak moeilijk te begrijpen. 

Slide 8 - Diapositive

permanenten, touperen, krulsterkte

Bij welk beroep worden de woorden gebruikt?

Slide 9 - Question ouverte

diagnose, fractuur, infectie

Bij welk beroep worden de woorden gebruikt?

Slide 10 - Question ouverte

een luier, een rompertje, zindelijkheidstraining

Waar worden deze vaktaalwoorden gebruikt?
timer
1:00

Slide 11 - Question ouverte

afstellen, uitlijnen en een kleine beurt

Waar worden deze vaktaalwoorden gebruikt?
timer
1:00

Slide 12 - Question ouverte

ingrediënten, een snufje zout en een gerecht garneren

Waar worden deze vaktaalwoorden gebruikt?
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Lien

Aan het werk
Blok 2 Over taal
timer
25:00
Klaar?
Quizlet.com -> mevrouwhek

Slide 15 - Diapositive

Bedenk een vraag uit Blok 2

Slide 16 - Carte mentale