9.3 gevolgen van onveiligheid en criminaliteit

§9.3 Gevolgen van onveiligheid en criminaliteit
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

§9.3 Gevolgen van onveiligheid en criminaliteit

Slide 1 - Diapositive

Pagina 176

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Materiële en immateriële schade
We onderscheiden twee soorten gevolgen van criminaliteit:
  • Materiële gevolgen: schade en het verlies van bezittingen
  • Immateriële gevolgen: gevoel en beleving van slachtoffers, zoals trauma en reputatieschade.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Ik weet wat materiële en immateriële gevolgen van criminaliteit zijn. ​
Ik weet wat de gevolgen van criminaliteit zijn voor slachtoffers, daders en de samenleving als geheel. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Smaad en laster
Smaad: iemand opzettelijk ‘slechte’ dingen zegt over een ander, met als doel dat anderen dit ter ore komt en deze persoon in een slecht daglicht wordt gesteld

Laster: het verspreiden van valse informatie over iemand, met de intentie om hun reputatie te schaden

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie ondervinden de gevolgen van criminaliteit?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen van criminaliteit
  • Gevolgen voor de samenleving zijn: ​
  • Stereotypering, dit kan leiden tot etnisch profileren. ​
  • De samenleving ontwrichten. Bijvoorbeeld het bedreigen van de rechtsstaat. ​
  • Foute rolmodellen: criminele socialisatie.​
  •  
  • Gevolgen voor verdachten en daders: ​
  • Emotionele schade en reputatieschade bij (on)juiste beschuldiging​
  • Somberheid door vrijheidsbeperking​
  • Relaties kunnen worden geschaad​

















Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen voor slachtoffers
  • Slachtoffers kunnen via Slachtofferhulp praktische, juridische en psychologische hulp krijgen. 
  • Directe slachtoffers kunnen allerlei emoties ervaren waardoor ze moeilijk kunnen functioneren 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de gevolgen van criminaliteit op de samenleving?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen voor de samenleving
  • Stereotypering, dit kan leiden tot etnisch profileren

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen voor de samenleving
  • De samenleving ontwrichten. Bijvoorbeeld het bedreigen van de rechtsstaat.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen voor de samenleving
  • Foute rolmodellen: Criminele socialisatie

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen voor verdachten en daders
  • Emotionele schade en reputatieschade bij (on)juiste beschuldiging
  • Somberheid door vrijheidsbeperking
  • Relaties met sociale contacten kunnen worden geschaad 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Straffen
De straf die wordt opgelegd na een strafbaar feit heeft verschillende doelen.
  1. Vergelding 
  2. Afschrikking
  3. Speciale preventie - "een ernstige waarschuwing" 
  4. Resocialisatie - "heropvoeden" 
  5. Bescherming van de samenleving

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van vergelding?
A
Het doel van vergelding is het versterken van de band tussen dader en slachtoffer.
B
Het doel van vergelding is het voorkomen van toekomstige misdaden.
C
Het doel van vergelding is het rehabiliteren van de dader.
D
Het doel van vergelding is het rechtvaardigen van de geleden schade.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van afschrikking ?
A
Criminelen ontmoedigen om misdaden te plegen
B
Criminelen straffen om wraak te nemen
C
Criminelen helpen om te re-integreren
D
Criminelen belonen voor hun gedrag

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van speciale preventie?
A
Het vergroten van sociale acceptatie van criminaliteit.
B
Het verhogen van strafmaat zonder begeleiding.
C
Het voorkomen van recidive door gerichte interventies.
D
Het versterken van crimineel gedrag.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het beschermen van de samenleving een doel?
A
Om wraak te nemen op de criminelen.
B
Om de economie te stimuleren.
C
Om de veiligheid van de burgers te waarborgen.
D
Om de criminaliteit te bevorderen.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van resocialisatie?
A
Het doel van resocialisatie is om criminelen te belonen.
B
Het doel van resocialisatie is om criminelen te straffen.
C
Het doel van resocialisatie is om criminelen te isoleren.
D
Het doel van resocialisatie is om criminelen te helpen re-integreren in de maatschappij.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Toepassen


  • Maken: opdracht 11 blz 110​
Hoe: Zelfstandig​
Tijd: 15 minuten​
Hulpbronnen: Lesboek blz 63 tm 65​
Klaar: Maken tekstverkenners €4.1 blz 71 



Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 11
  • Speciale preventie/resocialisatie​
  • Resocialisatie​
  • Speciale preventie/bescherming van de samenleving​
  • Vergelding​
  • Speciale preventie ​
  • Afschrikking​
  • Een inbraak is materiële schade (vernieling deur/kozijn, diefstal spullen) en immateriële schade (gevolgen ervan, oa angst)​
  • Materiële schade ​
  • Immateriële schade ​

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rol van de media
  • Media spelen een rol in onze beeldvorming over veiligheid.
  • Meervoudige berichten over een onderwerp, kunnen een perceptie van onveiligheid creëren.
  • Beeldvorming kan invloed hebben op de kloof tussen objectieve en subjectieve veiligheid.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rol van de media
Er zijn verschillende hypothesen over de rol van de media in de beeldvorming over criminaliteit:
 
  • Cultivatiehypothese: het beeld van de werkelijkheid wordt beïnvloedt als mensen veel over een onderwerp kijken of lezen.

  • Opinieleidershypothese: mensen nemen normen, waarden en gedragingen over van invloedrijke personen, opinieleiders.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rol van de media
  • Mediaframing hypothese: mediamakers kiezen altijd voor een bepaalde invalshoek

  • Selectiviteitshypothese: het idee dat mensen graag nieuws lezen of kijken dat hun mening bevestigt (selectieve keuze) en uit berichten datgene oppikken dat aansluit bij hun referentiekader (selectieve perceptie)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot hier
Opdracht 14 is huiswerk

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Lien

Medialogic maakt goede uitzendingen over beeldvorming. Deze aflevering gaat over onze percepties van 'een aanslag'. Kijktip!
Medialogica

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cultivatiehypothese
Media framing hypothese
Opinieleidershypothese
Selectiviteitshypothese
"De invloed van tv-boodschappen gebeurt via via."
"De tv bepaalt het perspectief waarmee wij naar het actuele nieuws kijken."
"Mensen die veel tv kijken zijn niet in staat de vertekening van de werkelijkheid door de media te doorzien."
"Iedereen kijkt tv vanuit zijn eigen referentiekader."

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Meten van criminaliteit
  • Het meten van criminaliteit is lastig, doordat daders ongezien willen blijven. 
  • Om criminaliteit te meten, kijken we onder andere naar politie- en rechtbank statistieken.
  • Het nadeel hiervan is dat rechtbankstatistieken alleen veroordelingen in kaart brengen.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Politiestatistieken
Politiestatistieken zijn afhankelijk van aangiftebereidheid.
Dit is afhankelijk van verschillende factoren:
  • Type delict, bijvoorbeeld inbraak versus huiselijk geweld
  • Vertrouwen dat slachtoffers hebben in politie en justitie, bijvoorbeeld bij fietsendiefstal wordt weinig aangifte gedaan.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfrapportage
Criminaliteit kan ook in beeld worden gebracht door onderzoeken die gebruiken maken van zelfreportages. Er zijn twee vormen van zelfrapportage: 
  1. Slachtoffers: slachtoffers wordt gevraagd wanneer en hoe ze slachtoffer waren.
  2. Misdrijven: wanneer en welk type misdrijf ze als dader gepleegd hebben (anoniem).

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 15: Protesten in Montfoortn de slag!
1) Bedreigingen van sociale aard.

2) Whatsapp en Facebook worden gebruikt om contacten met elkaar te hebben en bepaalde boodschappen en beelden (framing) te verspreiden.

3) Uit de tekst blijkt dat de jongeren ‘elkaar opnaaien’ en ‘baas boven baas’ willen zijn. Ze ervaren een groepsgevoel en beïnvloeden elkaars waarden en normen aan elkaar aan. Zo zouden ze demonstreren maar dat werd ‘iets meer’: ze radicaliseerden.

4) De jongen beschrijft dat hij door die sociale controle geen baan meer had: iedereen wist tenslotte wat hij verricht had. Dat is voor hem negatief. Sociale controle kan mensen belemmeren hun eigen leven te leiden. Maar tegelijk zorgt de sociale controle er ook voor dat hij de volgende keer waarschijnlijk niet op crimineel gedrag overgaat, het belemmert dus normloosheid.

5) Mensen kunnen het idee krijgen dat er juist meer criminaliteit is wanneer de media er relatief veel over schrijven. Zo ontwikkelen ze een onveiligheidsgevoel dat subjectief is en dus niet op feiten gebaseerd is.

6) Volgens de selectiviteitshypothese maakt het weinig uit wat voor kranten iemand leest: mensen zoeken vooral naar bevestiging van hun eigen beeld van de werkelijkheid. Volgens de cultivatiehypothese maakt het wel uit en zullen lezers van een kwaliteitskrant een genuanceerder beeld hebben dan gebruikers van populaire media.


Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions