Nederlands 2 maart 2021

Overzicht
Taalmail quiz
Woordenschat quiz
Theorie: helder kaderen en definiëren
+ Quiz
Theorie: argumenteren
Discussie: vertaling gedicht Amanda Gorman


1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsHoger onderwijs

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Overzicht
Taalmail quiz
Woordenschat quiz
Theorie: helder kaderen en definiëren
+ Quiz
Theorie: argumenteren
Discussie: vertaling gedicht Amanda Gorman


Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Na deze les kan ik:
foutieve zinnen verbeteren
academische woordenschat correct in zinnen plaatsen
helder en correct definiëren en kaderen
verschillende soorten argumenten benoemen en herkennen

Slide 2 - Diapositive

Taalmail: quiz

Slide 3 - Diapositive

l

Slide 4 - Diapositive

Had dit een acuut probleem geweest, dan hadden we al veel meer mensen bij de huisarts gezien met allergische reacties.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

De verkoop van miniflesjes wijn lag tijdens de tweede lockdown zelfs 25 keer zo hoog dan een jaar geleden.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

In Antwerpen, tenslotte, betaalde je voor een huis gemiddeld 320 962 euro, bijna 8 procent meer dan in 2019.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

De Antwerpse horeca slaat een noodkreet: “We wachten bang af hoeveel van onze collega’s het uiteindelijk niet zullen redden.”

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Het BIPT zal reacties verzamelen en daarna wordt de beslissing gemaakt hoe het Koninklijk Besluit eruit zal zien.

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Schrijf je in via vrttaal.net

Slide 15 - Diapositive

Woordenschat: quiz
Maak met de volgende woorden een zin waaruit blijkt dat je de betekenis van de woorden kent.
Bron: De Standaard Weekend 27 februari

Slide 16 - Diapositive

REPERCUSSIE

Slide 17 - Question ouverte

REPERCUSSIE
De uitlevering van een 95-jarige nazi heeft repercussies in het Vlaams-Brabantse Meensel-Kiezegem, waar in WO II net voor de bevrijding 91 mensen werden gedeporteerd. 

Repercussie = gevolg, weerslag
wraak

Slide 18 - Diapositive

AUTHENTIEK

Slide 19 - Question ouverte

AUTHENTIEK
"Mijn manier van politiek doen voor de crisis wordt nu bevestigd. Men deed daar lacherig over. Maar zeker in tijden van crisis moet je positief communiceren, en uiteraard authentiek."

Authentiek = echt, origineel, 
onvervalst, natuurlijk, zuiver

Slide 20 - Diapositive

FRAPPANT

Slide 21 - Question ouverte

FRAPPANT
Doordat het zover weg is, zullen de eerste Marsreizigers na aankomst volledig op zichzelf aangewezen zijn. Het is frappant hoe weinig daarbij wordt stilgestaan. (ESA-manager Philippe                                                                                                       Schoonejans)
                                                                  

                                                            Frappant = opvallend

Slide 22 - Diapositive

CONSENSUS

Slide 23 - Diapositive

CONSENSUS
Ik word steeds ongemakkelijker wanneer we het over vaccinaties hebben ... Er lijkt enigszins een consensus te zijn ontstaan dat twijfel op dat vlak niet welkom is. (schrijver Jeroen                                                                                                            Olyslaegers)
                                    consensus = overeenkomst,                                                    overeenstemming, eensgezindheid

Slide 24 - Diapositive

DEVOTIE

Slide 25 - Question ouverte

DEVOTIE
Het nieuwe boek van Nobelprijswinnaar Kazuo Ishiguro gaat voor een stuk over moederlijke devotie.
devotie = toewijding, bezieling, vroomheid


Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Wat is een kookpot?
Een kookpot is iets om te koken.
Ik vind dit een goede definitie
A
akkoord
B
niet akkoord

Slide 28 - Quiz


Wat is metafysica?
Een tak in de theoretische wijsbegeerte waarin fundamentele vragen worden gesteld over het wezen van de mens, de wereld en van een eventuele God.
Ik vind dit een goede definitie.
A
akkoord
B
niet akkoord

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Diapositive

Slide 52 - Diapositive

Slide 53 - Lien