Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H4 Het weer
Slide 1 - Diapositive
Deze les
Wolken en neerslag
- waterdamp in lucht
- dauw en rijp
- dauwpunt
- luchtvochtigheid
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Rijp: gas naar vast
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Als de temperatuur onder het dauwpunt komt kan het gras nat worden.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Vidéo
Wat is een dauwpunt?
A
Een luchtvochtigheid
B
Een temperatuur
C
Een druk
D
Een hoogte
Slide 11 - Quiz
Een kuub lucht bevat 16 gram waterdamp. Wat is het dauwpunt van deze lucht?
Slide 12 - Question ouverte
Deze diagram wordt door de grafiek in twee delen gesplitst. Een bovenste en een onderste deel. Welk gedeelte hoort bij lucht waarin wolken ontstaan?
Slide 13 - Question ouverte
Wat is het dauwpunt voor lucht met een temperatuur van 20 °C die 12 gram waterdamp per kubieke meter bevat?
Slide 14 - Question ouverte
Een luchtbel met warme lucht van 22 °C gaat omhoog. Het dauwpunt van deze lucht is 8 °C. Bij elke 100 m stijging daalt de temperatuur van de luchtbel met 0,5 °C. a/ Bij welke temperatuur begint de waterdamp in de luchtbel te condenseren?
Slide 15 - Question ouverte
Een luchtbel met warme lucht van 22 °C gaat omhoog. Het dauwpunt van deze lucht is 8 °C. Bij elke 100 m stijging daalt de temperatuur van de luchtbel met 0,5 °C. b/ Als de waterdamp begint te condenseren, ontstaat het begin van een stapelwolk. Op welke hoogte bevindt zich de onderkant van de stapelwolk?