Signaalwoorden/verbanden (herhaling)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Signaalwoorden

signaalwoorden en verbanden en functiewoorden

Signaalwoorden

Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden

Signaalwoorden

Verbanden

Functiewoorden

Tijd

Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Opsomming

En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Tegenstelling

Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Oorzaak – gevolg

Door, doordat, waardoor, te danken aan

Doel – middel

Om te, daarmee, waarmee, door middel van

Voorbeeld/ toelichting

Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Verklaring / argument

Want, omdat, daarom, vanwege, immers,

Voorwaarde

Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat

Samenvatting / conclusie

Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Ik wil graag naar school, maar ik ben ziek. 'Maar' is signaalwoord voor het verband:

1. tegenstelling
2. oorzaak-gevolg
3. doel-middel
4. conclusie

Als hij weer beter is, komt hij naar school.
'Als' is signaalwoord voor het verband:

1. tegenstelling
2. reden
3. doel-middel
4. voorwaarde

Wat is het signaalwoord + verband:

Grote schoonmaak
Opruimen is niet mijn sterkste kant. Rotzooi maken kan ik daarentegen wel goed.

1. Rotzooi - signaalwoord opsomming
2. Grote - signaalwoord toelichting
3. daarentegen - signaalwoord tegenstelling
4. Goed - signaalwoord voorbeeld

Bewegen heeft veel voordelen. Ten eerste is het goed voor je lichaam. Je kunt er ook door ontspannen. Ten slotte is het goed voor je gezondheid.
Welk verband tonen deze signaalwoorden aan?

1. Tegenstellend verband
2. Opsommend verband
3. Oorzaak-gevolg
4. Voorwaarde

Ik lees graag boeken, bijvoorbeeld boeken van Mel Wallis de Vries of Carry Slee.
Welk verband toont dit signaalwoord aan?

1. Opsommend verband
2. Voorwaarde
3. Conclusie
4. Voorbeeld

Doordat jullie goed leren en oefenen voor de toets, heb ik vertrouwen in jullie.
Welk verband toont dit signaalwoord aan?

1. Middel-doel
2. Oorzaak-gevolg
3. Reden

Jullie hebben geoefend met de theorie, dus jullie kunnen ermee aan de slag.
Welk verband toont dit signaalwoord aan?

1. Conclusie
2. Reden
3. Voorbeeld

In welke zin wijzen de signaalwoorden op een chronologisch verband?

1. Ik wil langskomen, maar ik heb helaas geen tijd.
2. Ik ga eerst sporten, daarna kom ik langs.
3. Ik kom langs, omdat ik daar zin in heb.
4. Ik kom samen met mijn moeder op bezoek.

Functiewoorden

 Functiewoorden

Veelvoorkomend

Dit is echt leerwerk!

functiewoord

signaalwoord

tekstverband

Dit woord staat in de tekst. Hieraan kun je herkennen wat meerdere tekstdelen met elkaar te maken hebben

Dit woord staat meestal niet in de tekst zelf. Je gebruikt het om te omschrijven wat er in een tekstdeel verteld wordt.

Dit woord staat meestal niet in de tekst zelf. Hiermee omschrijf je wat meerdere tekststukjes met elkaar te maken hebben.