SK_les10_H7.4_zuurbasereacties

H7.3 les 10 zuurbase reacties
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H7.3 les 10 zuurbase reacties

Slide 1 - Diapositive

H7.4 Zuur-base reacties
Leerdoelen - wat leer je in deze paragraaf:
  • een zuurbase-reactie herkennen
  • in een reactievergelijking aangeven welk deeltje reageert als zuur of als base
  • een onvolledige zuurbase-reactie kloppend maken

Let op: je krijgt een stencil dat de leerstof van H7.4 uit het boek vervangt!
Je leert en maakt  dit stencil voor de toets (en niet H7.4 uit het boek)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Zuurbase reacties
Bij een reactie tussen een zuur en een base 
geeft het zuur H+ af aan de base
Je herkent een zuurbase-reactie dus aan 
het verplaatsen van H+ ionen
Voorbeeld:
CH3COOH + OH- --> CH3COO- + HOH (=H2O)

Slide 9 - Diapositive

Zijn de volgende reacties zuurbase reacties?
1.

2.

Na3PO4(s)>3Na+(aq)+PO43(aq)
4Al(s)+3O2(g)>2Al2O3(s)
A
alleen reactie 1
B
alleen reactie 2
C
ja, allebei
D
nee, geen van beide

Slide 10 - Quiz

uitleg
bij een zuurbase reactie moet een H+ ion verplaatsen van het ene deeltje voor de pijl (het zuur) naar het andere deeltje voor de pijl (de base)
In deze reactievergelijkingen komt geen H+ voor, dus dit kunnen geen zuurbase-reacties zijn

Slide 11 - Diapositive

Zijn de volgende reacties zuurbase reacties?
1.

2.
K2O(s)+H2O(l)>2K+(aq)+2OH(aq)
HF+CH3COO>F+CH3COOH
A
alleen reactie 1
B
alleen reactie 2
C
ja, allebei
D
nee, geen van beide

Slide 12 - Quiz

uitleg
1. K2O (s) + H2O (l) -> 2 K+ (aq) + 2 OH- (aq)
Het O2- ion (base) neemt H+ op van H2O (zuur). Dit zie je omdat er na de pijl 2x OH- ontstaat
2. HF  + CH3COO- (aq) -> F- + CH3COOH 
CH3COO- (base) neemt H+ op van HF (zuur). Dit zie je omdat er na de pijl CH3COOH en F- ontstaat 

Slide 13 - Diapositive

Is de volgende reactie een zuurbase reactie?
Mg (s) + 2 H+ (aq) -> Mg2+ (aq) + H2 (g)
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

uitleg
Mg (s) + 2 H+ (aq) -> Mg2+ (aq) + H2 (g)

Er komt in deze reactievergelijking wel H+ voor, maar dit ion verplaatst niet van het ene deeltje voor de pijl (zuur) naar het andere deeltje voor de pijl (base). Mg neemt dit H+ ion niet op.
TIP: je herkent zuurbase reacties snel als je de formules van de zuren en de basen uit je hoofd kent (leren!)

Slide 15 - Diapositive

Zuurbase reacties
Je gaat zo filmpjes bekijken van verschillende zuurbase-reacties. 

Na elk filmpje moet je aangeven welk deeltje reageert als zuur en welk deeltje als base

Slide 16 - Diapositive

Zuurbase reacties
Je gaat zo filpmjes bekijken van verschillende zuurbase-reacties. 
Je ziet een zuurbase-reactie:
1. tussen twee gassen
2. tussen twee vaste stoffen
3. tussen een vaste stof en een oplossing
Na elk filmpje moet je aangeven welk deeltje reageert als zuur en welk deeltje als base
Er kunnen ook zuurbase-reacties optreden tussen twee oplossingen, maar daar laten we nu geen filmpje van zien.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Hieronder staat de reactievergelijking voor de vorming van salmiak. Wat is het zuur en wat is de base?
NH3(g)+HCl(g)>NH4Cl(s)

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Wat is het zuur en wat is de base bij de reactie tussen bariumhydroxide en ammoniumchloride ?
Ba(OH)2(s)+2NH4Cl(s)>BaCl2+NH3+2H2O

Slide 21 - Question ouverte

2

Slide 22 - Vidéo

00:15
zuurbase reactie
Volgens de dame in het filmpje "lost kalk op in azijn"
Maar dat klopt dus niet
De kalk verdwijnt omdat er een zuurbase reactie optreedt tussen de base in kalksteen en het azijnzuur in de azijn

Slide 23 - Diapositive

00:15
1. Het kalk in de waterkoker is kalksteen. Geef de formule van kalksteen. Gebruik Binas tabel 66A
2. Kan kalksteen oplossen in water?
Gebruik Binas tabel 45A
timer
3:00

Slide 24 - Question ouverte

Azijn in een oplossing van azijnzuur in water.
Wat is de juiste notatie van een azijnzuuroplossing?
A
CH3COOH(aq)
B
CH3COO(aq)+H+(aq)

Slide 25 - Quiz

Wat is in deze reactie het zuur en wat is de base?

Na2CO3+2CH3COOH>H2CO3+2CH3COO+2Na+
A
zuur: CH3COOH base: CH3COO-
B
zuur: CH3COOH base: Na2CO3
C
zuur: CH3COOH base: CO3 2-
D
zuur: H2CO3 base: CH3COO-

Slide 26 - Quiz

H2CO3 is koolzuur. Dit zuur is niet stabiel en valt uit elkaar. Welke twee stoffen ontstaan? Geef de formules

Slide 27 - Question ouverte

Koolzuur (H2CO3)
Als er bij een reactie H2CO3 ontstaat, krijg je ALTIJD CO2 + H2O
In de reactievergelijking wordt H2CO3 daarom vervangen door H2O + CO2


NOTEER EN LEER

Slide 28 - Diapositive

Bij ontkalken zie je daarom kleine gasbelletjes:
Na2CO3+2CH3COOH>H2O+CO2+2CH3COO+2Na+

Slide 29 - Diapositive


Slide 30 - Question ouverte


Slide 31 - Question ouverte


Slide 32 - Question ouverte

controleer
Beheers je nu de volgende leerdoelen?
  • een zuurbase-reactie herkennen
  • in een reactievergelijking aangeven welk deeltje reageert als zuur of als base
  • een onvolledige zuurbase-reactie kloppend maken
Maak de opgaven op het stencil af

Slide 33 - Diapositive

Welke vragen wil je in de volgende les besproken hebben? heb je nog andere vragen? Noteer ze hier:

Slide 34 - Question ouverte