5V Zuren (en basen) Hfst 8

5V H8 Zuren (en basen)
Wat weten we nog?

Hou Binas erbij?
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

5V H8 Zuren (en basen)
Wat weten we nog?

Hou Binas erbij?

Slide 1 - Diapositive

Wanneer is een oplossing zuur, neutraal of basisch?
Zuur
Neutraal
Basisch
pH > 7
pH < 7
pH = 7

Slide 2 - Question de remorquage

Zuur
Base
Neutraal
pH 7
pH 0
pH 14

Slide 3 - Question de remorquage

Hoe zat het ook al weer met de zuur base indicatoren?

Slide 4 - Diapositive

Welke kleur krijgt de indicator thymolblauw bij pH = 10,0
A
rood
B
geel
C
groen
D
blauw

Slide 5 - Quiz

Welke kleur krijgt de indicator broomcresolgroen bij pH = 5?
A
geel
B
groen
C
blauw
D
kleurloos

Slide 6 - Quiz

Welke kleur krijgt de indicator thymolftaleïen bij pH = 12?
A
geel
B
groen
C
blauw
D
kleurloos

Slide 7 - Quiz

kleur van de indicator bij pH van 8,9
broomkresolgroen
fenolrood
thymolblauw
geel
rood
oranje
blauw
groen

Slide 8 - Question de remorquage

Wat weet jij over de pH-waarde van een oplossing als de indicator methyloranje geeloranje kleurt?

Slide 9 - Question ouverte

Welke stoffen zijn ook al weer zuur en welke basisch?

Slide 10 - Diapositive

Zuur of base?

NH3
A
zuur
B
base

Slide 11 - Quiz

Zuur of base?
HCl-oplossing
A
zuur
B
base

Slide 12 - Quiz

Zuur of base?

OH
A
zuur
B
base

Slide 13 - Quiz

Zuur of base?

CH3COOH
A
zuur
B
base

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste notatie van waterstoffluoride-oplossing in een zuur/base-reactie?
A
HF(l)
B
HF(aq)
C
H3O+(aq)
D
H3O+(aq)+F(aq)

Slide 15 - Quiz

welk zuur is een sterk zuur?
Gebruik Binas
A
H3PO4
B
HF
C
H2SO4
D
CH3COOH

Slide 16 - Quiz

Is kalkwater een zuur of een base ?
A
zure oplossing
B
basische oplossing
C
geen zuur en ook geen base

Slide 17 - Quiz

Welke stoffen zijn ook al weer zuur en welke basisch?

Slide 18 - Diapositive

tabel 49

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

BASE
ZUUR
Zuur of base? Sleep de formules naar het juiste vak. 

Slide 22 - Question de remorquage

Geef de correcte chemische notatie voor een HCl-oplossing
A
HCl (aq)
B
H (aq) + Cl (aq)
C
H+(aq)+Cl(aq)
D
H3O+(aq)+Cl(aq)

Slide 23 - Quiz

Zuren en basen deel II (vervolg)
het zuurrestion van 
di-ethynyl benzeen 

Slide 24 - Diapositive

Wat is de juiste notatie van waterstoffluoride-oplossing in een zuur/base-reactie?
A
HF(l)
B
HF(aq)
C
H3O+(aq)
D
H3O+(aq)+F(aq)

Slide 25 - Quiz

 rekenen...

Slide 26 - Diapositive

voorbeeld (sterk zuur of sterke base)

Slide 27 - Diapositive

Significantie:

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Bereken de pH voor 0,13M zoutzuur oplossing
A
1,77
B
0,59
C
0,89
D
1,88

Slide 30 - Quiz

Bereken de pH voor 0,13M zwavelzuur oplossing
H2SO4
= zwavelzuur
A
1,77
B
0,59
C
0,89
D
1,88

Slide 31 - Quiz

Bereken de pH van een 3 M salpterzuur-oplossing
(zoek op in tabel 66B en 49)
A
0,48
B
-0,48
C
0,5
D
-0,5

Slide 32 - Quiz

pH berekenen zwak zuur 

Slide 33 - Diapositive




Omdat water het oplosmiddel is kunnen we deze uit de evenwichtsvoorwaarde weghalen. Het water zelf heeft in water immers geen/een vaste concentratie.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Het zwakke zuur HCOOH heeft een molariteit van 0,40 M. Bereken de pH van deze oplossing. Kz = 1,8 10^-4
A
pH=8,49
B
pH = 2,07
C
pH = 2,1
D
pH = 0,98

Slide 42 - Quiz

Waterstof-chloride
Zwavel-zuur
Fosfor-zuur
Salpeter-zuur
HCl
HNO3
H2SO4
H3PO4

Slide 43 - Question de remorquage

Wat is het zuurrestion van deze zuren?
H2O + CO
HCl
HS
CH3COO
Wat is het zuur van deze zuurrestionen?
H2SO4
HCO3-
timer
2:00
Cl-
H2CO3
CO32-
SO42-
HSO4-
H2S
S2-
CH3COOH

Slide 44 - Question de remorquage