In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Planning
Huiswerkcontrole + lezen
Leerdoelen 5.4
uitleg 5.4
Huiswerk opgeven
huiswerk gaan maken
Slide 1 - Tekstslide
Ik controleer voor de laatste keer je huiswerk
Jullie gaan intussen aan de slag met:
Lees op blz. 161 basis 4 HET ZENUWSTELSEL
Bekijk en lees alle afbeeldingen op blz. 110+111+112+113
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen 5.4
Ik kan de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
Ik kan de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
Ik kan een reflexboog beschrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Bouw zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel (CZ): hersenen en ruggenmerg.
Zenuwen: Verbinden CZ met alle lichaamsdelen.
Slide 4 - Tekstslide
Het ruggenmerg bestaat uit zenuwen
Slide 5 - Tekstslide
Werking zenuwstelsel
- Even bedenktijd............
- Wat zie je hier gebeuren en hoe lopen de prikkels/ impulsen enz.
Slide 6 - Tekstslide
Werking zenuwstelsel
Zintuigen vangen de prikkels op.
Zintuigcellen zetten deze om in impulsen.
Impulsen gaan via de zenuwen naar het ruggenmerg.
Slide 7 - Tekstslide
Werking zenuwstelsel
4. Impulsen gaan via het ruggenmerg naar de hersenen.
5. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn.
Slide 8 - Tekstslide
Werking zenuwstelsel
6. Nieuwe impulsen gaan via de zenuwen naar de spieren en klieren.
7. De spieren en klieren zorgen voor bepaalde reactie.
(bewegen en speeksel maken)
Slide 9 - Tekstslide
Het zenuwstelsel heeft dus 2 functies:
verwerken van de impulsen die van de zintuigen af komen
regelen van de werking van spieren en klieren
Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijvoorbeeld zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.
Slide 10 - Tekstslide
Zenuwcellen
Het zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen.
Elke zenuwcel is opgebouwd uit een cellichaam en uitlopers.
Slide 11 - Tekstslide
Zenuwen
In het lichaam wordt nooit één impuls via één uitloper naar het CZ of naar een spier of klier geleid.
In werkelijkheid worden via duizenden uitlopers tegelijk impulsen geleid.
Slide 12 - Tekstslide
Zenuwen
De uitlopers liggen bij elkaar in een zenuw. Elke uitloper in een zenuw is omgeven door een dun laagje. Dat laagje isoleert de uitlopers van elkaar. Om de zenuw heen ligt ook weer een stevige laag die bescherming biedt.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is nou een reflexboog?
Slide 14 - Tekstslide
Bij een bewuste reactie gaan er eerst impulsen van je zintuigen naar je hersenen.
Je wordt je dan bewust van de prikkels die je zintuigen opvangen.
Jij beslist dan hoe je wilt reageren, waarna impulsen van je hersenen naar je spieren gaan.
Bij een reflex gaan de impulsen niet via je hersenen (behalve bij reflexen die in je hoofd plaatsvinden, zoals watertanden).
Een reflex is een vaste, snelle en onbewuste reactie op een bepaalde prikkel.