Een tijdsprong achteruit noem je een flashback. Er wordt iets beschreven wat eerder is gebeurd. Vaak helpen flashbacks de lezer om beter te begrijpen wat zich in het vertelheden afspeelt.
Om tijdsprongen te herkennen moet je goed op tijdsaanduidingen in de tekst letten, bijvoorbeeld op woorden als september, twee weken later, vroeger.Bij een tijdsprong vooruit wordt een deel van het verhaal niet verteld. Een hoofdstuk eindigt bijvoorbeeld op 7 januari en in het volgende hoofdstuk is het 28 maart.