Probleemwoorden
1 / 16
Lesduur is: 5 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe schrijf je het volgende woord?
A
penisseline
B
penniciline
C
penicilline
D
geen van de drie
Slide 3 - Quizvraag
Spelling van "proffesor
A
Goed
B
Fout
Slide 4 - Quizvraag
Hoe schrijf je het volgende woord?
A
Wijfelen
B
Weifellen
C
Weifelen
D
Wijfellen
Slide 5 - Quizvraag
Welk woord is fout?
A
Burgemeester
B
Vacuum
C
Cheque
D
Legitimatie
Slide 6 - Quizvraag
Hoe schrijf je dit woord?
Slide 7 - Open vraag
Hoe noem je dit?
A
Statieportret
B
Staatsieportret
C
Staatieportret
D
Statiepotret
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het zelfstandige naamwoord van begroeien?
A
Begroeïng
B
Begroeiing
C
Begroeiïng
D
Begroeijing
Slide 9 - Quizvraag
A
Abcent
B
Apsent
C
Absent
D
Lekker uitslapen
Slide 10 - Quizvraag
A
Faisselment
B
Faillissement
C
Faillisement
D
Fiallissement
Slide 11 - Quizvraag
Commissaris
Optiecien
aparaat
Millimeter
Legitimatie
Slide 12 - Sleepvraag
Welke van de drie is goed?
A
Financieel
B
Enqùete
C
Ecseem
Slide 13 - Quizvraag
Hoe schrijf je...
Slide 14 - Open vraag
Decenium
A
Goed
B
Fout
