Herhaling H2

Welkom!
Ga op je plek zitten,
Pak je boeken voor

De les start wanneer de timer voorbij is!
timer
3:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga op je plek zitten,
Pak je boeken voor

De les start wanneer de timer voorbij is!
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Vak: Mens & Maatschappij
Hoofdstuk: Herhaling H2
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
4. 
Instructie/inzicht in leerwerk krijgen
5.
Begeleid oefenen/ nakijken H.2
6. 
Zelfstandig werken
7.
Quizlet

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
    -  Heb je de lesstof van H2 herhaalt  en krijgt een beeld of je klaar bent voor de toets. 
    - ken je de begrippen van H2


    Slide 3 - Tekstslide

    Uit welke landen bestond het Koninkrijk der Nederlanden in 1815?
    A
    Nederland en Duitsland
    B
    Nederland en Friesland
    C
    Nederland en België
    D
    Nederland, België en Luxemburg

    Slide 4 - Quizvraag

    Wie was het staatshoofd in 1815?
    A
    Willem I
    B
    Willem II
    C
    Leopold
    D
    Willem van Oranje

    Slide 5 - Quizvraag

    Wat is een constitutionele monarchie?
    A
    Een land met een koning
    B
    Een land met een grondwet
    C
    Een land met een gekozen president
    D
    Een land met een koning en een grondwet

    Slide 6 - Quizvraag

    Uit welk 2 delen bestaat ons Parlement?

    Slide 7 - Open vraag

    Waarover stemmen de Tweede en Eerste Kamer?

    Slide 8 - Open vraag

    Mensen die meer inspraak en vrijheid in de politiek wilden noemen we ...
    A
    Liberalen
    B
    Conservatieven

    Slide 9 - Quizvraag

    Mensen die wilden dat alles hetzelfde bleef en er niets veranderde, noemen we ...
    A
    Conservatieven
    B
    Democraten
    C
    Liberalen
    D
    Confessionelen

    Slide 10 - Quizvraag

    In welk jaar werd België een eigen Koninkrijk ?
    A
    1815
    B
    1820
    C
    1830
    D
    1848

    Slide 11 - Quizvraag

    Wie bedacht de nieuwe grondwet van 1848 ?
    A
    Koning Willem I
    B
    Minister Thorbecke
    C
    Koning Willem II
    D
    Minister Rutte

    Slide 12 - Quizvraag

    Wat is NIET waar ?
    Na 1848 ....
    A
    kregen de burgers meer vrijheden
    B
    kreeg het parlement meer te zeggen.
    C
    mocht de koning alles beslissen in het land
    D
    mochten alleen rijke mannen stemmen

    Slide 13 - Quizvraag

    Wat is een industriële samenleving?
    A
    Mensen woonden op het platteland en waren boer.
    B
    Mensen woonden in de steden en werkten in fabrieken

    Slide 14 - Quizvraag

    Leg uit wat er met de sociale kwestie bedoeld wordt.

    Slide 15 - Open vraag

    Voor 1815 was er alleen kiesrecht voor:
    A
    Mannen
    B
    Vrouwen met een hoog inkomen
    C
    Mannen met een hoog inkomen
    D
    Vrouwen

    Slide 16 - Quizvraag

    Waar of niet waar?
    "In een democratie beslist de meerderheid"
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 17 - Quizvraag

    Waar of niet waar?
    "In een land met een parlement heeft één persoon alle macht"
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 18 - Quizvraag

    Waar of niet waar?
    "Toen alle burgers kiesrecht kregen, werd Nederland een parlementaire democratie
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 19 - Quizvraag

    Heel Nederland kan je opdelen in twee soorten scholen:
    A
    Kleuterscholen en Universiteiten
    B
    VMBO en MBO scholen
    C
    Christelijke en Islamitische scholen
    D
    Openbare en bijzondere scholen

    Slide 20 - Quizvraag

    Welke van de 4 is GEEN bijzondere school?
    A
    Christelijke school
    B
    Openbare school
    C
    Islamitische school
    D
    Vrije school

    Slide 21 - Quizvraag

    Wat zijn socialisten?
    A
    Mensen met een bepaalde godsdienst
    B
    Mensen die meer gelijkheid voor arbeiders wilden
    C
    Mensen die alles wilden houden zoals het was.

    Slide 22 - Quizvraag

    liberaal
    communist
    feminist
    conservatief
    confessioneel
    Iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid
    iemand die in de politiek streeft naar gemeenschappelijk bezit van productiemiddelen en verbruiksgoederen
    iemand die streeft naar de gelijke behandeling van mannen en vrouwen
    iemand die in de politiek streeft naar behoud van bestaande toestanden
    iemand die in de politiek uitgaat van het geloof

    Slide 23 - Sleepvraag

    Wat is politiek?
    A
    Het handhaven van de orde en veiligheid.
    B
    Als een land een democratie is.
    C
    Het maken van keuzes en het nemen van besluiten.
    D
    Het parlement.

    Slide 24 - Quizvraag

    Wat zie je op het plaatje?
    A
    De Eerste Kamer
    B
    De Tweede Kamer
    C
    Athene
    D
    Het paleis van de koning.

    Slide 25 - Quizvraag

    Wat is een politieke partij?
    A
    Een groep mensen met dezelfde standpunten.
    B
    Een groep mensen die belangrijke beslissingen nemen.
    C
    Een vereniging van mensen met dezelfde hobby's.
    D
    Alle leden van de Eerste Kamer.

    Slide 26 - Quizvraag

    Waaruit bestaat het parlement in Nederland?
    A
    Eerste Kamer + Tweede Kamer
    B
    Koning + Koningin
    C
    Minister-President + Eerste Kamer
    D
    Tweede + Derde Kamer

    Slide 27 - Quizvraag

    Wie vormen samen het dagelijks bestuur van een gemeente?
    A
    Burgemeester en wethouders (B&W)
    B
    Burgemeester en ministers (B&M)
    C
    Burgemeester
    D
    Wethouders

    Slide 28 - Quizvraag

    Wie kiest de gemeenteraad?
    A
    De burgemeester
    B
    De wethouders
    C
    De inwoners van de gemeente
    D
    De koning

    Slide 29 - Quizvraag

    Wie is het hoofd van de Provincie?
    A
    de burgemeester
    B
    de commissaris van de koning
    C
    de koning
    D
    de premier

    Slide 30 - Quizvraag

    Om de hoeveel jaar zijn er gemeenteverkiezingen?
    A
    3
    B
    4
    C
    5
    D
    6

    Slide 31 - Quizvraag

    Welke 3 taken heeft het waterschap in Nederland?

    Slide 32 - Open vraag

    6. Zelfstandig werken
    Je gaat zelfstandig de blauwe stukjes tekst van H2 lezen en leren. Vergeet niet de begrippen ook te leren.

    Welke lesvragen ga je beginnen 2.1 en 2.2 of 2.3 en 2.4 




     
    timer
    10:00

    Slide 33 - Tekstslide

    7. Evaluatie
    Hoe ging de les?
    Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 
    Welke lesvragen ga je beginnen 2.1 en 2.2 of 2.3 en 2.4

    Kun je antwoord geven op de leerdoelen? 
    - heb je de lesstof van H2 herhaalt?
    - ken je de begrippen van H2?

    Slide 34 - Tekstslide