Bloed en afweer

Bloed en
afweer
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bloed en
afweer

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
  1. Samenstelling van bloed, aanmaak en afbraak
  2. Erytrocyten (O2 transport
  3. Trombocyten (bloedstolling)
  4. Leucocyten (afweer)
  5. Lymfestelsel

Slide 2 - Tekstslide

Samenstelling van bloed, aanmaak en afbraak

Slide 3 - Tekstslide

Bloed bestaat uit:
  • Bloedplasma
  • Bloedcellen

Bloedcellen zijn:
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 4 - Tekstslide

Samenstelling van bloed
55% plasma, waarvan 90% water
Plasma bevat opgeloste stoffen:
Eiwitten
Elektrolyten
Voedingsstoffen
Afvalstoffen

Slide 5 - Tekstslide

Aanmaak
  • Hematopoese
  • Bloedstamcellen
  • Erytrocyten: geen celkern
  • Leuco's: beenmerg en lymfe
  • beenmergcel valt uit elkaar:                                                            trombocyt

Slide 6 - Tekstslide

Afbraak
Bloedcellen worden afgebroken in de milt en de lever.
  • de milt ruimt oude cellen op waardoor Hb ( zuurstof transporter) (Geeft rode kleur) vrijkomt
  • de milt zet dit om in bilirubine
de milt breekt rode bloedcellen af en zet hemoglobine om in bilirubine (dat giftig is)

Slide 7 - Tekstslide

Afbraak
  • de lever maakt bilirubine onschadelijk 
  • bilirubine wordt uitgescheiden via de nieren (in de urine), via gal en de darmen (in de ontlasting)
de lever detoxt het giftige bilirubine door het te koppelen aan eiwit, waarna het wordt uitgescheiden via urine of (gal en) ontlasting

Slide 8 - Tekstslide

Rode bloedcellen: Erytrocyten

Slide 9 - Tekstslide

Bloedcellen
Bloedplaatjes: Trombocyten(stolling van bloed)
Witte bloedcellen: Leukocyten (afweer en immuniteit)
                                                                    Rode bloedcellen: Erytrocyten                                                  (                          vervoeren bloedgassen) 
                                                          * Zuurstof voor energie
                                       * Kooldioxide  

Slide 10 - Tekstslide

Rode bloedcellen
  • Vervoeren O2 en Co2 door je lichaam
  • Meeste cellen in lichaam zijn erytrocyten.
  • Erytrocyten zijn voor 1/3 gevuld met het eiwit hemoglobine
  • Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
  • Om Hemoglobine te maken is ijzer nodig.
  • In elke bloedcel zitten 270 miljoen hemoglobine eiwitten
  • Bekende rode bloedcelziekte?

Slide 11 - Tekstslide

Trombocyten (bloedplaatjes)

Slide 12 - Tekstslide

Trombocyten

  • Zorgen dat wondjes dichtgaan
  • bloedstolling

Slide 13 - Tekstslide

Bloedstolling
Door bloedstolling  verlies je zo min mogelijk bloed bij een kapot vat 

Hierbij spelen een rol...
  • het bloedvat in kwestie
  • bloedplaatjes
  • stollingseiwitten in plasma

Slide 14 - Tekstslide

  • het bloedvat vernauwt (vasoconstrictie)
  • hierdoor wordt het bloedverlies beperkt.
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 1
Help...!
Ik heb een gat in mijn bloedvat.....

Slide 15 - Tekstslide

  • Trombocyten hechten zich aan elkaar aan de wondranden (von Willebrand        factor
    • Het bloed klontert en vormt een trombocytenprop

Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 2

Slide 16 - Tekstslide

Uit de kapotte trombocyt komt plaatjesfactor vrij. Deze brengt een kettingreactie van stolling in gang, waardoor....
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 3

Slide 17 - Tekstslide

  • ... draden van fibrine gevormd worden
  • de draden sluiten de wond helemaal af
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 3

Slide 18 - Tekstslide

  • 13 stollingsfactoren
  • De meeste hiervan worden in de lever gemaakt
  • Vitamine K is een belangrijke bouwstof voor stollingsfactoren
  • Fibrine wordt ook weer afgebroken. Dat noemen we fibrinolyse

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Witte bloedcellen: Leucocyten

Slide 22 - Tekstslide

Witte bloedcellen
Bestrijden ziekteverwekkers

  • Witte bloedcellen type 1, granulocyten: Eten de ziekteverwekkers op
  • Witte bloedcellen type 2, lymfocyten: Maken afweerstoffen (antistoffen)

Slide 23 - Tekstslide

Afweer

Slide 24 - Tekstslide

Afweersysteem
  • Ziekteverwekkers 
  1. Bacteriën (ziekmakers en nuttig)
  2. Virussen
  3. Giftige stoffen (alcohol)
  • Lever
      

Slide 25 - Tekstslide

Eerste linie (algemene afweer)
Eerste afweerlinie

Mechanische afweer

Huid en slijmvliezen neus, mond en keel

Lage Ph

Slide 26 - Tekstslide

Tweede linie (algemene) afweer
Nodig na beschadiging 
huid of slijmvliezen

Alarmstoffen - ontsteking 
> witte bloedcellen 

Cellulaire afweer

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Derde linie
  • Komt in actie: aantal dagen na tweede linie
  • Witte bloedcellen maken antistoffen (meest effectief)
  • Moleculaire afweer
  • Duurt aantal dagen tot weken
  • Geheugen van witte bloedcellen 
  • Immuun

Slide 29 - Tekstslide

'Vierde linie'
Geneesmiddelen
  • Antibiotica
  • Pijnstillers
  • Koortswerende middelen

Vaccinatie

Slide 30 - Tekstslide

Type 1
Type 2

Slide 31 - Tekstslide

7.3 afweer: soorten en functie
Alles wat een onbekend signaaleiwit heeft, is lichaamsvreemd: antigenen

Witte bloedcellen herkennen antigenen en maken antistoffen (ook eiwitten) om het vreemde onschadelijk te maken.

Slide 32 - Tekstslide

7.3 afweer: soorten en functie
Er zijn twee soorten afweer...

1 algemene afweer
  • aangeboren
  • niet-specifiek (dus op elke vreemde cel van toepassing)
  • komt snel op gang
  • korrelcellen/ granulocyten eten de ziektekiem op 

Slide 33 - Tekstslide

7.3 afweer: soorten en functie
Er zijn twee soorten afweer...
2 specifieke afweer
  • verworven (later gekregen)
  • specifiek (dus op één vreemde cel van toepassing)
  • komt traag op gang
  • Lymfocyten spelen een rol
  • B-lymfo (antistoffen aanmaak)en T lymfo (opruiming, lymfe)

Slide 34 - Tekstslide

stap1
de korrelcel eet de indringer op (fagocytose) en maakt zichtbaar 'wie hij opgegeten heeft'

Slide 35 - Tekstslide

stap2
de lymfecel herkent stukjes antigeen als lichaamsvreemd

Slide 36 - Tekstslide

stap3
de lymfecel maakt een specifieke antistof, die de indringers uitschakelen

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Lymfestelsel

Slide 44 - Tekstslide

Het lymfestelsel
Functie: het verwijderen van afvalstoffen
Afweer tegen infecties

Slide 45 - Tekstslide

Lymfevatenstelsel
  • Verzamelen van overgebleven vocht uit cellen = lymfe
  • Door heel het lichaam
  • Stelsel mondt uit in
    twee grote aders
    tussen nek en schouders
  • Ondersteunt bloedcirculatie
  • Afweersysteem (witte bloedcellen)

Slide 46 - Tekstslide

Wat doet je lymfevatenstelsel?

  • Lymfevaten zijn te vergelijken met de aders van je bloedvatenstelsel.
  • In lymfevaten zitten ook kleppen.
  • Door de kleppen kan lymfe maar één kant op stromen.
  • Brengt vocht terug van weefsel in de bloedbaan.

Slide 47 - Tekstslide

Wat doet je lymfevatenstelsel

  • Lymfevaten voeren lymfe naar de lymfeklieren / lymfeknopen.

  • Hier wordt het lymfe gecontroleerd op de aanwezigheid van ziekteverwekkers.

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video

QUIZ!!!!

Slide 50 - Tekstslide

Wat hoort NIET bij de eerste afweerlinie?
A
witte bloedcellen
B
de huid
C
de neus
D
de mond

Slide 51 - Quizvraag

Bloedgroep 0 kan alleen ontvangen van 0 maar aan iedereen geven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 52 - Quizvraag

Waar worden bloedcellen afgebroken
A
Milt en lever
B
Lever en de darmen
C
Milt en de maag
D
Lever en de maag

Slide 53 - Quizvraag

Welke cellen in het bloed zijn belangrijk bij de bloedstolling
A
witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma

Slide 54 - Quizvraag

De Latijnse naam voor rode bloedcellen:
A
Erytrocyten
B
Leukocyten
C
Trombocyten

Slide 55 - Quizvraag

Wat wordt er in het lichaam gespoten bij een vaccinatie?
A
Antibioticum tegen ziekteverwekkers
B
Antistoffen tegen ziekteverwekkers
C
Delen van ziekteverwekkers
D
Witte bloedlichaampjes

Slide 56 - Quizvraag

Wat is de functie van rode bloedcellen?
A
Afweer tegen ziektekiemen
B
Bloedstolling
C
Transport van voedingsstoffen
D
Zuurstoftransport

Slide 57 - Quizvraag