werkconcept Thoracale Chirurgie

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

log in met je smartphone
er komen vragen in de les
typ je voor en achternaam in

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                       even herhalen: 
Anatomie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hartlagen van binnen naar buiten:
A
endocard, myocard, epicard
B
myocard, endocard, epicard
C
epicard, myocard, endocard
D
epicard, endocard, myocard

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

binnenste laag endocard
endotheel cellen die binnenkant hart volledig bedekken

hiernaast bacteriële endocarditis

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

middelste laag myocard
de spierlaag van het hart

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                  buitenste laag:
 epicard en pericard
                           het hartzakje, stug bindweefsel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn de arteria coronaria
A
de kransaders, ze ontspringen voor de aorta klep
B
de kransslagaders, ze ontspringen voor de aorta klep
C
de kransaders, ze ontspringen achter de aorta klep
D
de kransslagaders, ze ontspringen achter de aorta klep

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

arteria coronaria

arteria coronaria sinistra (linker)
arteria coronaria dextra (rechts)
via vena coranaria weer terecht in rechterboezem

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een echocardiogram meet
A
elektrische lading hart
B
bloedstromen door geluidsgolven
C
elektrische ontlading hart
D
met lasertechniek

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoeveel hartkleppen heeft een mens normaal gesproken?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

waar zit de vulvula tricuspidalis ?
A
tussen rechterboezem en kamer
B
tussen linker boezem en kamer
C
tussen rechter ventrikel en de longslagader
D
tussen linkerkamer en de aorta

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

waar zit de vulvula pulmonalis ?
A
tussen rechterboezem en kamer
B
tussen linker boezem en kamer
C
tussen rechter ventrikel en de longslagader
D
tussen linkerkamer en de aorta

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

waar zit de vulvula aortica ?
A
tussen rechterboezem en kamer
B
tussen linker boezem en kamer
C
tussen rechter ventrikel en de longslagader
D
tussen linkerkamer en de aorta

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

waar zit de valvula mitralis ?
A
tussen rechterboezem en kamer
B
tussen linker boezem en kamer
C
tussen rechter ventrikel en de longslagader
D
tussen linkerkamer en de aorta

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat maakt de mitralisklep zo bijzonder?
A
de vorm van 3 delen
B
de vorm van 2 delen
C
de vorm van 4 delen
D
bestaat uit 1 geheel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:45
welke medicatie is gebruikelijk bij hartfalen?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

medicatie 1
diuretica vochtafdrijver 
bv furosemide.
ace remmers bloeddrukverlagend 
Enalapril (Renitec®)
Ramipril (Tritace ®)
Lisinopril (Zestril ®)
Perindopril (Coversyl ®)

bétablokkers verlagen van de hartslag en de bloeddruk. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

medicatie 2
angiontensine ii receptorblokkers (at2-antagonisten) 
afgekort AIIRA's hypertensie 
indien ace remmers bijwerking hebben

digoxine (lanoxin) pompfunctie en of ritme
bétablokkers verlagen van de hartslag en de bloeddruk. 
Propranolol, Acebutolol (Sectral), Metoprolol (Selokeen)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

medicatie 3
anticoagulantia/ bloedverdunners tegen trombus
Acetylsalicylzuur/Heparine/ alteplase,
nitraten bloedvat verwijden bv nitroglycerine
calcium antagonisten bloedvat verwijden
overige vaatverwijders  

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een patiënt met decompensatio kan beter geen ... gebruiken
A
paracetamol
B
diclofinac
C
tramadol
D
ibuprofen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

leiden mogelijk tot vochtophoping
verslechtering 
nierfunctie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

thoracale chirurgie

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn de meest voorkomende hartoperaties? 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

meest voorkomende operaties:
coronaire angiografie (dotter/hartkatheterisatie)
coronair chirurgie (bypass)
klepchirurgie (bv aortaklep)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een moslim patiënt kan een biologische kunstklep weigeren, omdat deze van varkens gemaakt wordt.
A
dit klopt
B
soms ook van runderen
C
kan van menselijk materiaal gemaakt worden
D
klopt allemaal

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




biologische klunstklep                         mechanische kunstklep

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een patiënt klaagt na de operatie dat hij zijn mechanische kunstklep hoort. Kan dit?
A
consult psychiater
B
direct de chirurg roepen
C
ja
D
nee

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

pre operatief

Slide 38 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

het sternum wordt dichtgemaakt met
A
hechtdraad
B
ijzerdraad
C
oplosbare hechtdraad
D
carbonfiber materiaal

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een permanente pacemaker kan een complicatie zijn
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quizvraag

 Bij het vervangen van de aortaklep is beschadiging van de bundel
van His mogelijk. De bundel van His bestaat uit de zenuwen die de
elektrische prikkel voor de hartslag doorgeven van de boezems naar
de kamers. Beschadiging van deze bundel kan leiden tot een AVblok, een hartritmestoornis. Dit zorgt ervoor dat de elektrische
prikkel niet wordt doorgegeven. De chirurg kan dit oplossen met een
tijdelijke pacemaker. Als de geleiding niet herstelt, heeft u een
permanente pacemaker nodig.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

een herseninfarct kan een complicatie zijn van hartchirurgie
A
juist
B
onjuist

Slide 47 - Quizvraag

Tijdens de operatie kan er een stukje kalk van de klep wegschieten
en een herseninfarct veroorzaken. Gelukkig is de kans hierop klein.

een hart tamponade is:
A
een bloeding in het hartzakje
B
als er een gaas achterblijft
C
een bloeding aan de aorta
D
als er een gaas in aorta komt

Slide 48 - Quizvraag

 Een bloeding in uw hartzakje na de operatie. Meestal merkt uw
chirurg dit snel op, omdat uw bloeddruk daalt. Daardoor kan hij snel
ingrijpen. Soms treedt de bloeding in het hartzakje langzaam en
sluipend op en moet u een spoedoperatie ondergaan. In sommige
gevallen is een operatie niet nodig en kan de cardioloog het bloed
met een naald opzuigen.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke klacht verwacht je niet post operatief?
A
huilbuien
B
pijn tussen schouderbladen
C
koorts
D
uitstralende pijn naar links

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

andere klachten post operatief

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een cardiaal belaste patiënt kan dit diëet het beste volgen
A
natrium verrijkt diëet
B
ketogeen diëet
C
natrium beperkt diëet
D
ketogram diëet

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een gangbare hoeveelheid bij vochtbeperking is
A
0-500 ml per dag
B
500-1000 ml per dag
C
1000- 1500 ml per dag
D
1500-2000 ml per dag

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies