einde hoofdstuk 4

Welcome
07-04-2021
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome
07-04-2021

Slide 1 - Tekstslide

Today:

Slide 2 - Tekstslide

Questions
About the homework or the chapter/test in general?

Slide 3 - Tekstslide

Recap of all grammar:

Slide 4 - Tekstslide

Vragen met TO DO:
Wanneer gebruik je TO DO om een vraagzin te maken?
  • Als er geen vorm van to be, have got of can in de zin staat.
  • I like to read.
  • Do I like to read?
  • She likes to read.
  • Does she like to read?
  • Does she liketo read?


Slide 5 - Tekstslide

Ontkenningen met TO DO:
Wanneer gebruik je TO DO om een ontkenning te maken?
  • Als er geen vorm van to be, have got of can in de zin staat.
  • Welk woord gebruik je 'ALTIJD' in een ontkenning?
  • NOT
  • You like dogs. 
  • You don't like dogs. 
  • She loves animals. 
  • She doesn't love. animals. 

Slide 6 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
Ek1A is smart. Mr Vos is smarter. Miss Braat is the smartest of them all!
  • Smart - smarter - smartest
  • GrotER + -ER, grootSTE + - est
  • Woord eindigent op een 'e': wise - wiser - wisest
  • Alleen +r en +st
  • Woord eindigent op één klinker en één medeklinker: big - bigger - biggest
  • De medeklinker verdubbelt
  • Woord eindigent op een medeklinker + -y: bloody - bloodier - bloodiest
  • Ipv + -er, + IER en ipv + -est, + IEST
  • Woord met meer dan drie lettergrepen: intelligent - ... intelligent - ... intelligent
  • Geen -er/-est, maar more of most

Slide 7 - Tekstslide

Maak een vraagzin met TO DO:

You cycle to school.
A
You do cycle to school?
B
Do you cycle to school?
C
Cycle you to school?
D
Cycle do you to school?

Slide 8 - Quizvraag

Maak een ontkenning met TO DO:

You cycle to school.
A
You cycle not to school.
B
You not cycle to school.
C
You do not cycle to school.
D
Not do you cycle to school.

Slide 9 - Quizvraag

Maak een vraagzin met TO DO:

I can go to school by bike.
A
Do I can go to school by bike?
B
Can I do go to school by bike?
C
Do can I go to school by bike?
D
Je mag geen vraagzin met TO DO maken

Slide 10 - Quizvraag

Maak groter:

I am very important!
A
But you are importanter.
B
But you are importantest.
C
But you are more important.
D
But you are most important.

Slide 11 - Quizvraag

Maak kleiner:

You are the angriest.
A
You are angry.
B
You are angrier.
C
Beide mogelijkheden zijn kleiner.
D
Geen van beide mogelijkheden is kleiner.

Slide 12 - Quizvraag

To the test yourself
Do the test yourself on page 109 of your workbook.
Question? Raise your hand.

Slide 13 - Tekstslide

Recap
Any questions left?

Homework for next class: finish the test yourself.

Test date: 13th of April

See you tomorrow!

Slide 14 - Tekstslide