Kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
PED- B
Als het anders gaat
Kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je over dromerig gedrag?
Slide 2 - Open vraag
Wat weet je over angstig gedrag?
Slide 3 - Open vraag
Wat wordt er verstaan onder een ontwikkelingsachterstand?
Slide 4 - Open vraag
Welke kenmerken zou je bij jonge kinderen kunnen zien als hun motoriek zich langzamer of anders ontwikkelt? Noem er drie:
Slide 5 - Open vraag
Noem de ontwikkelingsgebieden waarin je een achterstand kunt oplopen? Geef ook een tip per ontwikkelingsgebied hoe je het kind het beste kunt begeleiden.
Slide 6 - Open vraag
Welke ontwikkelingsstoornissen ken je?
Slide 7 - Open vraag
Welke leerstoornissen ken je?
Slide 8 - Open vraag
Waar denk je aan bij opvallend gedrag?
Slide 9 - Woordweb
ASS is een verzamelnaam voor verschillende vormen van autisme. Kinderen en jongeren met ASS hebben niet alleen maar problemen. Welke punten hieronder zijn de punten waarin mensen met ASS heel goed in kunnen zijn?
A
vangspelletjes
B
goed om kunnen gaan met computers
C
fantasiespel
D
feiten onthouden
Slide 10 - Quizvraag
Bedenk 2 positieve eigenschappen van een kind dat druk gedrag vertoont
Slide 11 - Open vraag
Bedenk 2 tips voor het omgaan van druk gedrag bij peuters
Slide 12 - Open vraag
Waar
Niet waar
De meeste jongens en meisjes in een bepaalde leeftijdscategorie zijn gemiddeld even druk en beweeglijk
Druk gedrag wordt pas 'opvallend' genoemd als het (vrijwel) altijd aanwezig is
Over een jongen van 11 die na twee uur hard werken in de klas onrustig wordt, hoef je je geen zorgen te maken
Over een meisje van 12 dat bijna nooit een kwartiertje rustig aan een rekenopdracht kan werken, hoef je je geen zorgen te maken
Jonge kinderen bewegen van nature veel en ze gaan bij het spelen van het een naar het ander
Slide 13 - Sleepvraag
Bedenk wat mogelijke onderliggende oorzaken/ problemen kunnen zijn van onverschillig gedrag. Noem er 3 en licht de relatie met onverschilligheid toe
Slide 14 - Woordweb
Hoe ga je als toekomstig pedagogisch medewerkster om met kinderen die stelselmatig liegen?
Slide 15 - Open vraag
Welke uitspraak is juist?
A
Angst bij jongeren of kinderen is meestal reëel
B
Een angststoornis bij kinderen gaat altijd vanzelf over als ze ouder worden
C
Een kind of jongere met een angststoornis is altijd ergens met gegronde reden bang voor
D
Een extreme angst voor een voorwerp of situatie noem je ook wel een fobie
Slide 16 - Quizvraag
Welke kinderen en jongeren worden begeleid door een orthopedagogisch behandelcentrum en in welke situaties bieden ze hulp bij problemen thuis?
Slide 17 - Open vraag
Iemand met autisme heeft vaak problemen met drie dingen. Welke dingen zijn dat?
Slide 18 - Open vraag
Een onveilige en stressvolle omgeving kan de kans op problemen bij een kind vergroten. Welke antwoord is juist?
Ziekte, overlijden, gezonde leefstijl, wisselen van school
Slide 19 - Quizvraag
Welke hulpmiddelen gebruiken slechtzienden en blinden?
Slide 20 - Open vraag
Welke kinderopvangvormen en soorten scholen binnen Nederland ken je?
Slide 21 - Open vraag
Wat weet je van dyslexie?
Slide 22 - Woordweb
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand kunnen gewoon terecht in de kinderopvang. Noem een reden waarom dat positief kan bijdragen aan hun ontwikkeling.
Slide 23 - Open vraag
Leg in je eigen woorden uit wat de begeleiding van een kind met een ontwikkelingsachterstand kan betekenen voor het werk van de leidster in de kinderopvang.