Retaillandschap en onderzoek les 8

Retaillandschap en onderzoek
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Retaillandschap en onderzoekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Retaillandschap en onderzoek

Slide 1 - Tekstslide

  • Hoofdstuk 4 
  • Vragen maken / inleveren

Slide 2 - Tekstslide

Doelgroepen en marktsegmentatie

Slide 3 - Tekstslide

Criteria voor marktsegmentatie

Slide 4 - Tekstslide

Geografisch
Verzorgingsgebied 

Slide 5 - Tekstslide

Geografisch
Verzorgingsgebied = gebied waar de consumenten wonen.

- Primair verzorgingsgebied
- Secundair verzorgingsgebied




Slide 6 - Tekstslide

Verzorgingsgebied
Hoe groot het verzorgingsgebied is hangt o.a. af van: 
  • Het assortiment
  • Bereikbaarheid en parkeermogelijkheden
  • Welke winkels er nog meer in het verzorgingsgebied zijn.




Slide 7 - Tekstslide

- Gezinssituatie/samenstelling
- Burgerlijke staat
- Geslacht
- Leeftijd


Voorbeeld?
Demografische kenmerken

Slide 8 - Tekstslide

Sociaal economische kenmerken
- Inkomen 
- Sociale klasse
- Opleidingsniveau
- Beroep

Een retailer die dure horloges verkoopt richt zich op de doelgroep met een hoog inkomen.

Slide 9 - Tekstslide

Psychografische kenmerken
- Levensstijl 
- Waarden en normen
- Persoonlijkheidskenmerken

Bijv. duurzaam leven 

Deze kenmerken zijn vaak erg persoonlijk en soms moeilijk waar te nemen. 

Slide 10 - Tekstslide

Gedrag 
Bij segmentatie op basis van gedrag kijk je naar criteria als verbruik, merkentrouw en koopbereidheid. 

Hoe trouw is de consument aan een merk en hoe groot is de koopbereidheid?


Slide 11 - Tekstslide

Wie heeft er goed opgelet? 

Kahoot!

Slide 12 - Tekstslide

Marktbenadering
Als je hebt vastgesteld welke segmenten er zijn, kun je voor bepaalde segmenten kiezen. Dit noem je:  marktbenaderingsstrategie of segmentatiestrategie.

Slide 13 - Tekstslide

Vier verschillende strategieën

Slide 14 - Tekstslide

Geconcentreerde marktbenadering
Wanneer een winkel kiest voor één of een klein aantal segmenten. 

1 specifieke doelgroep 
1 winkelformule

Slide 15 - Tekstslide

Gedifferentieerde marktbenadering
Verschillende doelgroepen 
Verschillende bediening

Elke doelgroep heeft een eigen 
winkelformule. Er worden 
bijv. producten van verschillende
prijsklassen verkocht.

Slide 16 - Tekstslide

Ongedifferentieerde marktbenadering
Tegenovergestelde van segmentatie:
Markt wordt niet verdeeld in groepen.

Slide 17 - Tekstslide

Niche-marktbenadering
Gericht op een klein onderdeel van de markt dat grotere bedrijven niet op focussen. 

Doelgroep vaak erg klein, maar met de juiste focus valt er soms toch rendement te halen. 

Slide 18 - Tekstslide

Product-marktcombinaties

Slide 19 - Tekstslide

Ansoffmatrix
Marktpenetratie: weinig risico, je kunt je onderscheiden door marktverbreding of -verdieping. 

Productontwikkeling: Zelfde markt, ander product. Levert ook nieuwe klanten op voor je oorspronkelijke product. Bijv. jeansshop gaat schoenen verkopen. 

Slide 20 - Tekstslide

Ansoffmatrix
Marktontwikkeling: Omzet vergroten door bijv. een webshop te openen. Doelgroep verandert van de eigen stad naar heel NL.

Diversificatie: Omzet vergroten door nieuwe producten te gaan verkopen. Bijv. een damesmodezaak die ook herenmode gaat verkopen. 

Slide 21 - Tekstslide

Ansoffmatrix

Slide 22 - Tekstslide

Opdrachten
Niveau 4: T/m week 8 staan de opdrachten in teams. 
Af? 
Lever het in via teams opdrachten

Ga verder met je examenopdracht. 

Slide 23 - Tekstslide

Volgende les

Slide 24 - Woordweb