Meervoud op -eren of met trema
Sommige woorden krijgen een meervoud op -eren:
kind > kinderen, ei > eieren.
Woorden die op -ee of -ie eindigen krijgen een trema:
porie > poriën, bacterie > bacteriën.
Als de klemtoon op de laatste lettergreep valt, komt het trema op een extra e:
zee > zeeën, melodie > melodieën.