Hechtingsstoornis

Veilige hechting
INL

Les Kind en jeugd
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
doelgroepenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Veilige hechting
INL

Les Kind en jeugd

Slide 1 - Tekstslide

Hechtingsstoornis?

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen

* Je benoemd 2 voorwaarden voor een veilige hechting

* Je benoemd 3 kenmerken van een hechtingsstoornis


Slide 3 - Tekstslide

Veilige hechting
  • Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

Slide 4 - Tekstslide

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en adequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat gaat hier mis?

Slide 7 - Open vraag

Noem een voorbeeld van wat een ouder moet doen om een veilige hechting te stimuleren.

Slide 8 - Open vraag

Hechtingsproblematiek
Volgens Mary Ainsworth 4 patronen van hechting:
  1. Veilig gehecht: goede balans exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. 
  2. (Onveilig)vermijdend gehecht: negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich "zelfstandig". 
  3. (Onveilig) afwerend gehecht: weinig geneigd zelfstandig activiteiten uit te voeren, afwezigheid opvoeder leidt tot angst, terugkeer voor boosheid en verontwaardiging. 
  4. (onveilig) Gedesorganiseerd gehecht: zoeken enigszins toenadering, tegelijkertijd levert dat stress en angst op. 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht:
Wat:
1. Zoek de kenmerken van een onveilige hechting op. 
 
Hoe:  Je maakt een drietal en schrijft de antwoorden op een blaadje en levert dit in bij de docent als je klaar bent. 

Hulp: internet

Tijd: 15 minuten

Uitkomst: kennis

Klaar? de docent verdeelt de briefjes over de groepjes en discussie




Verdieping/extra opdracht: Hoeveel procent van de bevolking heeft hechtingsproblemen en hoeveel % een hechtingsstoornis?
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

- Kind vertoont claimgedrag t.o.v. de ouder/verzorger
- Vraagt op een ongewenste manier aandacht
- Kan zich niet goed concentreren, leerproblemen vertoont impulsief, agressief of
passief gedrag
- Communiceert onzinnig
- Qua eetgedrag: schrokken
- Gewetensontwikkeling laat te wensen over, soms gemeen met dieren omgaan
- Geen affectie kunnen geven en ontvangen
- Liegen 
Kenmerken onveilige hechting

1. Kind vertoont claimgedrag t.o.v. de ouder/verzorger

2. Vraagt op een ongewenste manier aandacht

3. Kan zich niet goed concentreren, leerproblemen vertoont impulsief, agressief of passief gedrag

4.  Communiceert onzinnig, kan niet goed met leeftijdsgenoten overweg

5.  Gewetensontwikkeling laat te wensen over, soms gemeen met dieren omgaan

6. Geen affectie kunnen geven en ontvangen en Liegen 

Slide 11 - Tekstslide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 
  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht, 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 12 - Tekstslide

Risicofactoren kind
- Het kind is lichamelijk niet helemaal in orde, het mist bijvoorbeeld een vinger.
- Het kind is ongewenst.
- Het kind is te vroeg geboren.
- Het kind heeft een verstandelijke (geestelijke) of lichamelijke handicap.
- Het kind heeft een moeilijk temperament, hij is bijvoorbeeld snel boos of huilerig.

Slide 13 - Tekstslide

Risicofactoren bij ouders
- Als de ouders zelf onveilig zijn gehecht kunnen ze dit overdragen op hun eigen kind door hun manier van benaderen.
- De ouders mishandelen of verwaarlozen het kind.
- Als de ouders psychische problemen hebben, zoals verslaving of depressie.
- Als de ouders met onverwerkt verdriet zitten.
- Als een van de ouders bijvoorbeeld terminaal ziek is 

Slide 14 - Tekstslide

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 15 - Tekstslide

Welke beschermende factoren waren er aanwezig in jouw jeugd?

Slide 16 - Tekstslide

Begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsstoornis
Het bieden van veiligheid staat centraal.

Kinderen/jongeren missen hun vertrouwen in zichzelf en de wereld.

Slide 17 - Tekstslide

Waar kun je aan denken?
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van het kind/jongere

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen

* Je benoemd 2 voorwaarden voor een veilige hechting

* Je benoemd 3 kenmerken van een hechtingsstoornis


Slide 19 - Tekstslide