Zakelijke e-mail les 4

Nederlands leerjaar 1 - les 4
Het schrijven van een zakelijke e-mail
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands leerjaar 1 - les 4
Het schrijven van een zakelijke e-mail

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel:
Je leert in welke situaties je wel of geen e-mail stuurt. 
Je leert welke zinnen je kunt gebruiken in je e-mails.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij weleens een e-mail als vervelend ervaren?
ja
nee
ik weet het niet meer

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer vind je een e-mail storend of vervelend (bedenk een voorbeeld)?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer stuur je geen e-mail? 

  • Een meningsverschil hebt
  • Vertrouwelijke informatie wilt uitwisselen
  • Slecht nieuws hebt
  • In een situatie zit waar een probleem bestaat of dreigt te ontstaan
  • Op het allerlaatste moment een vergadering of afspraak wilt afzeggen
  • Veel vragen hebt
  • Een vraag hebt waar je met spoed een antwoord op wilt hebben
  • Een vervelend bericht hebt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem de bovenstaande opdracht door.

Slide 6 - Tekstslide

Stuur deze opdracht ook naar de studenten via de chat. Deze plaats ik los in de OneDrive. 
Wat schrijf je op als onderwerp?
A
sneller internet
B
F-line
C
klacht abonnement
D
klacht klantenservie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt de eerste zin van jouw inleiding?

Slide 8 - Open vraag

In de inleiding geef je aan waarom je de e-mail schrijft. De student moet dus opschrijven dat deze een klacht heeft over de afhandeling van zijn eerder gemelde klacht. Dus een klacht over de situatie: de klantenservice die niet de juiste service verleent. 
Waarover gaat jouw klacht?

Slide 9 - Woordweb

In steekwoorden omschrijven de studenten de klacht die omschreven staat in de opdracht.
Te traag internet
Klantenservice is niet te bereiken.
Schrijf nu een argument op: waarom heb je die klacht. Gebruik een signaalwoord.

Slide 10 - Open vraag

Eventueel herhaal je enkele signaalwoorden voor de studenten, zodat ze weer weten wat dat ook alweer zijn. Je kunt verklappen dat de zin moet beginnen met: 
Mij werd sneller internet beloofd, maar ik heb al tien dagen helemaal geen internet.
Of: 
Ik probeerde de klantenservice te bereiken, maar deze is de afgelopen tien dagen niet te bereiken.



Verwachtingen
In je inleiding heb je aangegeven waarom je mailt.
Nu ga je vertellen hoe het probleem opgelost kan worden.

Begin bijvoorbeeld met: graag wil ik, of: 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer nu wat je van F-line verwacht. Dus: hoe moet jouw klacht afgehandeld worden.

Slide 12 - Open vraag

Misschien wil je wel dat je internet inderdaad sneller wordt, maar misschien wil je ook wel dat je abonnement wordt opgezegd. Dat mag je zelf kiezen. 
Wat is de laatste zin (niet de slotgroet)?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Denk je dat je goed voorbereid bent op de toets 'Zakelijke e-mail'?
ja
nee
help!

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb je verder nog vragen over de toets?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies