9.5 Machten van negatieve getallen

Vragen over
Vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen?
(Rekenregels)
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vragen over
Vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen?
(Rekenregels)

Slide 1 - Tekstslide

9.5 Machten van negatieve getallen
Leerdoelen:
  • Je leert hoe je kwadraten en machten berekent als het grondtal negatief is.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe?

  • Quiz
  • Zelfstandig werken vanaf 08:50 uur (uiterlijk)

Slide 3 - Tekstslide

8 = ...
2

Slide 4 - Open vraag

Het tegengestelde van 64 = ...

Slide 5 - Open vraag

Het tegengestelde van 8 = ...
2
A
16
B
82
C
64
D
bestaat niet

Slide 6 - Quizvraag

-8 = ...
2
A
16
B
16
C
64
D
64

Slide 7 - Quizvraag

64 = -8
2
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

64 =
A
82
B
(8)2

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Filmpje

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 12 - Tekstslide

5 = ...
3

Slide 13 - Open vraag

Het tegengestelde van 125 = ...

Slide 14 - Open vraag

Het tegengestelde van 5 = ...
3
A
15
B
53
C
125
D
bestaat niet

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist
A
54=(5555)=625
B
54=5555=625

Slide 16 - Quizvraag

Wat is juist
A
(2)3=222
B
(2)3=(222)

Slide 17 - Quizvraag

-2
4

Slide 18 - Open vraag

-4
2

Slide 19 - Open vraag

(-4)
2

Slide 20 - Open vraag

(-3)
2

Slide 21 - Open vraag

(-3)
3

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Bestuderen theorie 9.5
Maken 9.5
Belangrijke woorden om te onthouden/begrijpen:
Kwadraat van een negatief getal; 
Hogere macht negatief getal: 
even exponent --> uitkomst positief
oneven exponent --> uitkomst negatief

Slide 24 - Tekstslide

Wat hebben jullie vandaag geleerd?

Slide 25 - Woordweb


Slide 26 - Open vraag

Vragen?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

-5^2 =
A
-10
B
25
C
-25
D
10

Slide 28 - Quizvraag

(-3)^2 =
A
-6
B
9
C
-9
D
6

Slide 29 - Quizvraag

(-6)^2 =
A
-6 x -6
B
-6 x 6
C
6 x 6
D
-6 x 2

Slide 30 - Quizvraag

-10^2 =
A
-(10 x 10)
B
-10 x -10
C
10 x 10
D
-10 x 2

Slide 31 - Quizvraag

-1/2^2=

Slide 32 - Open vraag

(-2/3)^2

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide