2223 G1D H6 §2

G1D
Het klimaat in de bergen
        Hoofdstuk 6 - Klimaat en natuurlandschap in Europa
        1 / 38
        volgende
        Slide 1: Tekstslide
        AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

        In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

        time-iconLesduur is: 45 min

        Onderdelen in deze les

        G1D
        Het klimaat in de bergen
              Hoofdstuk 6 - Klimaat en natuurlandschap in Europa

              Slide 1 - Tekstslide


              • de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven
              • de kenmerken van het reliëf van Europa beschrijven
              • het verband tussen het reliëf en de temperatuur (hoe hoger hoe kouder) benoemen
              • het verband tussen het reliëf en de neerslag (stuwingsregen / regenschaduw) benoemen
              • aan het einde van dit hoofdstuk de betekenis van alle begrippen van hoofdstuk 6 (lesboek bladzijde 100/101) geven
              Ik kan:
                    6.2 Het klimaat in de bergen - leerdoelen

                          Slide 2 - Tekstslide

                          De Alpen zijn het hoogste gebergte van Europa.
                          • hooggebergte
                          • Mont Blanc (4.808 m hoog)
                          • sneeuw, gletsjers, bergtoppen
                          Europa is een werelddeel vol reliëf.
                          --> vanuit de Alpen stromen rivieren door middelgebergten, heuvelland en laagland
                           
                          Europa heeft veel onregelmatige vormen:
                          • veel inhammen
                          • schiereilanden en echte eilanden
                          Reliëf en vorm van Europa
                                6.2 Het klimaat in de bergen

                                      Slide 3 - Tekstslide

                                      Scandinavisch Hoogland: invloed van reliëf op temperatuur goed zichtbaar.
                                      De Noorse stad Bergen ligt op hoge breedte, maar nooit heel koud
                                      --> Golfstroom + aanlandige wind
                                      Ten oosten van Bergen ligt de Noorse stad Lillehammer en Zweden:
                                      --> in de winter:
                                      • gebergte houdt de relatief warme aanlandige wind tegen
                                      • ten oosten van het Scandinavisch Hoogland veel kouder
                                      • Noorse havens ijsvrij, Zweedse havens niet
                                      --> in de zomer:
                                      • gebergte houdt de koele zeelucht tegen
                                      • warmer in Zweden dan in Noorwegen
                                       Ander verband reliëf en temperatuur: 100 m stijging = 0,6 ⁰C kouder
                                      Reliëf en temperatuur
                                            6.2 Het klimaat in de bergen

                                                  Slide 4 - Tekstslide

                                                  Het klimaat: temperatuur en neerslag in een gebied over een periode van 30 jaar.
                                                  --> reliëf veroorzaakt grote verschillen in neerslag in Europa  
                                                  Het Scandinavisch Hoogland zorgt voor:
                                                  • stuwingsregens aan de loefzijde  
                                                  De stad Bergen: kust, windkant
                                                  • droogte aan de lijzijde / de regenschaduw 
                                                  Lillehammer: landinwaarts, niet-windkant
                                                  Reliëf en neerslag
                                                        6.2 Het klimaat in de bergen

                                                              Slide 5 - Tekstslide

                                                              LB - blz. 90 & 91
                                                              WB - blz. 96 t/m 98
                                                              Opdrachten:
                                                              1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10
                                                              In stilte!
                                                              timer
                                                              5:00
                                                              6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                    Slide 6 - Tekstslide

                                                                    LB - blz. 90 & 91
                                                                    WB - blz. 96 t/m 98
                                                                    Opdrachten:
                                                                    1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10
                                                                    In overleg...
                                                                    timer
                                                                    5:00
                                                                    6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                          Slide 7 - Tekstslide

                                                                          6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                Slide 8 - Tekstslide

                                                                                6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                      Slide 9 - Tekstslide

                                                                                      Het reliëf (het hoogteverschil dus) heeft nog een andere invloed op de temperatuur:
                                                                                      • Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt (en hoe minder er dus groeit!)
                                                                                      • Bij elke 100 meter die je omhoog gaat, daalt de temperatuur met 0,6˚C (graden celcius)
                                                                                      • Kun je hier nu zelf mee rekenen? Probeer het met de volgende vragen!
                                                                                      6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                            Slide 10 - Tekstslide


                                                                                            Beneden aan de berg is het 15˚C
                                                                                            Welke temperatuur is het op 1.000 meter hoogte?
                                                                                            A
                                                                                            15˚C
                                                                                            B
                                                                                            -12˚C
                                                                                            C
                                                                                            21˚C
                                                                                            D
                                                                                            9˚C

                                                                                            Slide 11 - Quizvraag

                                                                                            Als het beneden 15˚C is en je gaat 1.000 meter omhoog, dan:

                                                                                            • gaat de temperatuur 10 x 0,6˚C = 6˚C  omlaag
                                                                                            • 6˚C kouder dan 15˚C is 9˚C


                                                                                            • Nog één proberen..?  

                                                                                            6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                  Slide 12 - Tekstslide


                                                                                                  Ik sta op de top van een berg waar het 6˚C is.
                                                                                                  De berg is 3.000 meter hoog.
                                                                                                  Ik wil naar beneden!
                                                                                                  Wat is de temperatuur helemaal beneden?
                                                                                                  A
                                                                                                  12˚C
                                                                                                  B
                                                                                                  24˚C
                                                                                                  C
                                                                                                  -12˚C
                                                                                                  D
                                                                                                  18˚C

                                                                                                  Slide 13 - Quizvraag

                                                                                                  Als het op de top van de berg 6˚C is en je gaat dan naar beneden, dan STIJGT de temperatuur dus met 0,6˚C per 100 meter!
                                                                                                  • 0,6˚C per 100 meter = 6˚C per 1.000 meter
                                                                                                  • De berg is 3.000 meter hoog
                                                                                                  • De temperatuur stijgt tijdens de afdaling dus met 3 x 6˚C = 18˚C
                                                                                                  • Beneden is het dus 18 + 6 = 24˚C 

                                                                                                  6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                        Slide 14 - Tekstslide


                                                                                                        Beneden aan de berg is het 8˚C
                                                                                                        De berg is 3.000 meter hoog.
                                                                                                        Welke temperatuur is het op 1.500 meter hoogte?
                                                                                                        A
                                                                                                        -10˚C
                                                                                                        B
                                                                                                        26˚C
                                                                                                        C
                                                                                                        -1˚C
                                                                                                        D
                                                                                                        1˚C

                                                                                                        Slide 15 - Quizvraag


                                                                                                        Ik sta op de top van een berg waar het -18˚C is.
                                                                                                        De berg is 6.500 meter hoog.
                                                                                                        Ik wil naar beneden!
                                                                                                        Wat is de temperatuur helemaal beneden?
                                                                                                        A
                                                                                                        21˚C
                                                                                                        B
                                                                                                        18˚C
                                                                                                        C
                                                                                                        24˚C
                                                                                                        D
                                                                                                        0˚C

                                                                                                        Slide 16 - Quizvraag

                                                                                                        Een hele lastige....
                                                                                                        Ik sta op 1.800 meter hoogte; het is 8˚C en ik klim omhoog, naar 3.500 meter....maar dan glij ik uit!
                                                                                                        300 meter lager weet ik mij aan een tak vast te grijpen.
                                                                                                        Hoe koud is het op die plek waar ik wacht op redding?!?
                                                                                                        A
                                                                                                        -0,4˚C
                                                                                                        B
                                                                                                        0,4˚C
                                                                                                        C
                                                                                                        -2,2˚C
                                                                                                        D
                                                                                                        6,2˚C

                                                                                                        Slide 17 - Quizvraag



                                                                                                        Even een controlevraag uit een eerdere paragraaf...
                                                                                                        De poolcirkel loopt door verschillende landen.
                                                                                                        Door welke landen onder andere?
                                                                                                        A
                                                                                                        Zweden en Duitsland
                                                                                                        B
                                                                                                        Noorwegen en Denemarken
                                                                                                        C
                                                                                                        Zweden en Finland
                                                                                                        D
                                                                                                        Denemarken en Finland

                                                                                                        Slide 18 - Quizvraag


                                                                                                        Even een controlevraag uit een eerdere paragraaf...
                                                                                                        Sommige Europese landen liggen (deels) in de subtropen.
                                                                                                        Welke landen onder andere?
                                                                                                        A
                                                                                                        Frankrijk en Spanje
                                                                                                        B
                                                                                                        Spanje en Italië
                                                                                                        C
                                                                                                        Marokko en Spanje
                                                                                                        D
                                                                                                        Italië en Zwitserland

                                                                                                        Slide 19 - Quizvraag

                                                                                                        LB - blz. 90 & 91
                                                                                                        WB - blz. 96 t/m 98
                                                                                                        Opdrachten:
                                                                                                        1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10
                                                                                                        Nakijken...
                                                                                                        6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                              Slide 20 - Tekstslide

                                                                                                              6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                                    Slide 21 - Tekstslide

                                                                                                                    6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                                          Slide 22 - Tekstslide

                                                                                                                          6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                                                Slide 23 - Tekstslide

                                                                                                                                6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                                                      Slide 24 - Tekstslide

                                                                                                                                      6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                                                            Slide 25 - Tekstslide

                                                                                                                                            6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                                                                  Slide 26 - Tekstslide

                                                                                                                                                  6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                                                                        Slide 27 - Tekstslide

                                                                                                                                                        6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                                                                              Slide 28 - Tekstslide

                                                                                                                                                              6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                                                                                    Slide 29 - Tekstslide

                                                                                                                                                                    6.2 Het klimaat in de bergen

                                                                                                                                                                          Slide 30 - Tekstslide


                                                                                                                                                                          • de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven
                                                                                                                                                                          • de kenmerken van het reliëf van Europa beschrijven
                                                                                                                                                                          • het verband tussen het reliëf en de temperatuur (hoe hoger hoe kouder) benoemen
                                                                                                                                                                          • het verband tussen het reliëf en de neerslag (stuwingsregen / regenschaduw) benoemen
                                                                                                                                                                          • aan het einde van dit hoofdstuk de betekenis van alle begrippen van hoofdstuk 6 (lesboek bladzijde 100/101) geven
                                                                                                                                                                          Ik kan:
                                                                                                                                                                                6.2 Het klimaat in de bergen - leerdoelen

                                                                                                                                                                                      Slide 31 - Tekstslide


                                                                                                                                                                                      Ik kan de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
                                                                                                                                                                                      😒🙁😐🙂😃

                                                                                                                                                                                      Slide 32 - Poll


                                                                                                                                                                                      Ik kan de kenmerken van het reliëf van Europa beschrijven.
                                                                                                                                                                                      😒🙁😐🙂😃

                                                                                                                                                                                      Slide 33 - Poll


                                                                                                                                                                                      Ik kan het verband tussen het reliëf en de temperatuur (hoe hoger hoe kouder) benoemen.
                                                                                                                                                                                      😒🙁😐🙂😃

                                                                                                                                                                                      Slide 34 - Poll


                                                                                                                                                                                      Ik kan het verband tussen het reliëf en de neerslag (stuwingsregen / regenschaduw) benoemen.
                                                                                                                                                                                      😒🙁😐🙂😃

                                                                                                                                                                                      Slide 35 - Poll


                                                                                                                                                                                      Ik kan aan het einde van dit hoofdstuk de betekenis van alle begrippen van hoofdstuk 6 (lesboek bladzijde 100/101) geven.
                                                                                                                                                                                      😒🙁😐🙂😃

                                                                                                                                                                                      Slide 36 - Poll


                                                                                                                                                                                      De stof van deze paragraaf beheers ik voor .. %
                                                                                                                                                                                      (geef hieronder het percentage aan)
                                                                                                                                                                                      1100

                                                                                                                                                                                      Slide 37 - Poll

                                                                                                                                                                                      Quizlet
                                                                                                                                                                                      Het blijft lastig; die begrippen stampen...
                                                                                                                                                                                      Niet alleen zijn sommige omschrijvingen lang, het zijn er soms ook nog best wel veel...
                                                                                                                                                                                      Om het oefenen enigszins te vergemakkelijken, ga ik ook voor dit hoofdstuk een Quizlet voor jullie aanmaken.
                                                                                                                                                                                      Meld je aan in de juiste klas van Quizlet, via de link die hier rechts onderin te bereiken is (even op 'het oog' klikken).

                                                                                                                                                                                      Slide 38 - Tekstslide