D2A 14-12-2020

Wat is het belangrijkste
kenmerk van een megastad?
timer
0:30
1 / 26
volgende
Slide 1: Open vraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat is het belangrijkste
kenmerk van een megastad?
timer
0:30

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort stad wordt beschreven?
De 1e stad van het land is veel groter dan de 2e stad van het land
A
megastad
B
wereldstad
C
hoofdstad
D
primate city

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar liggen steden meestal?
timer
0:30

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Uitleg §2.2 (15 min)
       - Ontwikkeling steden: urbanisatie en suburbanisatie
       - Steden in rijke landen
       - Steden in arme landen
  • Maken §2.2 (15 min)
       Opdracht 1 t/m 5

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Uitleg §2.3 (5 min)
       Leven in megasteden: wonen, werken en verkeer
  • Maken §2.3 (15 min)
       Opdracht 1 t/m 5

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet wat het verschil is in de groei van steden in rijke en arme landen
  • Je begrijpt wat de oorzaak voor dit verschil is
  • Je kunt een plattegrond tekenen van een stad in een rijk en arm land 
  • Je weet wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen wonen, werken, verkeer in rijke en arme landen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§2.2 Groei en opbouw steden

Slide 7 - Tekstslide

Welke stad zie je op deze foto?
Waarom verhuizen veel mensen
naar steden?
timer
0:30

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten steden
  • Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen
  • Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
  • Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
  • Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 
Urbanisatie
- Mensen verhuizen van het platteland naar de stad
- Stad wordt steeds groter
- Meer werk in de stad
- Vooral in arme landen
Suburbanisatie
- Mensen verhuizen van de stad naar het platteland
- Plaatsen dichtbij stad worden groter
- Meer rust en ruimte buiten de stad
- Vooral in rijke landen
Ontwikkeling steden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Welke verschillen zijn er tussen
steden in arme en rijke landen?

Slide 10 - Woordweb

Startopdracht voor de leerlingen.
Soorten steden
  • Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen
  • Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
  • Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
  • Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 
Steden in rijke landen
- Groei vanaf industriële revolutie 
(fabrieken en arbeiders) > urbanisatie
- Nieuwe wijken rond centrum
- Vanaf 1960 meer inkomen > suburbanisatie 
- Goede stadsplanning

Plattegrond tekenen
Steden in arme landen
- Groei vanaf 1960 > urbanisatie
- Krottenwijken aan de rand van de stad en belangrijke wegen
- Slechte leefomstandigheden in krottenwijken
- Slechte stadsplanning


Plattegrond tekenen

 
Steden in rijke en arme landen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Hoe ziet het CBD eruit?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke wijk vind je alleen in steden in arme landen?
A
Central Business District
B
krottenwijken
C
suburbs
D
villawijken

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Waarom zijn de leefomstandigheden
in krottenwijken slecht?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Heb je behoefte aan meer uitleg?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten steden
  • Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen
  • Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
  • Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
  • Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 
Aan het werk
Wat?
Maken §2.2: opdracht 1 t/m 5
Waar?
blz. 32-33 tb; blz. 38-39 wb
Hoe?
15 minuten; eerste 5 minuten zelfstandig;
daarna rustig overleggen
Klaar?
Lezen §2.3
Maken §2.3: opdracht 1 t/m 4
Herhaling en verdieping §2.1 en §2.2
Nakijken vaardigheden H2, §2.1 en §2.2
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§2.3 Leven in megasteden

Slide 17 - Tekstslide

Welke stad zie je op deze foto?
timer
1:00
Welke problemen verwacht
je in megasteden?

Slide 18 - Woordweb

Startopdracht voor de leerlingen.
Soorten steden
  • Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen
  • Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
  • Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
  • Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 
Er zijn problemen op het gebied van 3 onderdelen:
  • Wonen: te weinig huizen, groot verschil tussen arm en rijk (slechte wijken en villawijken)
  • Werken: veel vraag naar werk; formele sector groot in rijke landen en informele sector groot in arme landen
  • Verkeer: veel verkeer > opstoppingen > vervuiling 
Problemen megasteden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan veel verkeer zorgen
voor vervuiling?
timer
0:30

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten steden
  • Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen
  • Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
  • Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
  • Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 
Aan het werk
Wat?
Afronden §2.2: opdracht 1 t/m 5
Maken §2.3: opdracht 1 t/m 4
Waar?
blz. 32-35 tb; blz. 40-43 wb
Hoe?
10 minuten; rustig overleggen
Klaar?
Slumdog Millionaire
Herhaling en verdieping §2.1 t/m §2.3
Nakijken vaardigheden H2 en §2.1 t/m §2.3

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  • BKL/TL
       - Maken §2.2: opdracht 1 t/m 5
       - Maken §2.3: opdracht 1 t/m 3

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag
geleerd?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor §2.2/§2.3?
A
ik ken de stof goed
B
ik ken de stof redelijk
C
ik vind de stof lastig
D
ik heb meer uitleg of oefening nodig

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je deze les?
Heb je nog tops/tips voor mij?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies