D2A 14-1-2022

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Hoe was de kerstvakantie?

Aardrijkskunde D2A

14-1-2022

Welke stad zie je op deze foto?

Oriëntatie

• Terugblik vorige les
• Zie §2.1 t/m §2.3

Lesplanning

• Herhaling §2.1 en §2.2 (10 min)

       - Soorten steden

       - Ligging steden

       - Steden in rijke en arme landen

• Maken §2.2 (15 min)

       Opdracht 1 t/m 5

Lesplanning

• Uitleg §2.3 (10 min)

       Leven in megasteden: wonen, werken en verkeer

• Maken §2.3 (15 min)

       Opdracht 1 t/m 5

• Keuze-onderdelen (20 min)

       Afronden §2.1 t/m §2.3, nakijken §2.1 t/m §2.3 en filmpje 

       krottenwijken

Herhaling §2.1 en §2.2

Welke stad zie je op deze foto?

Wat heb je onthouden
over steden?

Wat is het belangrijkste
kenmerk van een hoofdstad?

Welk soort stad heeft meer dan 10 miljoen inwoners?

1. megastad
2. wereldstad
3. hoofdstad
4. primate city

Waar liggen veel steden?

1. bij rivieren
2. hoge bergen
3. moerassen
4. vlak gebied

Waarom liggen veel steden in
vlakke gebieden?

Hoe heet het als mensen verhuizen van het platteland naar de stad?

1. urbanisatie
2. suburbanisatie

Welke wijken vind je in
steden in rijke landen?

Welke wijk kom je in arme landen wel tegen en in rijke landen niet?

1. Central Business District
2. industriegebieden
3. krottenwijken
4. villawijken

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Aan het werk

Wat?	Maken §2.2: opdracht 1 t/m 5
Waar?	Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?	15 minuten; eerste 5 minuten zelfstandig; daarna rustig samenwerken
Klaar?	Lezen §2.3 Maken §2.3: opdracht 1 t/m 5 Nakijken §2.1 t/m §2.3

Uitleg §2.3

Welke stad zie je op deze foto?

Welke problemen verwacht
je in megasteden?

Startopdracht voor de leerlingen.

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Er zijn problemen op het gebied van 3 onderdelen:

• Wonen: 

     te weinig huizen, groot verschil tussen arm en rijk (slechte 

     wijken en villawijken)

• Werken: 

     veel vraag naar werk; formele sector groot in rijke landen en 

     informele sector groot in arme landen

• Vervuiling en verkeer: 

     weinig milieuregels > veel lozing afvalstoffen> vervuiling
     veel verkeer > opstoppingen > vervuiling 

Problemen megasteden

Hoe kan veel verkeer zorgen
voor vervuiling?

Waarom doen bedrijven in arme landen weinig om vervuiling te voorkomen?

Welke oplossingen heb jij voor de problemen in megasteden?

Startopdracht voor de leerlingen.

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Aan het werk

Wat?	Maken §2.3: opdracht 1 t/m 5
Waar?	Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?	15 minuten; zelfstandig of samenwerken Vragen? Overleg met klasgenoten of docent
Klaar?	Nakijken §2.1 t/m §2.3 Maken vaardigheden H2

Afsluiting

Huiswerk voor 21-1 (3e uur)

• BKL/TL

       - Maken §2.2: opdracht 1 t/m 5

       - Maken §2.3: opdracht 1 t/m 5

Wat heb je vandaag
geleerd?

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor §2.1 t/m §2.3?

1. ik ken de stof goed
2. ik ken de stof redelijk
3. ik vind de stof lastig
4. ik heb meer uitleg of oefening nodig

Hoe vond je deze les?
Heb je nog tops/tips voor mij?