In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Planning voor de les:
20 minuten: KWT
4 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg
10 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen
Slide 1 - Tekstslide
Aan de slag!
Wat? Keuzewerktijd
Hoe? Volgens het stoplicht
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat
Uitkomst? Je hebt geoefend met leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak
timer
20:00
Slide 2 - Tekstslide
Feyenoord speelt dit weekend een wedstrijd tegen ADO Den Haag. De kaartjes voor deze wedstrijd zijn € 9,99 per stuk. Per kaartje zijn er weinig inkoopkosten, alleen het ticket moet uitgeprint worden en er zijn administratieve kosten per kaartje. De inkoopprijs voor een kaartje is € 0,77. Er zijn nog wel andere kosten verbonden aan het laten spelen van deze wedstrijd. Er moet personeel, gas, water en elektra betaald worden. De kosten hiervoor zijn € 85.000. Feyenoord verwacht vooraf 9.254 kaartjes te verkopen.
Wat heb je nodig bij de start van een eigen bedrijf?
Slide 7 - Woordweb
Onderdelen ondernemingsplan:
Ondernemer: Wie ben ik/ Welke vaardigheden/ Wat is het doel vd onderneming
Regels en vergunningen??
Financieel plan: Hoeveel geld heb ik nodig? Hoe
kom ik daar aan? Hoe haal ik winst? Kosten en
opbrengsten
Marketingplan: Hoe krijg ik zo veel mogelijk klanten?
Slide 8 - Tekstslide
Financieel plan
I investeringsbegroting
wat heb je nodig?/ "boodschappenlijstje"
II resultatenbegroting
wat ga je verdienen?
III financieringsplan
waar betaal je alles van? (hoe "financier" je alles?)
Slide 9 - Tekstslide
I: Investeringsbegroting
Overzicht van de verwachte uitgaven (voor investeringen)
om een bedrijf te kunnen starten.
Bijvoorbeeld:
* gebouw
* transportmiddelen
* inventaris
* voorraad goederen
* banksaldo
* kassaldo
Slide 10 - Tekstslide
II: Resultatenbegroting
Een overzicht van alle verwachte kosten en opbrengsten.
(Zie les "Tel uit je winst" in Lessonup)
Slide 11 - Tekstslide
Resultatenbegroting:
Omzet
Inkoopwaarde
------------------ --
Brutowinst
Bedrijfskosten
------------------ --
Nettowinst
* Omzet = afzet x verkoopprijs
* Afzet = aantal stuks
* Omzet = verkoopopbrengst
* Voorbeelden van bedrijfskosten: Loon, afschrijving, huur, vervoer, GWL, reclamekosten, verzekering etc.
* Negatieve nettowinst noemen we een nettoverlies.
Slide 12 - Tekstslide
Resultatenbegroting
Bruto- en nettowinstmarge
Marge is uitgedrukt in procenten van de omzet
Mijn omzet is €1.250 euro
Als de brutowinst €125,00 is dan is de brutowinstmarge 10%
Slide 13 - Tekstslide
III: Financieringsplan
Het plan dat uitlegt hoe de onderneming aan zijn geld komt om te kunnen starten.
Slide 14 - Tekstslide
Financieringsplan:
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
* lening bank
* lening ouders
--------------------- +
Totale financieringsbehoefte
Slide 15 - Tekstslide
Marketingplan:
Marketing komt van market-getting= "markt krijgen"
Hoe krijg ik de markt --> hoe krijg ik zoveel mogelijk klanten? Hoe verover ik de markt?
Maak een SWOT-analyse
Vul de Marketingmix (=de 4 P's) in
Slide 16 - Tekstslide
SWOT-anlyse:
Strenghts- weaknesses- opportunities-threats =
Sterktes en zwaktes van eigen bedrijf (INTERN)
Kansen en bedreigingen in de markt (EXTERN)
Bij 1 denk je aan: imago - financiele situatie - kwaliteit - vaardigheden personeel
Bij 2 denk je aan: concurrenten (in de buurt) - klanten/ afnemers - distributie - regels/ wetten
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Marketingmix (de 4 marketinginstrumenten of 4P's):
(1)Product: eigenschappen van het product. kwaliteit, verpakking, kleur, status, assortiment (1 product of veel verschillende varianten ervan)
(2)Prijs: Hoge prijs (status?) of lage prijs (veel meer klanten?)Hoe reageren je klanten op prijsverandering? Prijzen van concurrenten? (als j te hoge prijs vraagt, dan "prijs je je uit de markt"
Slide 19 - Tekstslide
Marketingmix (de 4 marketinginstrumenten of 4P's):
(3)Plaats: Waar kan de klant je product kopen?
Direct vanuit fabriek? Via meerdere winkels? Hoe richt je die in?
(4)Promotie: Hoe en met welke media wil je mogelijke klanten "lokken". Bijvoorbeeld: