In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Onderwerp en hoofdgedachte
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt het onderwerp van een tekst bepalen.
Je kunt de hoofdgedachte van een tekst bepalen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte?
Slide 3 - Woordweb
Niet waar
Waar
De hoofdgedachte vertelt in één zin waar de tekst over gaat.
Hoofdgedachte en onderwerp hebben altijd met elkaar te maken.
De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.
In een hoofdgedachte staan soms voorbeelden.
Slide 4 - Sleepvraag
Onderwerp
Het onderwerp geeft in één woord of in een aantal woorden aan waar de tekst over gaat.
Het onderwerp is nooit een hele zin.
Je kunt het onderwerp vaak al uit de titel halen.
Vaak wordt het onderwerp letterlijk herhaald in de tekst.
Slide 5 - Tekstslide
Hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst geeft in één zin de belangrijkste informatie uit de tekst weer. Het is dus de kortst mogelijke samenvatting van een tekst.
Je kunt de hoofdgedachte formuleren door antwoord te geven op de vraag: Wat zegt de schrijver over het onderwerp?
Vaak vind je de hoofdgedachte in de inleiding van de tekst.
Bij langere teksten vind je de hoofdgedachte meestal in het slot van de tekst.
Slide 6 - Tekstslide
Het onderwerp van een tekst...
De hoofdgedachte van een tekst...
Is waar de tekst over gaat.
Is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp duidelijk wil maken.
Vind je in de titel en de inleiding.
Vind je in de titel, de inleiding of het slot.
Het onderwerp van een tekst...
De hoofdgedachte van een tekst...
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van het filmpje?
Slide 9 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte van het filmpje?
Slide 10 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.
Slide 11 - Quizvraag
Onderwerp?
A
Cursus ' auto te water'
B
Ongelukken met auto's
C
Veilig verkeer Nederland
D
Noodhamer
Slide 12 - Quizvraag
Hoofdgedachte?
A
Veilig Verkeer Nederland steunt het plan om standaard een cursus ‘auto te water’ aan te bieden.
B
Tijdens rijlessen is er geen aandacht voor hoe je jezelf bevrijdt uit een auto die te water raakt.
C
Rijschoolhouders zouden standaard een cursus ‘auto te water’ moeten aanbieden.
D
Volgens Veilig Verkeer Nederland weten automobilisten niet wat ze moeten doen als hun auto te water raakt.
Slide 13 - Quizvraag
Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Jongetje stoot beeld van 4.000 euro om en moet betalen.
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS.
C
Dodelijke stortbui
D
Een kangoeroe huppelt door een weiland op Texel.
Slide 14 - Quizvraag
Wat kan wèl een hoofdgedachte zijn?
A
Boekverfilming
B
Boekverfilmingen van Harry Mulisch
C
De verfilming is meestal minder indrukwekkend dan het boek dat verfilmd wordt
D
Zijn boekverfilmingen altijd beter dan het boek dat eraan ten grondslag ligt?