oefentoets Hoofdstuk 4: kracht en beweging

Test H4: kracht en beweging
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Test H4: kracht en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Multiple choice
&  sleepvragen (15 x)

Slide 2 - Tekstslide

Symbool voor kracht
Symbool voor massa
Eenheid voor kracht
Eenheid voor gewicht
Eenheid voor massa
m
kg
F
N
N

Slide 3 - Sleepvraag

Je duwt met een kracht van 150 N
tegen een doos aan je rechterkant.
Het gaat niet bewegen.
Hoe groot is de wrijvingskracht dan?
A
150 N naar rechts
B
150 N naar links
C
meer dan 150 N naar rechts
D
meer dan 150 N naar links

Slide 4 - Quizvraag


Een voorwerp kan niet meer bewegen wanneer de waarde van de resulterende kracht gelijk is aan 0 N
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Stopafstand = reactie afstand + remweg

De massa heeft invloed op:
A
Alleen op de remweg
B
Alleen op de reactieafstand
C
Alleen op de remweg en de stopafstand
D
Alleen op de reactieafstand en de stopafstand

Slide 6 - Quizvraag

Stopafstand = reactie afstand + remweg

De beginsnelheid heeft invloed op:
A
Alleen op de remweg
B
Alleen op de reactieafstand
C
Alleen op de remweg en de stopafstand
D
Alleen op de reactieafstand, de remweg en de stopafstand

Slide 7 - Quizvraag

Stopafstand = reactie afstand + remweg

De bijwerkingen van drugs kunnen van invloed zijn op:
A
de remweg + de stopafstand
B
de reactieafstand + de stopafstand
C
elke afstand
D
de reactieafstand + de remweg

Slide 8 - Quizvraag


Welke keuze zal de kracht die je tijdens
een botsing op je lichaam ervaart
niet verminderen?
A
Gordel
B
Kreukelzone
C
Kooi constructie
D
Airbag

Slide 9 - Quizvraag

Veilig Verkeer Nederland adviseert om altijd een "afstand van 2 seconden" aan te houden op de auto voor jou.



Hoe groot moet deze afstand dan zijn als 
je zelf met een snelheid van  50 km/h rijdt?
A
14 meter
B
20 meter
C
28 meter
D
34 meter

Slide 10 - Quizvraag



Je reactietijd hangt af van?
A
je leeftijd, concentratie en vermoeidheid
B
je leeftijd, vermoeidheid, alcohol en drugs
C
je vermoeidheid, concentratie, leeftijd en alcohol & drugs gebruik
D
enkel van je drugsgebruik en medicatie

Slide 11 - Quizvraag


Welke bewegingen
zijn mogelijk?
A
A, B, D, E
B
B, C, D, E
C
A, C, E
D
A, C, D, E

Slide 12 - Quizvraag

Welke bewegingen is een eenparige beweging?
(1) een voorwerp dat van een helling rolt
(2) een voorwerp dat met een constante snelheid een rondje draait
(3) Een voorwerp aan een slinger op het diepste punt van zijn baan
(4) Een voorwerp dat met een constante snelheid een rechte baan aflegt
A
(2) en (4)
B
(1), (2) en (4)
C
(1) en (2)
D
alleen 4

Slide 13 - Quizvraag

Twee renners nemen
deel aan een race.
De grafiek laat zien hoe
hun snelheid in de tijd veranderd.

Kan je uitleggen wat
er gebeurd op tijdstip t?
A
renner 1 heeft geen versnelling
B
renner 1 haalt renner 2 in
C
Beide renners rennen met dezelfde snelheid
D
renner 2 is aan het afremmen

Slide 14 - Quizvraag

Deze grafieken laten de beweging
van 4 verschillende chauffeurs zien

Welke chauffeur heeft
de kortste remweg?
grafiek A & B
grafiek C & D
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 15 - Quizvraag

Op t= 0 s, ziet de chauffeur een diep gat
in de weg. Hij stopt de wagen nog net op tijd waardoor schade wordt voorkomen.

Wat is de stopafstand?
A
30 m
B
60 m
C
75 m
D
90 m

Slide 16 - Quizvraag

Een auto (m = 800 kg) rijdt met een snelheid van 12 m/s.
Door een remkracht van 4000 N
komt hij uiteindelijk tot stilstand.

Hoeveel seconden heeft de auto daar voor nodig?
A
0,41 s
B
2,4 s
C
6 s
D
12 s

Slide 17 - Quizvraag

Een vliegtuig landt met een snelheid van 180 km/h
De remweg is 350 m.

Hoe lang duurt het voordat het vliegtuig tot stilstand komt?
A
1,9 s
B
3,8 s
C
7,0 s
D
14,0 s

Slide 18 - Quizvraag

Open vragen (3 x)

Slide 19 - Tekstslide

Tim nadert een rood stoplicht. Hij heeft zijn vriendin achter op de motor.
Hij remt met dezelfde remkracht als altijd
op dezelfde afstand als altijd van de stoplichten.

Is dat verstandig?  Kan je uitleggen wat er zal gebeuren en waarom?

Slide 20 - Open vraag


Een boeing 747 maakt een vluchtje.
Bereken de afstand (in km) die 
gedurende de eerste 40 minuten wordt afgelegd

Maak een foto van je berekening en upload deze

Slide 21 - Open vraag


Je rijdt met een snelheid van 34 km/h. Plotseling zie je een groep kleine eendjes in het midden van de weg op een afstand van 30 meter. Je hebt  1,8 seconden nodig om te reageren and nadat je de rem indrukt heb je nog 2 seconden nodig om tot stilstand te komen. Ben je nog op tijd?
Maak een foto van je berekening en upload deze

Slide 22 - Open vraag