*Woordenschat H3, havo 3

Woordenschat H3
Beeldspraak: 
- Metonymie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat H3
Beeldspraak: 
- Metonymie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de lessenserie kun je: 
- metonymie herkennen, benoemen en begrijpen

Slide 2 - Tekstslide

Zullen we vanavond bij de Italiaan gaan eten?

Wat wordt er met Italiaan bedoeld?

Slide 3 - Open vraag

Na de gemene overtreding kreeg de aanvaller rood.

Wat wordt er bedoeld met rood?

Slide 4 - Open vraag

Hebben jullie op de veiling een echte Rembrandt gekocht?
Wat wordt er met Rembrandt bedoeld?

Slide 5 - Open vraag

Filmpje
Filmpje Nieuw Nederlands

Slide 6 - Tekstslide

Metonymie
Bij metonymie is er sprake van een verband tussen het object en het beeld. Dit is geen vergelijkend verband, maar een ander verband. Het object en het beeld hebben wel met elkaar te maken. Met andere woorden: het beeld is een onderdeel van het object. 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden
De leraar telde de koppen --> de aanwezige leerlingen
Sven heeft gisteren weer goud gewonnen --> een gouden medaille
Er hangt een Rembrandt aan de muur --> een schilderij van de schilder Rembrandt
Nederland heeft zich niet geplaatst voor het EK --> het Nederlandse team

Slide 8 - Tekstslide

Verschil metafoor en metonymie
Bij een metafoor geef je een bepaald beeld terwijl je iets anders bedoelt. Het object (wat je bedoelt) wordt vervangen door een bepaald beeld. Dit beeld is geen onderdeel van het object. Bij een metafoor kan er sprake zijn van een vergelijking.

Bij een metonymie is het metoniem onderdeel van wat je bedoelt. Je gebruikt een woord dat te maken heeft met wat je bedoelt.

Slide 9 - Tekstslide

Bij de lunch bestelden ze drie spa.
Wat wordt met spa bedoeld?

Slide 10 - Open vraag

Na afloop van de voorstelling klapte de zaal.

Wat wordt met de zaal bedoeld?

Slide 11 - Open vraag

Moskou reageert fel op de kritieken.

Wat wordt met Moskou bedoeld?

Slide 12 - Open vraag

Volgens weerkundigen kunnen we volgende week de ijzers onderbinden.
Wat wordt bedoeld met de ijzers?

Slide 13 - Open vraag

Opdracht
Blz. 88
- Maak opdracht 1, 2
- Opdracht 1 en 2 bespreken

Slide 14 - Tekstslide